Jaren twintig, Catalonië: een jonge vrouw met grootse idealen neemt de opdracht aan om de heersende dictator, generaal Primo de Rivera, te vermoorden. Met een pistool, wat geld en haar vader (ook een activist maar van het meer twijfelende soort) trekt ze zich terug in een gehucht in de Pyreneeën om het gecodeerde telegram met definitieve instructies af te wachten. Maar de jaren gaan voorbij en het telegram komt niet. Alleen en geïsoleerd en in abjecte armoede levend, klampt Berta zich vast aan haar idealen als een soort overlevingsmechanisme. Ze leert een jonge, free-spirited vrouw kennen die een gecompliceerde verhouding heeft met een van de hoge politieke bazen in de regio. De vriendschap (de enige die Berta heeft) die zich tussen de twee ontwikkelt, leidt uiteindelijk naar een verrassend slot.
De neus van Mussolini geeft prachtig inzicht in de geest van iemand die bereid is te doden voor de goede zaak. Nooit eerder is een idealist zo op de proef gesteld als deze Berta Panatis, die in een claustrofobische, neerdrukkende spiraal raakt van al het wachten en alle twijfels die ze niet kenbaar kan maken, want ze is daar immers op een geheime missie. Tegelijkertijd creëert Baulenas op meesterlijke wijze een intrige rondom een aantal personen uit het dorp.