Arthur C. Clarke is een van de eerste schrijvers geweest die aantoonden dat science fiction en humor geen onverenigbare begrippen hoeven te zijn. De kortste verhalen in deze bundel berusten op vondsten en invallen die de lezer zullen bijblijven als briljante staaltjes van een speelse fantasie en een enorme ideeënrijkdom. Daarnaast nemen de langere verhalen, die duidelijk vanuit een filosofische achtergrond geschreven zijn, een belangrijke plaats in, m.n. ‘De Muur der Duisternis’, waarvan in het nawoord terecht wordt opgemerkt dat het tevens representatief is voor het beste uit Clarke’s gehele werk, dat ‘is doortrokken van de grote tragiek van het menszijn : de eindigheid en de begrensdheid die er door ruimte en tijd aan worden gesteld’. Hoewel reeds jarenlang erkend als een belangrijk en veelzijdig sf-schrijver en wetenschapsman, moet Clarke toch vooral voldoening beleefd hebben aan de miljoenen verslindende verfilming, in 1968, van zijn gigantische project 2001: A Space Odyssey, geschreven in samenwerking met Stanley Kubrick en de kroon op beider werk.