Description:‘Waar ben ik eigenlijk? Hoe ben ik hier gekomen? Ik kan het me niet herinneren. Het lijkt wel een ziekenhuis, want het was zeker een verpleegster die vanmorgen bij mijn bed stond. (…) Het zijn allemaal oude mensen zoals ik. Oude vrouwen, niet prettig om te zien.’De eerste zinnen van dit boek geven het al aan: de plek waar Geertruida van der Veen buiten haar wil om terecht is gekomen, is verre van vrolijk. Het is het verhaal van een oude vrouw die aan het einde van haar leven de controle uit handen moet geven en haar dochter, die dat werkloos moet toestaan.Sociale DienstOm beurten doen ze hun verhaal: de 74-jarige vrouw kan na een beroerte niet meer terug naar de gehuurde kamers, waar ze woont sinds de dood van haar man Willem. Haar pensioentje van 100 gulden per maand (het boek is uit 1953) is te klein om de kosten te dekken, daarom laat de Sociale Dienst haar spullen verkopen.Dochter Helena, zelf getrouwd met een slecht verdienende kunstenaar, kan niet helpen. Ook in geestelijk opzicht niet al houdt ze ‘hulpeloos veel’ van haar moeder. Maar deze beproeving moet de (stervende) vrouw alleen ondergaan.De grote zaalAlle vrouwen in het huis vrezen de grote zaal; wie daar heen moet, is bijna dood, zéker als het scherm om je bed wordt gezet. Tegelijkertijd is er de berusting. ‘Allen komen we hier voor een poosje, maar als we eruit gaan, dan is het niet om bij familie te lezen’. Deze woorden van medebewoonster mevrouw Jansen keren een paar keer terug in deze novelle.Het leven in het ‘rusthuis’ wordt in al zijn facetten beschreven: de saaie, lange dagen die niet omkomen; de onderlinge haat en nijd van vroeger tussen vroeger rijke dames en hun minder bedeelde lotgenotes; de diefstal van bonbons, verjaarscadeau van één van de vrouwen; het zou vermakelijk zijn, als het niet zo treurig was.Geen sociale aanklachtEen sociale aanklacht is het boek niet, al staan hier en daar mild-kritische opmerkingen over de verpleging; bijvoorbeeld over het vroege opstaan omdat dat makkelijker is voor de verpleging. Dat is - net als de rest van het boek overigens - nu nog zeer herkenbaar.