1883 was een bewogen jaar in de koloniale verhoudingen. De Atjehoorlog was tien jaar gaande en ondanks de genocidale strijd was het verzet tegen de Hollandse kolonisator niet gebroken. De 'Kompenie' blokkeerde de havens in Noord-Sumatra, wat kwaad bloed zette bij het oppermachtige Britse imperium. In november van dat jaar strandde ook nog eens de Engelse vrachtvaarder Nisero voor de westkust van Sumatra. De bemanning werd gegijzeld, maar het Nederlands gezag reageerde onzeker. 'Een onbeduidend vorstje met nog geen 2000 onderdanen ringeloort twee Grote Mogendheden,' kopte The Singapore Free Press destijds. Gedurende tien maanden verkeert de bemanning in de greep van een grillige rajah. Hun losprijs loopt gelijk op met de temperatuur in de betrekkingen tussen de Engelsen en de Hollanders, die op geslepen wijze tegen elkaar worden uitgespeeld. Ondertussen komen achter de coulissen van het krijgsgeweld twee werelden samen, in de ontmoeting tussen de delicate Britse kapiteinsvrouw en de zelfverzekerde echtgenote van de rajah.