Hielke en Sietse, de tweeling van smid Klinkhamer, varen door de poldervaart met hun boot, de sterke Kameleon. Plotseling zien ze een jongen door het hoge riet kruipen. Ze kennen hem nieten het lijkt wel of hij wat in zijn schild voert. Hielke en Sietse varen er met de Kameleon heen. Fokke, zo heet de jongen, is gevlucht. Wat hij vertelt, is allemaal heel vreemd, maar wel de waarheid. Gerben komt gelukkig te hulp en bakt de boze Muntendam verdiend een lelijke poets. Varend langs de rietschoot bij het meer vinden de jongens een gezonken boot, de "Ria". Er klopt iets niet, want de boot en de eigenaar zijn al weken zoek. Trouwens, met dat dure jacht, de ‚Wilhelmina’, is ook wat loos! Niet voor niets is Zwart de laatste tijd zo actief en als Kees op de omloop van de Woudaap met zijn armen zwaait, gebeurt er wat in de polder. De Kameleon met zijn schippers ligt op de loer…