Deze uitgave ontleedt de recente Starbuckszaak, een zaak die tal van vragen en dilemma’s oproept die van belang zijn voor de toekomst van het nationale en internationale belastingrecht. Deze multidisciplinaire beschouwing biedt uitleg en wijst naar mogelijke oplossingsrichtingen.
In de Starbuckszaak beschuldigde de Europese Commissie Nederland ervan illegale staatssteun te hebben verleend aan Starbucks. Dit door het geven van een ruling over interne verrekenprijzen voor onder andere het gebruik van het intellectueel eigendomsrecht van het Starbucksconcept, waaronder het unieke Starbucksprocedé voor het branden van koffiebonen.