ebook img

De filosofie van mensenrechten PDF

168 Pages·2011·1.24 MB·Dutch
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview De filosofie van mensenrechten

De filosofie van mensenrechten De filosofie van mensenrechten P.B. Cliteur tweede druk Ars Aequi Libri Nijmegen 1999 Ars Aequi Cahiers Rechtstheorie deel 1 Serie Ars Aequi Cahiers Rechtstheorie: 1De filosofie van mensenrechten, P.B. Cliteur 2Het gelijkheidsbeginsel, T. Loenen 3Argumentatietheorie en recht, M. Henket 8 1999 Ars Aequi Libri, Nijmegen Behoudens uitzondering door de wet gesteld mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende(n) op het auteursrecht, (c.q. de uitgever, door de rechthebbende(n) gemachtigd namens hem (hen/haar) op te treden), niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of anderszins, hetgeen ook van toepassing is op de gehele of gedeeltelijke bewerking. De uitgeefster (uitgever) is met uitsluiting van ieder ander gerechtigd de in artikel 17, lid 2, Auteurswet 1912 en in het KB van 20 juni 1974 (Stb. 351) bedoelde vergoeding te innen en/of daartoe in en buiten rechte op te treden. ISBN 90-6916-343-8 Ontwerp omslag: Bea Oudejans Inhoudsopgave Voorwoord bij de tweede druk ...................................................................................... 8 Hoofdstuk 1 Wat zijn mensenrechten? 1.Drie benaderingen van het concept >mensenrechten= ...............................................13 2.De natuurrechtstraditie als voorloper van de traditie van mensenrechten .............16 3.Eerste kenmerk van mensenrechten: hoger recht .....................................................16 (a)Een vroege manifestatie van het natuurrechtsdenken: Antigone ...........................17 (b)Een latere manifestatie van mensenrechten: de Onafhankelijkheids- verklaring 18 4.Twee vragen over het hogere recht: bestaat het en wat heb je eraan? .....................20 5.De pogingen om de traditie van het hogere recht te effectueren .............................22 6.Tweede kenmerk van mensenrechten: gecodificeerd hoger recht ...........................23 7.Derde kenmerk van mensenrechten: rigide recht .....................................................25 8.Vierde kenmerk van mensenrechten: afdwingbaarheid voor de rechter .................29 9.De uitspraak Marbury v. Madison (1803) ..................................................................29 10.John Marshall en de federalisten ...............................................................................31 11.Het Nederlandse toetsingsverbod ............................................................................33 12.Het Algemeen Constitutioneel Patroon van de Moderne Tijd (ACP) .................34 13.Vijfde kenmerk van mensenrechten: universaliteit .................................................36 14.Vier soorten rechten ..................................................................................................36 (a)Gewone juridische rechten ........................................................................................37 (b)Mensenrechten als constitutionele rechten ..............................................................38 (c)Gewone morele rechten .............................................................................................39 (d)Mensenrechten als morele rechten die aan alle mensen toebehoren ......................40 15.Het specifieke van de na-oorlogse ontwikkeling ten aanzien van rechten ............40 Hoofdstuk 2 Cultuurrelativisme als uitdaging voor de universaliteit 1.Wat is cultuurrelativisme? ...........................................................................................43 2.De breedtegraden van Pascal.......................................................................................44 3.Het cultuurrelativisme van Montaigne ......................................................................46 4.Het cultuurrelativisme van de antropologen .............................................................47 5.De botsing tussen de antropologen en het universalisme van de mensenrechtentraditie ....................................................................................................48 6.Het cultuurrelativisme nader bepaald ........................................................................49 7.De argumentatie van cultuurrelativisten: van verscheidenheid naar norm .............50 8.De feitelijke basis van het cultuurrelativisme ............................................................51 (a)Is er werkelijk zo veel verscheidenheid? ...................................................................51 (b)Zijn er werkelijk geen universele normen? ..............................................................52 (c)Twee wegen die tot universele normen leiden .........................................................54 6 DE FILOSOFIE VAN MENSENRECHTEN 9.Het cultuurrelativisme met pragmatische criteria gewogen .....................................56 (a)Het cultuurrelativisme als ondermijning van onze kritische mogelijkheden .................................................................................................................56 (b)Is cultuurrelativisme een goede basis voor tolerantie? ............................................60 10.Tussen cultuurrelativisme en radicaal universalisme ..............................................61 Hoofdstuk 3 Multiculturalisme en mensenrechten 1.Wat is multiculturalisme? ...........................................................................................65 2.Het eerste probleem: normatief, descriptief of beide? ..............................................66 3.Het tweede probleem: de omschrijving is te ruim ....................................................67 4.Nog een gedachtenexperiment: multiculturalisme als activistisch credo ................67 5.Het derde probleem: weet de multiculturalist wát hij wil? ......................................68 6.Twee soorten multiculturalisme: modern en postmodern .......................................70 (a)Modern multiculturalisme .........................................................................................70 Grenzen aan culturele pluriformiteit ............................................................................71 Twee soorten rechten in relatie tot multiculturaliteit .................................................71 (b)Postmodern multiculturalisme .................................................................................72 7.Waarom voldoet het multicultureel toelaatbare van de democratische rechtsstaat niet? ...............................................................................................................73 8.Het wereldvreemde van het postmodern multiculturalisme ...................................74 Hoofdstuk 4 Sociale cohesie en mensenrechten 1.Leidt een cultuur van respect voor mensenrechten tot vermindering van sociale cohesie? ................................................................................................................77 2.Hoe kan in een samenleving sociale cohesie bestaan? ...............................................78 3.Wat is sociale cohesie? Het empirisch begrip ............................................................80 4.Vier gedachtenexperimenten ......................................................................................81 5.Wat is sociale cohesie? Het normatief begrip ............................................................82 6.Vier elementen van het normatief begrip van sociale cohesie ..................................83 7.Door welke factoren wordt sociale cohesie in het algemeen gevormd? ..................85 8.Natuurrecht, sociale cohesie en cultuurrecht ............................................................88 9.Mensenrechten als constitutief voor de moderne cultuur ........................................90 Hoofdstuk 5 De wet van de epigonie en ambtelijke uitingsvrijheid 1.De wet van de epigonie ...............................................................................................93 2.Aanvaringen tussen politiek en bureaucratie ............................................................94 3.Wat moet men verstaan onder `vrijheid van meningsuiting voor ambtenaren'? ...................................................................................................................97 4.Ambtelijke uitingsvrijheid en de grondslagen van een parlementaire democratie .......................................................................................................................98 5.Kan de contradictie tussen ambtelijke uitingsvrijheid en ministeriële INHOUDSOPGAVE 7 verantwoordelijkheid worden opgeheven? ................................................................. 101 6.Een rekkelijke interpretatie van de ministeriële verantwoordelijkheid ................ 101 7.Conclusie: ambtelijke uitingsvrijheid en democratie onverzoenbaar .................... 103 Hoofdstuk 6 Het conflict tussen mensenrechten en democratie 1.Een Britse en een Amerikaanse visie ........................................................................ 107 2.Het eerste conflict tussen mensenrechten en democratie: verschansing................ 110 3.Thomas Paine en Edmund Burke ............................................................................ 111 4.Het tweede conflict tussen mensenrechten en democratie: toetsing van wetten aan mensenrechten door de rechter ................................................................ 112 5.Zijn mensenrechten en democratie onverzoenbaar?............................................... 113 (a)Het semantisch antwoord: beperkte democratie als de ware democratie ..................................................................................................................... 114 (b)Het constitutionalistisch antwoord: niet de wet maar de grondwet als hoogste expressie van de volkswil .......................................................................... 118 (c)Het traditionalistisch antwoord: de brede discussie door de eeuwen heen .................................................................................................................. 123 Hoofdstuk 7 Een nadere overweging van de kritiek op mensenrechten 1.Twee soorten proliferatie. ......................................................................................... 127 (a)De culturele verandering: proliferatie van >rights-talk= .......................................... 127 (b)De constitutionele verandering: de proliferatie van constitutionele rechten 130 2.De collectieve rechten van Vasak ............................................................................. 131 3.Bezwaren tegen de tweede en tegen de derde generatie rechten ............................ 133 4.Pleidooi voor legislatieve en rechterlijke zelfbeperking ......................................... 134 (a)Rechterlijke terughoudendheid ............................................................................... 135 (b)Legislatieve terughoudendheid ................................................................................ 136 Hoofdstuk 8 De toekomst van mensenrechten 1.Mensenrechten als ontdekking ................................................................................. 139 2.Eerste geschiedenis: de genese van de vijf kenmerken van mensenrechten ........... 140 3.Tweede geschiedenis: de erkenning van de subcategorieën van Homo Sapiens ........................................................................................................................... 141 4.Derde geschiedenis: van de intrinsieke waarde van de mens naar de intrinsieke waarde van alle levende wezens? ................................................. 143 5.Speciesisme als een vorm van discriminatie. ............................................................ 146 Literatuurlijst ................................................................................................................ 149 Voorwoord bij de tweede druk Toen de redactie van de serie Cahiers van Ars Aequi mij in 1997 benaderde om een boekje te schrijven over `de filosofie van mensenrechten', heb ik over die titel enige tijd moeten nadenken. In zekere zin zou deze aanleiding kunnen geven tot misver- stand, want er is natuurlijk niet zoiets als `de' filosofie van mensenrechten. Dit boek had dan ook B en misschien zelfs beter B `een' filosofie van mensenrechten of `filosofie' van mensenrechten kunnen heten. Over mensenrechten en in ieder geval over de voorloper daarvan, het natuurrecht, wordt al eeuwenlang gefilosofeerd. Men kan op dit punt verschillende opvattingen en benaderingen onderkennen. Toch lijkt de titel om bepaalde redenen toch ook weer verantwoord en die redenen hebben de doorslag gegeven om dit boekje onder deze titel te presenteren. Wat met deze titel in ieder geval duidelijk wordt, is dat het niet gaat om een beschrijving van het positieve recht op het terrein van mensenrechten, maar om een wijsgerige benadering van het onderwerp. Wat zijn eigenlijk mensenrechten? Hoe onder- scheiden zij zich van natuurrecht? Wat is de verhouding van mensenrechten tot de idealen van rechtsstaat en democratie? Zijn mensenrechten universeel of historisch en cultureel variabel? Wat is de toekomst van mensenrechten? Bestaan er bedreigingen voor de traditie van mensenrechten? Het is echter van belang dat ik nader uiteenzet wat nu precies het wijsgérige is in de behandeling van deze vragen. Het is misschien goed meteen aan het begin te stellen dat twee verwachtingen ten aanzien van de inhoud van dit boek niet zullen worden gehonoreerd. Allereerst: in De filosofie van mensenrechten wordt géén poging gedaan de gelding van mensenrechten te funderen. Mensenrechten vormen hoger recht dat maatgevend is voor het recht van alledag en dat roept natuurlijk onmiddellijk de vraag op waaraan mensenrechten die hogere status ontlenen. Vinden mensenrechten hun basis in het streven naar vrijheid van de mens? Hebben zij te maken met de menselijke waardigheid? Vormt het ideaal van de gelijkheid de basis voor mensenrechten? Over deze vragen zijn belangrijke, exclusief wijsgerige en rechtsfilosofische verhandelingen geschreven en dit boekje heeft maar ten dele de pretentie daarmee te concurreren. Ik stel mij zoveel mogelijk (deze benadering kan nooit helemaal consequent worden volgehouden) `agnostisch' op ten aanzien van de waarden waarin het men- senrechtenconcept gefundeerd zouden zijn. Ik érken noch óntken het belang van die waarden, maar voor de wijze waarop ik het onderwerp in dit boekje behandel, plaats ik ze tussen haakjes. Een tweede verwachting die men slechts tevergeefs van het hier gepresenteerde zal koesteren, is dat het gaat om een vertoog over het belang van mensenrechten. Veel beschouwingen over mensenrechten gaan over het belang van de erkenning van mensenrechten in deze of gene context, dit of dat regime. Natuurlijk is dat belangrijk, heel belangrijk zelfs. Maar het is niet waar dit boekje over gaat. Het is een meer `academische' behandeling van het onderwerp. Niet alleen ontbreekt missionaire ijver, maar het stelt ook voortdurend onze spontane voorkeuren voor bepaalde INHOUDSOPGAVE 9 standpunten ter discussie. Tijdens lezingen over de rechten van de mens is mij regelmatig gebleken dat deze benadering bij velen gevoelens oproept als de volgende. `Waarom al dat kritiseren van mensenrechten? Mensenrechten zijn toch belangrijk? Laten we onze tijd investeren in het verwerkelijken van mensenrechten in plaats van het plaatsen van kanttekeningen bij de toepassing daarvan'. Ik erken het belang van het ijveren voor mensenrechten, maar het is niet wat in deze verhandeling gebeurt. Wat hier gebeurt, is het volgende. Ik neem een zeer specifiek concept van mensenrechten als uitgangspunt, zoals dat in de na-oorlogse discussie onder juristen en politici tot ontwikkeling is gekomen, met name in documenten als de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en latere mensenrechtenverdragen. Ik noem dat het `moderne concept van mensen- rechten'. Eerst articuleer ik de kenmerken van dat `mensenrechtenbegrip'. Het gaat hierbij om gecodificeerd hoger recht met een pretentie van universele gelding, waaraan ook de producten van de wetgever door de rechter kunnen worden getoetst. Pas wanneer ik dát begrip van mensenrechten heb omlijnd (en dat gebeurt in hoofdstuk 1), stel ik een aantal `filosofische' vragen aan de orde die zich vanzelf aandienen op het moment dat men dit mensenrechtenbegrip als richtsnoer neemt. Als eerste behandel ik de uitdaging van het cultuurrelativisme. Het relativisme staat namelijk op gespannen voet met de universaliteitspretentie van mensenrechten. Cultuurrelativisten zien het proclameren van universele standaards als een vorm van cultureel imperialisme. Geen cultuur heeft het recht een andere cultuur voor te schrijven wat men in normatieve aangelegenheden moet vinden, meent de cultuurrelativist. Mensenrechten maken inbreuk op die norm. Verdedigers van mensenrechten staan niet `tolerant' tegenover andere culturen, met andere zeden en gewoonten dan de westerse. De cultuurrelativistische kritiek zal ik afwijzen. Een tweede probleem met het modern concept van mensenrechten wordt opge- worpen door diegenen die zich `multiculturalisten' noemen. Zij kritiseren in zekere zin ook de universaliteitspretentie van mensenrechten, maar richten zich daarbij op de `binnenlandse vormgeving' daarvan. Multiculturalisten bepleiten variëteit in waarden en normen onder de groepen die binnen één cultuur leven. De hoofdcultuur mag de deelculturen niet overwoekeren. Om dat tegen te gaan wil men soms speciale collectieve rechten toevoegen aan het bestaande mensenrechtenbestand, ter bescherming van de cultuur van minderheden. Ik zal betogen dat dit niet nodig is, omdat het bestaande corpus aan mensenrechten voldoende waarborg biedt voor culturele pluriformiteit. De eerste twee vormen van kritiek op de universaliteitspretentie van mensenrech- ten worden behandeld in de hoofdstukken 2 en 3. Het vierde hoofdstuk sluit in zoverre aan bij het derde dat ook hier de individua- listische grondslag van de traditionele mensenrechtenbenadering centraal staat. Het gaat hierbij om de zorg die sommigen ventileren ten aanzien van de eroderende sociale cohesie in de westerse samenlevingen. Mensenrechten ziet men als een belangrijke factor in dat individualiserings-proces. Mensenrechten zijn immers individuele rechten; zij stimuleren een preoccupatie van het individu met het eigen welzijn en zij negeren of miskennen groepsbelangen. 10 DE FILOSOFIE VAN MENSENRECHTEN Hebben de eerste vier hoofdstukken betrekking op de problemen rond de universa- liteitspretentie van mensenrechten, de hoofdstukken 5 tot en met 7 behandelen de spanning tussen mensenrechten en democratie. Hoofdstuk 5 gaat in op de vraag in welke context mensenrechten toepasselijk zijn. Het antwoord dat op die vraag in dit boek gegeven wordt, is dat mensenrechten dienen ter bescherming van de burger tegenover de overheid. Wanneer men dát uit het oog verliest, leidt het tot desastreuze misvattingen. Zo worden mensenrechten tegenwoordig ook wel onkritisch toegepast in willekeurig elke andere verhouding waarin mensen tegenover elkaar kunnen staan. Eén van de verhoudingen die tegenwoordig veelbesproken worden, is de verhouding van de politiek gelegitimeerde bestuurder tegenover de ambtenaar. Gelden mensenrechtenrechten hier onverkort? Of worden mensenrechten in een verkeerde context geplaatst door ze hier te erkennen? Hoewel het voorstelbaar is dat mensenrechten (of grondrechten) in het algemeen door ambtenaren tegenover de overheid worden ingeroepen, geldt voor in ieder geval één grondrecht dat daarvan geen sprake kan zijn: vrijheid van meningsuiting. De erkenning van vrijheid van meningsuiting voor ambtenaren tegenover democratisch gelegitimeerde bestuurders (ministers) zou leiden tot een ondermijning van de ministeriële verantwoordelijkheid en daarmee van de parlementaire democratie. We hebben hier dus te maken met een spanning tussen mensenrechten en democratie die het best kan worden geëlimineerd door géén vrijheid van meningsuiting voor ambtenaren toe te kennen. Immers grondrechten zijn er in beginsel om burgers te beschermen tegenover de overheid, niet om de overheid (ambtenaren) te beschermen tegenover (vertegenwoordigers van) burgers (ministers). Waarschijnlijk is het hier geformuleerde standpunt impopulair en `contra-intutief'. Het roept onmiddellijk protesten op die appeleren aan het `gevoel' dat toch ook ambtenaren mensen zijn en `dus' recht hebben op mensenrechten. Niet dus wanneer het vrijheid van meningsuiting betreft. De prijs in termen van een verlies aan democratie is te hoog. Een tweede probleem dat ik aan de orde stel ten aanzien van mensenrechten en democratie, is de spanning tussen mensenrechten en democratie in het algemeen. De tweede spanning tussen mensenrechten en democratie is in zoverre fundamenteler dan de in hoofdstuk 5 besprokene, dat deze tweede spanning voortvloeit uit de wijze waarop het modern concept van mensenrechten is omlijnd. Men kan het ook als volgt stellen: de spanning tussen mensenrechten en democratie vloeit logisch voort uit het idee van een rigide constitutie en de erkenning van rechterlijke toetsing als onderdeel van het moderne mensenrechtenconcept. Immers, alleen als men mensenrechten omlijnt als subjectieve rechten, ontleend aan hoger recht, die een toetsingsgrondslag vormen voor de rechter, doet zich de spanning van mensenrech- ten en democratie als probleem voor. Een oplossing voor de hier gesignaleerde spanning zou natuurlijk zijn het afschaffen van het rechterlijk toetsingsrecht. Dat is echter niet de weg die hier wordt bewandeld. Het rechterlijk toetsingsrecht heeft de mensenrechtentraditie een enorme praktische relevantie gegeven die B mits goed toegepast B van grote betekenis is. Het zal dus gaan om een bezinning op de juiste toepassing van het toetsingsrecht. We kunnen de spanning tussen mensenrechten en democratie verzachten door de hoeveelheid hoger

Description:
Antigone is voor het recht en de geschiedenis van de mensenrechten in het bijzonder An Interdisciplinary and Multicultural Introduction, Mayfield.
See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.