De vader van Noortje en Hugo is zijn baan kwijt en het roer moet om. Ze verhuizen van een enorme villa in het rijke Gooi naar een oude caravan op een modderig veldje in De Achterhoek. Om geld te besparen wil hun vader namelijk ‘groen’ gaan leven. Ze nemen een paar kippen, bouwen met zaagsel en een tuinslang een warmwatervoorziening en verzamelen afval om mest van te maken. Als hun vader voorstelt om te gaan koken op poep, wordt het hun moeder echt te veel. Noortje en Hugo verlangen terug naar hun oude, luxe leven in Het Gooi. Ook de nieuwe, vervelende buurman ziet hen het liefst zo snel mogelijk vertrekken. Maar dan wordt Nienke, de nieuwe vriendin van Noortje, ernstig ziek. Noortje weet nu niet meer wat ze wil: blijven of teruggaan?
NBD|Biblion recensie
Omdat hun vader zijn baan kwijt is, moeten Noortje (11, ik-figuur), Hugo en hun ouders verhuizen van een luxe villa naar een oude caravan in een weiland. Vader heeft besloten om voortaan ‘groen’ te gaan leven, dat wil zeggen zelf energie opwekken en eigen voedsel verbouwen. Dat geeft natuurlijk de nodige problemen. Met humor vertelt Noortje over de enorme verandering. De hoofdpersonen, zeker de optimistische vader, worden nogal zwart⁄wit beschreven. Ook problemen als de lastige buurman en het zieke vriendinnetje komen luchtig aan de orde. De schrijfster wil laten zien hoe het mogelijk is om op ecologische wijze te leven. De tekst wordt regelmatig afgewisseld door beschrijvingen van allerlei voorzieningen en recepten met ingredienten uit de natuur, zoals het maken van een composthoop of brandnetelsoep. Het verhaal mist enige diepgang, maar is wel aantrekkelijk voor een grote doelgroep. Ook bruikbaar bij projecten over het milieu. De stijl is vlot en modern en leest door de korte zinnen heel makkelijk. Vanaf ca. 8 jaar.