sSSESs^^SSe mm BIBLIOTHEEK KITLV 0101 7456 oMo 90? &3\ DE "HIKAJAT MALEM DAGANG" ATJEHSCH HELDENDICHT, TEKST EN TOELICHTING DOOR H. K. J. COWAN UITGEGEVEN DOOR HET KONINKLIJK INSTITUUT VOOR DE TAAL-, LAND- EN VOLKENKUNDE VAN NEDERL.-INDIE 1937 BIBLIOTHEEK KITLV 0043 4033 DE "HIKAJAT MALEM DAGANG" DE "HIKAJAT MALEM DAGANG' ATJEHSCH HELDENDICHT, TEKST EN TOELICHTING DOOR H. K. J. COWAN '"K^D-ENVOtf^ UITGEGEVEN DOOR HET KONINKLIJK INSTITUUT VOOR DE TAAL-, LAND- EN VOLKENKUNDE VAN NEDERL.-INDIE INLEIDING. De „Hikajat Malem Dagang" behoort met de „Hikajat Potjoet Moehamat" tot de fraaiste en oudste producten der Atjehsche litte- ratuur; het is een „hikajat", d.w.z. een werk, opgesteld in het Atjeh sche metrum, de ,,sandja"\ Het woord ,,hikajat" immers heeft zijn oorspronkelijke Arabische beteekenis in het Atjehsch verloren en duidt daar alle werken aan, opgesteld in verzen, onverschillig welke onderwerpen zij behandelen (zie Snouck Hurgronje, The Achehnese, II, pag. 77). I Welk der beide evengenoenxle werken als het oudste moet worden aangemerkt, is niet volstrekt zeker, al komt die qualificatie waar- schijnlijk aan de Malem Dagang toe. De gebeurtenissen in dit epos spelen zich af tijdens den grooten Sultan Iskandar Moeda, die re- geercle in de jaren 1607—1636, terwijl in de Hikajat Potjoet Moe hamat de daden van den vorst van dien naam, broeder van den toen- maligen Sultan Ala'edin Djohan Sjah (1736—1760) worden be- zongen. Dit laatste gedicht nu is, blijkens enkele persoonlijke opmer- kingen van den schrijver, in het midden van de 18e eeuw geschreven. Al is, te oordeelen naar het legendarisch karakter, dat den Malem Dagang eigen is, dit werk waarschijnlijk eenigen tijd na de daar behandelde gebeurtenissen opgesteld, het heeft niettemin alles voor het — althans voorloopig — voor het oudste te houden (Snouck Hurgronje, ibid. pag. 88). Ik meen het dan ook veilig te mogcn stellen op niet veel later dan eind 17e eeuw. Gelijk gezegd is de Malem Dagang een dichtwerk met een histori- sche kern, behandelende een expeditie van Sultan Iskandar Moeda tegen het Maleische schiereiland. Het is een historisch vaststaand feit, dat Iskandar Moeda verscheidene expedities tegen Malaka heeft uitgezonden, en wij willen thans nagaan, of, en zoo ja, in hoeverre de gegevens van het gedicht ons in staat stellen door vergelijking met die der geschiedenis vast te stellen, met welke expeditie wij hier te doen hebben. In het kort is de loop van het verhaal de volgende: Een zekere Radja Raden, een enkele maal betiteld als „Radja Meulaka" (het rijm vereischt daar ,,a"), komt met zijn vrouw, eene