Vijfde, geheel herziene druk De gereedschapskist van de sociaal werker Multimethodisch Sociaal Werk (MMSW) Herman de Mönnink De gereedschapskist van de sociaal werker Voor het omslag is het empowermentsymbool van multimethodisch sociaal werk ge- bruikt, geschilderd door Huib van der Stelt naar een beeldje dat afkomstig is uit Se- negal. Het empowermentbeeldje drukt de toegenomen weerbaarheid uit die bij mensen ont- staat met hulp van sociaal werk: op eigen kracht en met steun uit de eigen omgeving kunnen ze weer zelfstandig de eigen levensweg vervolgen. Het motto van multime- thodisch sociaal werk is herkenbaar in het beeldje: ‘je moet in je leven wél zelf je levensbehoeften vervullen, maar níét alleen!’ De gereedschapskist van de sociaal werker Multimethodisch Sociaal Werk (MMSW) Herman de Mönnink Vijfde, geheel herziene druk Bohn Stafleu van Loghum, Houten ISBN 978-90-368-1249-8 © Bohn Stafleu van Loghum is een imprint van Springer Media B.V., onderdeel van Springer Nature 2016 Ontwerp omslag en binnenwerk: Mariël Lam BNO, ’s-Hertogenbosch Illustratie omslag: Huib van der Stelt, Toornwerd, www.huibvanderstelt.nl Cartoons: Peter de Wit, Amsterdam Illustraties: Sytze van der Zee; ETA Design Foto auteur: Suzanne van de Kerk, Den Haag Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën of opnamen, hetzij op enige ande- re manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet j° het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet, dient men de daarvoor wettelijk ver- schuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Samensteller(s) en uitgever zijn zich volledig bewust van hun taak een betrouwbare uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor drukfouten en andere onjuistheden die eventueel in deze uitgave voorkomen. NUR 741 Eerste druk, Elsevier gezondheidszorg, Maarssen 2004 Tweede, licht gewijzigde druk, eerste t/m derde oplage 2005, 2006, 2007 Derde, herziene druk, Elsevier 2009 Vierde, licht gewijzigde druk, Reed Business, Amsterdam 2012 Vijfde, geheel herziene druk, Bohn Stafleu van Loghum, Houten 2016 Vijfde druk, tweede oplage, Bohn Stafleu van Loghum, Houten 2018 Bohn Stafleu van Loghum Walmolen 1 Postbus 246 3990 GA Houten www.bsl.nl Voorwoord In 1999 werkte ik 25 jaar als docent aan de Groningse School voor Sociaal Werk. Ik vroeg in dat jaar aan mijn timmerman: ‘Wat zijn de voordelen van jouw prachtige en goed geordende gereedschapskist?’ De timmerman antwoordde: ‘Ik ben nooit gereed- schappen kwijt, omdat mijn gereedschappen goed geordend zijn. Ik kan op flexibele en efficiënte wijze de juiste tools gebruiken, op het juiste moment en voor de juiste job die gedaan moet worden.’ Dit antwoord moedigde me aan om te proberen een goed geordende gereedschapskist voor sociaal werkers te ontwikkelen met evidence-based social work tools. Na jaren van studeren, testen, selecteren en systematisch bepalen van de best-practice-methoden uit de rijke 115-jarige geschiedenis van het sociaal werk resulteerde dit in de Multi Methodische Sociaal Werk Toolkit in 2004. Nu, 12 jaar later, is de feedback vanuit de sociaalwerkpraktijk in Nederland en België verwerkt tot een geheel herziene versie van de Gereedschapskist van de sociaal werker. Een geordende ‘gereedschapskist’ voor sociaal werkers beschrijven: dat stond me dus voor ogen bij het schrijven van dit boek. Dit boek onderbouwt de methodische praktijk van sociaal werkers en is tevens bruikbaar voor een verdere profilering en empowerment van het beroep. Met een degelijke gereedschapskist wordt de metho- dische kern van het beroep sociaal werker zowel helder beschreven als duidelijk op de kaart gezet. Tijdens de research voor dit boek deed ik de ‘ontdekking’ dat het beroep maatschap- pelijk werker (nu: sociaal werker) zijn naam te danken heeft aan een imagocampag- ne uit 1903. De toenmalige Amsterdamse ‘Opleidingsinrigting voor Socialen Arbeid’ werd destijds dusdanig bekritiseerd om haar maatschappijkritische karakter dat een naamsverandering nodig werd geacht. ‘Socialen arbeid’ klonk socialistisch en femi- nistisch, zo vond de buitenwacht in die tijd. Ouders uit de gegoede stand lieten daar- om hun kinderen (voornamelijk meisjes) niet naar deze opleiding gaan. Waarop de opleiding, die in 1899 was gestart, haar deuren zelfs voor korte tijd moest sluiten. Om aan deze bestaanscrisis het hoofd te bieden werd de opleiding omgedoopt tot School voor Maatschappelijk Werk. ‘Maatschappelijk Werk’ werd een neutralere naam geacht dan ‘Socialen Arbeid’ en zou hopelijk meer leerlingen trekken! In 2004 waren de Nederlandse opleidingen en de beroepsvereniging voor sociaal werk opnieuw bezig met een naamsverandering, nu in de richting van sociaal werk. Waren er in 1903 zorgen om het ‘rode’ imago, tegenwoordig heeft men behoefte aan een ‘aansprekend imago’. De gereedschapskist zorgt voor een duidelijk merk ‘sociaal werk’, doordat de methoden sociaal werk zich helder onderscheiden van andere be- roepen. Zodoende kan de sociaal werker zijn beroep duidelijker profileren. Dat is geen overbodige luxe met alle conculega’s die zich op het terrein van het sociaal werk be- geven. Zo zijn er gespecialiseerde verpleegkundigen, sociaal-juridisch dienstverleners, psychologen en coaches die solliciteren naar functies in het sociaal werk. Sinds 1980 verzorg ik door heel Nederland voor sociaal werkers cursussen verlieskun- de en vanaf 2001 de leergang ‘multimethodisch sociaal werk’. Ook geef ik supervisie en workshops aan sociaal werkers. Cursisten en supervisanten deelden hun ervarin- gen met me, over de waardering door cliënten, maar ook over de onzichtbaarheid. Hoe komen sociaal werkers van het imago van onzichtbare harde werkers – ook wel silent performers genoemd – tot een imago van zichtbare sociale professionals die van- uit hun hart, maar ook vanuit omschreven methoden werken aan de optimalisering van de kwaliteit van leven van velen? Er zijn vele sociaal werkers die voldoende zichtbaar zijn, maar die desondanks met allerlei methodische vragen blijken te zitten. ‘Uit welke methoden bestaat de gereed- schapskist van de sociaal werker?’ En: ‘Ik kan niet goed zeggen wat ik doe, dat maakt me onzeker; hoe kan ik mezelf beter profileren?’ Deze vragen raken ten diepste de kern van het beroep sociaal werker. Dat is te zien als sociaal werkers kennisnemen van het multimethodisch sociaalwerkmodel (MMSW) via symposia, workshops en leergangen. Er komen dan vragen als: ‘Moet je alle twintig methoden uit het multi- methodisch model onder de knie hebben?’, ‘Is counseling een grondhouding of een methode?’, ‘Welke plaats neemt het werken met metaforen in het model in?’, ‘Wat is de plaats van de oplossingsgerichte therapie in het model?’, ‘Hoe zit het emancipe- rend werken in het model?’ enzovoort. Al deze vragen hebben mij geïnspireerd bij het schrijven van dit boek. Als overtuigd pleitbezorger van het sociaal werk probeer ik met dit boek de metho- dische praktijkkracht van het sociaal werk theoretisch te onderbouwen en daarmee de profilering van het beroep te bevorderen. Een dergelijke versterking is hoognodig, gelet op de vele dreigingen vanuit bezuinigingen en van opstomende collega’s uit andere beroepsgroepen die claimen ook sociaal werk te verrichten. Hoe duidelijker de inhoud van het beroep gedefinieerd en omschreven is, des te beter deze inhoud kan worden uitgedragen. Sociaal werk staat niet overal bekend als een duidelijk om- schreven beroep. Met de ontwikkeling van het multimethodisch model probeer ik bij te dragen aan de waardering voor het beroep sociaal werker. Een helder omschreven methodiek van het sociaal werk geeft duidelijkheid over de werkpraktijk en compe- tenties van de sociaal werker. Die helderheid kan zorgen voor meer waardering voor dit beroep. Het beroep verdient deze waardering op grond van het vele werk dat soci- aal werkers al sinds het begin van de twintigste eeuw in alle uithoeken van de wereld verrichten. In de jaren 2000-2015 is het model aan alle kanten in de praktijk getoetst door sociaal werkers. De feedback die er kwam, is verwerkt in deze nieuwe, herziene druk. Het is een weldaad om als schrijver terug te horen hoe sociaal werkers zich met MMSW gesterkt voelen in hun werk. Onnodige professionele en persoonlijke onzekerheid blijkt verdwe- nen te zijn en is vervangen door trefzekerheid, inspiratie en hervonden enthousiasme in het werk. Zoals een sociaal werker aan het einde van de leergang schreef: ‘Voor mij was na de opleiding tot sociaal werker sprake van één grote methodische chaos waarin ik geen orde kon vinden. Te veel gestampt om alles erin te krijgen, maar er naar mijn eigen idee niets meer mee kunnen. Met de leergang heb ik deze methoden weer opgehaald en er veel nieuwe bijgeleerd. Leuk, leerzaam en erg duidelijk. De leergang geeft me meer orde- ning in mijn werk en maakt het mogelijk om overzichtelijker te werken. Het is me weer dui- delijk welke methoden ik wanneer kan gebruiken en ik ben me opnieuw bewust geworden van aandachtspunten, die ik meer ben gaan toepassen. Mijn Gereedschapskist zit dan ook altijd in mijn werktas. Ik pak het boek er geregeld bij en het geeft me de nodige handvatten.’ MMSW staat voor de deskundige sociaal werker die de cliënt diverse gereedschap- pen geeft om het eigen leven op orde te brengen. Vandaar dat de ondertitel luidt: ‘multimethodisch sociaal werk’; de cliënt krijgt immers van de SW’er precies de gereedschappen aangereikt die de cliënt zelf kan gebruiken om stappen vooruit te maken. Voor de Nederlandse lezers is het goed te weten dat in België de titel ‘maatschappe- lijk assistent(e)’ (Belgisch synoniem voor de beroepsmatige sociaal werker) sinds 1946 een wettelijk beschermde titel is. Een van de maatschappelijk assistenten, Kris Raem- donck (coördinatrice van een Centrum voor Algemeen Welzijnswerk in Brussel), nam in juni 2011 het initiatief voor empowerment van de maatschappelijk assistenten, zoals blijkt uit haar e-mails aan de auteur: ‘Ik kocht net uw boek en ben nu al heel blij dat dit boek er is. Ik ben maatschappelijk assis- tente, afgestudeerd in 1983 in Brussel. Ik leid al jaren stagiaires op binnen mijn werkplaats en ondervraag eindwerkstukken. Al een aantal jaren stel ik, en samen met mij vele anderen, vast dat er nog heel weinig methodische kennis wordt overgedragen tijdens de opleiding sociaal werk. Er worden heel veel visies meegegeven, maar de studenten krijgen nog onvol- doende houvast aangereikt. Dit brengt een vervaging mee van het beroep (ik noem het graag een ambacht) van maat- schappelijk assistente, als gevolg waarvan deze functies vaak ingevuld worden door cri- minologen, orthopedagogen, licentiaatpsychologen en nog meer. Het lijkt me dat uw boek absoluut deel zou moeten uitmaken van het opleidingspakket sociaal werk.’ Sindsdien zijn er heel wat ontwikkelingen geweest. Als gevolg van beraadslagingen van een geformeerde stuurgroep onder voorzitterschap van Ingeborg Winters (Brus- selse Welzijns- en Gezondheidsraad) is een jaar na de eerste e-mail (in juni 2012) de eerste introductiedag geweest over cliëntgericht multimethodisch sociaal werk, met als titel ‘Recht-op sociaal werk?! Emancipatie van de cliënt ... maar hoe emanciperen we onszelf als sociaal werkers?’ Het is als auteur goed om te zien dat de verspreiding van de ideeën uit dit boek niet alleen bijdraagt aan een steviger identiteit en imago van sociaal werk in Nederland, maar ook in België en hopelijk wereldwijd met het uitkomen van de Engelstalige ver- sie van dit boek: The social workers’ toolbox! In de eerste plaats is er in deze herziene druk een verbreding van de doelgroep van dit boek naar sociale professionals. In deze verbreding volg ik de beroepsvereniging van sociaal werkers in Nederland, die zich vanaf november 2015 de Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk (BPSW) noemt. In de tweede plaats is in deze druk sprake van een indikking van de theoretische hoofdstukken, zonder daarbij de inhoud geweld aan te doen. Negen hoofdstukken over theorie in de oude druk – voordat de methoden van de gereedschapskist aan de orde kwamen – zijn nu teruggebracht tot drie theoriehoofdstukken. Richtsnoer bij dit herschrijven en indikken was natuurlijk de feedback van studenten en docenten soci- aal werk. Maar ik liet me ook leiden door het welbekende adagium van Kurt Lewin: ‘Er is niets zo praktisch als een goede theorie.’ Dan dus liever drie theoriehoofdstukken in plaats van negen. Hopelijk kan de lezer zich vinden in deze opzet, die op praktische bruikbaarheid gericht is. In de derde plaats vond er een verandering plaats door toevoeging van de narratieve methode (een methode gericht op zingevings- en identiteitsvragen) en door de samen- voeging van twee hoofdstukken die te veel overlap vertoonden: de gezinsmethode en de familiemethode. Natuurlijk zijn daarnaast alle methodische hoofdstukken geactualiseerd. Een opval- lende actualisering is het toevoegen van het netwerkberaad als techniek bij de sociaal- netwerkmethode. Er waren eerst bezwaren om deze techniek toe te voegen, maar deze zijn inmiddels achterhaald door de praktijk. Jaren geleden werd een netwerkberaad in de vorm van Eigen Kracht Conferenties gezien als een techniek die niet door hulp- verleners toegepast zou mogen worden. In de laatste jaren is er juist meer inzet van sociaal werkers, zeker wanneer het complexe sociale netwerken betreft, in de vorm van netwerkberaad, familieberaad, community support en de meedenkbijeenkomst. Dat is begrijpelijk, nu overheden vanwege bezuinigingen meer activering willen van de bestaande sociale netwerken. Maar het is ook discutabel omdat sociaal werk geen uit- voerder is van bezuinigingsbeleid dat in ‘zoek het zelf maar uit’ kan ontaarden. Gekozen is weer voor een pragmatische volgorde, waarbij eerst praktische en metho- dische hoofdstukken de revue passeren en daarna wat abstractere thematieken. Het blijft echter goed je als lezer te realiseren dat de methodisch-instrumentele competen- ties die ruim in het boek worden beschreven, niets waard zijn zonder deze ethische, theoretische en filosofische fundering (zie ook de inleiding). Sinds 2011 zijn er heel wat ontwikkelingen geweest. Dit boek zal – zoals eerder gezegd – ook internationaal beschikbaar komen, waardoor sociaal werkers in vele landen gebruik kunnen maken van de methodische kennis die in dit boek wordt aangeboden. Voor alle eerdere drukken wil ik vooral bedanken: alle (voormalig) collega-opleiders van de opleidingen voor sociaal werk, Cornelis Numan en Henk Koetsveld (Hogeschool Rotterdam), Marcel Wijn (Hanzehogeschool Groningen), Annemiek Mellema (Hoge- school Windesheim) en Richard Groothoff (Hanzehogeschool Groningen). Bedankt voor jullie waardevolle feedback, praktisch, theoretisch en filosofisch, en dank aan Pieter Hoving en Bastiaan Jurna voor hun waardevolle meedenken. Veel instellingen, teams en opleidingen voor sociaal werk werken inmiddels vanuit MMSW. Voor de ge- geven feedback wil ik vooral ook de sociaal werkers en de leiding van twee SW-in- stellingen bedanken die inmiddels een koploperpositie innemen in Nederland van- wege hun duidelijke aanbod op sociaalwerkterrein: de Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Enschede-Haaksbergen (SMD E-H) en de SW’ers van de Rotterdamse stichting DOCK. Ook dank aan Ime van Manen, mijn uitgever, en Mirjam Blom, mijn redactiecoördinator, voor hun intensieve zorg rond mijn boeken. Mijn dochters Tessa de Mönnink en Mira de Mönnink dank ik voor het bijstaan in contractueel en pr-op- zicht en voor de blijvende aanmoediging. En last but not least gaat mijn dank uit naar Marlous Breukel, die mij steeds ter zijde stond met al haar adviezen en meedenken. Je steun in mijn monnikenwerk is van onschatbare waarde! Herman de Mönnink Groningen, voorjaar 2016