Description:‘Weet u wie onze gastheer is?’ Het was de vrouw in het rood. Wellman slaakte een zucht van verlichting. Hij zou zeggen dat het hem speet zomaar op het feestje te zijn binnengevallen en dan weggaan. ‘Geeft u dit feestje?’ vroeg de vrouw. Ze naderde de middelbare leeftijd, besefte hij met een schok. Ze had zo jong geleken met haar slanke en gracieuze figuur. Maar de kraaienpootjes bij haar ogen gaven haar gezicht een vermoeide, cynische uitdrukking en hoewel haar lippen vol en zacht waren, had haar mond iets sarcastisch. Ze scheen te merken dat hij naar haar lippen keek en maakte ze vochtig. ‘Ik dacht dat het uw feest was,’ zei hij. Ze legde haar hand op zijn arm. Haar lach klonk als het geklingel van klokjes die door een zachte wind worden bewogen. ‘En ik was ervan overtuigd dat u de gastheer was. U ziet er zo streng en vastberaden uit.’ ‘O ja?’ Hij voelde zich gevleid door die beschrijving. ‘Ik was al bang dat u me eruit kwam gooien.’ ‘Nee toch! De meest charmante man in de kamer...’ De hand op zijn arm leidde hem met zachte drang de volle kamer uit in de richting van een met donkere fluwelen gordijnen afgesloten deuropening... ‘Speculative Fiction’ noemt de jonge Amerikaanse Kathleen Curran zelf haar bizarre verhalen, waarin dromen, hallucinaties en nachtmerries de grensovergangen zijn van de realiteit naar een onbekend niemandsland vol verborgen verschrikkingen...