Nars, een weesjongen wordt net als de andere weesjongens als goedkope arbeidskracht te werk gesteld op de werf van een scheepsbouwer. Het is de tweede helft van de zeventiende eeuw en de eens zo florerende scheepsbouw in Edam is behoorlijk tanende. De werf wordt bezocht door de Friese stuurman Tadema, die een nieuw type schip heeft ontworpen. Een rank en slank vaartuig dat 'tegen de wind in kan varen' en daardoor veel sneller is dan de logge boten die nu van de werf af komen. Hoewel de schipper ervan overtugd is dat zijn plan voor een revolutie binnen de scheepvaart zal zorgen is er geen scheepsbouwer die het aandurft om dat schip te bouwen. Het is Nars die de idealist helpt om zijn droom waar te maken De Stormvogel van Edam gaat over het verwezenlijken van idealen, hoe absurd ze volgens anderen ook mogen zijn. Niet alleen Tadema is heilig overtuigd van zijn kunnen ook de jonge Nars heeft zijn eigen toekomstplannen. Maar weeskinderen die afhankelijk zijn van de bedeling van de burgerij hebben een weinig rooskleurige toekomst in het verschiet en hadden zodoende het stempel van kansarme jongeren van de zeventiende eeuw.