ebook img

De effecten van de steunmaatregelen aan de banken op de overheidsfinanciën PDF

67 Pages·2010·1.6 MB·Dutch
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview De effecten van de steunmaatregelen aan de banken op de overheidsfinanciën

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2009 – 2010 De effecten van de steunmaatregelen aan de banken op de overheidsfinanciën Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de Bedrijfseconomie Saskia De Leeuw onder leiding van Prof. Dr. Rudi Vander Vennet 1 PERMISSION Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of gereproduceerd worden, mits bronvermelding. Saskia De Leeuw 2 WOORD VOORAF In dit dankwoord wil ik enkele mensen mijn dank betuigen voor hun steun bij het tot stand komen van deze masterproef. In de eerste plaats gaat mijn dank uit naar mijn promotor Prof. Dr. Rudi Vander Vennet, die mij de onontbeerlijke hulp en het nodige advies verleende om dit werk tot een goed einde te brengen. Tenslotte ook een woord van dank voor mijn ouders en vrienden omwille van hun steun en aanmoedigingen. 3 INHOUDSTAFEL I. INLEIDING II. DE WERELDWIJDE FINANCIËLE EN ECONOMISCHE CRISIS 1. Ontstaan 1.1 Overvloed aan liquiditeit 1.2 Moral hazard en financiële innovatie 1.3 Instorting van de Amerikaanse huizenmarkt 1.4 Micro-economische oorzaken 2. Maatregelen ter ondersteuning van de financiële sector 2.1 Het Eurosysteem 2.2 De nationale overheden III. DE BELGISCHE FINANCIËLE SECTOR IN MOEILIJKHEDEN 1. Structuur van de Belgische financiële sector 2. Stand van zaken: naar een dieptepunt in 2008 2.1 Fortis 2.2 Dexia 2.3 KBC 2.4 Ethias 3. De overheid grijpt in 3.1 Kapitaalinjecties en kredietverleningen 3.2 Waarborgen IV. DE OVERHEIDSFINANCIËN 1. Financiering van de steunoperaties 1.1 Financieringsbehoeften 1.2 Financieringsmiddelen 2. Schuldgraad 3. Vorderingensaldo 4. Secundaire markt van overheidsobligaties 5. Staatssteun aan de financiële sector: de eurozone 6. Houdbaarheid en sanering 6.1 De overheid 6.2 De financiële sector V. BESLUIT VI. BIBLIOGRAFIE BIJLAGEN 4 GEBRUIKTE AFKORTINGEN ABS: Asset Backed Security BBP: Bruto Binnenlands Product BTB: Belgian Treasury Bill CBFA: Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen CDO: Collateralized Debt Obligation CDS: Credit Default Swap CEO: Chief Executive Officer EC: Europese Commissie ECB: Europese Centrale Bank ELA: Emergence Liquidity Assistance ESA: European System of Accounts EU: Europese Unie FPB: Federaal Planbureau FPIM: Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij FOD: Federale Overheidsdienst FSA: Financial Security Assurance HRF: Hoge Raad van Financiën IFRS: International Financial Reporting Standards IMF: Internationaal Monetair Fonds MBS: Mortgage-Backed Security NBB: Nationale Bank van België NFS: Netto te Financieren Saldo OLO: Obligation Linéaire – Lineaire Obligatie ROE: Return on Equity SPV: Special Purpose Vehicle 5 I. INLEIDING De val van Lehman Brothers was de escalatie van de financiële beroering die zich vanaf medio 2007 ontwikkelde op de Amerikaanse markten. De gevolgen waren desastreus en beperkten zich niet tot de Verenigde Staten alleen. De internationale verstrengeling van de financiële markten zorgde ook voor problemen bij partijen die veraf stonden van de moeilijkheden op de Amerikaanse vastgoedmarkt en ook België bleef niet gespaard. De financiële sector is een belangrijke peiler van de Belgische economie en wordt getypeerd door hoge concentratie. Het faillissement van één van de vier systeembanken, waarvan drie naar Belgisch recht, zou onherroepelijke schade toebrengen aan de ganse economie. Om die reden heeft de regering Leterme beslist om Fortis, Dexia, KBC en ook verzekeraar Ethias bij te staan tijdens de financiële crisis. De kapitaalinjecties en de waarborgen hadden tot doel de kapitaalbasis van de instellingen te verstevigen en de toegang tot de interbankenmarkt veilig te stellen. De weerslag die deze omvangrijke steunoperaties hebben op de overheidsfinanciën vormt het onderwerp van dit proefschrift. De evolutie van de schuldgraad en het vorderingensaldo staan hierin centraal. Het cijfermateriaal in verband met de steunoperaties waarop deze studie is gebaseerd komt hoofdzakelijk uit publicaties van de Hoge Raad van Financiën en de Nationale Bank van België alsook uit de verslagen van de financiële instellingen. Om de evolutie van de overheidsfinanciën te schetsen en de impact van de kapitaaloverdrachten naar de financiële sector af te bakenen, werden verschillende jaarrapporten van het Agentschap van de Schuld, de ECB en andere organen met elkaar vergeleken. Er dient op gewezen te worden dat de focus van deze studie ligt op het beleid dat uitgaat van de federale overheid. De evolutie van de schuld van de gezamenlijke overheid wordt bijgevolg verklaard door de financieringsbehoeften van de federale niveau die het gevolg zijn van de talrijke tegemoetkomingen aan de financiële sector. Dit valt te rechtvaardigen door de vaststelling dat de federale overheid verantwoordelijk is voor het absolute merendeel van de steunverlening en voor het overgrote aandeel in de samenstelling van de gezamenlijke overheidsschuld. De verschillende bedragen afkomstig van de regionale overheden worden vermeld voor de volledigheid, maar hun financiering en hun invloed op de afzonderlijke gewestbegrotingen, de gezamenlijke overheidsschuld en het vorderingensaldo worden hier niet ter studie genomen. 6 De structuur van dit proefschrift is drieledig. In het eerste hoofdstuk wordt ingegaan op de verschillende fenomenen die aan de basis liggen van het uitbreken van de crisis en de verschillende maatregelen die daarop genomen werden door het Eurosysteem en de nationale overheden. Hoofdstuk II spitst zich vervolgens toe op ontwikkelingen op Belgisch grondgebied en overloopt de benarde situatie van de financiële instellingen die gered werden door de overheid. Daarna worden de verschillende steunmaatregelen per bank afzonderlijk bestudeerd en berekend. Het laatste hoofdstuk behandelt de specifieke effecten die de totale overheidssteun gehad hebben op de overheidsfinanciën in 2008 en 2009. De evolutie van de schuldgraad en het vorderingensaldo staan hierbij centraal. Het beleid dat werd gevoerd door de Belgische regering wordt nadien gekaderd binnen de eurozone en bedenkingen in verband met houdbaarheid en sanering sluiten dit proefschrift af. 7 II. DE WERELDWIJDE FINANCIËLE EN ECONOMISCHE CRISIS 1. Ontstaan 1.1 Overvloed aan liquiditeit Een belangrijke factor in het ontstaan van de crisis was de lage rente en de hiermee gepaard gaande expansieve kredietverlening in de Verenigde Staten in de jaren voor het uitbreken van de crisis. De daling van de spaarquote bij de Amerikaanse gezinnen deed het tekort op de betalingsbalans van de VS oplopen. Dit veroorzaakte een kapitaalinstroom uit de opkomende economieën, waaronder in de eerste plaats China, die aanzienlijke overschotten lieten optekenen. Zij investeerden hun reserves in Amerikaanse dollar waardoor de geldhoeveelheid in Amerika opliep (NBB, 2009). Deze aangroei van liquiditeiten resulteerde in een lage rente zowel op korte als lange termijn, wat verder werd aangemoedigd door het lage rentebeleid van de Federal Reserve. Door de recessie in 2001 ontstond de vrees voor een langdurige vertraging van de economische activiteit die de Fed ertoe aanzette de rente op een laag niveau te houden (FPB, 2009b). Tussen januari en december 2001 verlaagt de Amerikaanse Centrale Bank geleidelijk zijn discontovoet, die in twaalf maanden daalt van 6,5% tot 1,75%. Vervolgens blijft hij tussen 2002 en eind 2004 onder de 2%. Deze lage rente is ook het gevolg van lage risicopremies op financiële activa omdat de wereldeconomie op dat moment zich in een stabiele fase bevindt en beleggers meer risico’s durven nemen. Dit leidt tot nog meer kredietverlening (in het bijzonder hypothecaire kredieten) en tot een grotere financiële hefboom die de Amerikaanse economie ten goede komt. Gezinnen met lage inkomens worden aangemoedigd hypothecaire (subprime)leningen aan te gaan om een woning te kopen. Dit type lening wordt met variabele rentevoet verdertienvoudigd tussen 2000 en 2006 (Bellot, Coëme, De Croo, Van der Auwera & Collas, 2009, p.41). Men hield in dit verband meer rekening met de stijgende prijzen op de vastgoedmarkt (sedert eind de jaren ’90 tot 2005 kenden de vastgoed prijzen in de VS een positieve evolutie) en minder met het risicoprofiel van de kredietnemers. 1.2 Moral hazard en financiële innovatie De financiële moeilijkheden uit het verleden gaven aanleiding tot hervormingen die de banksector beter bestand moesten maken tegen eventuele nieuwe schokken op de markten. Met dit doel werd op het einde van de jaren ‘90 de Europese Centrale Bank opgericht die zou optreden als “lender of last resort”. Deze werd echter beschouwd als een soort verzekering die 8 de banken aanzette tot het nemen van grotere risico’s. Daarbij kwam dat het paradigma van de “efficiënte markten” heel erg populair werd bij bankiers die het gebruikten als argument in het kader van de deregulering van de financiële sector, die haar hoogtepunt kende met de afschaffing van de “Glass-Steagall act1” in ’99 (EC, 2009). Deze deregulering had tot gevolg dat de banken een erg grote leverage aanhielden en op zoek gingen naar winstgevende beleggingen voor deze talrijke extra middelen (FPB, 2009b). Ook andere investeerders werden aangetrokken door beleggingen voorzien van hoge rendementen en dito risico’s door het heersende klimaat van hoge liquiditeit en lage rente. Aldus ontstond er een wildgroei aan nieuwe financiële instrumenten die gecreëerd werden met het oog op hogere opbrengsten. Hypothecaire leningen werden opgedeeld, herverpakt en zo getransformeerd tot asset backed securities (ABS) en collateralized debt obligations (CDO) die via special purpose vehicles (SPV’s) verhandeld en uit de balans gehouden werden (De Larosière, 2009). Op die manier werden risicovolle producten op basis van Amerikaanse rommelhypotheken over wereldwijde banksysteem verspreid. Het effectiseren van hypothecaire kredieten heeft als voordeel dat zich men kan ontdoen van risicovolle leningen en men dus geen incentive heeft om potentiële debiteuren te screenen op hun terugbetalingscapaciteit. De best in de markt liggende onderliggende waarde is immers de hypothecaire schuldvordering, bij voorkeur als ze betrekking heeft op een woning (Bellot et al., p.44). Dit “originate-to-distribute”-model nam de plaats in van het “originate and hold”-model dat eigen was aan de financiële bemiddelingsactiviteit en ontwikkelde zich alsmaar meer door de grote vraag naar dergelijke producten die een hoog rendement koppelden aan een op het eerste zicht laag risico. Dit ogenschijnlijk lage risico wordt in de hand gewerkt door de populaire techniek van “repackaging” die een goede dosis diversificatie van het risico garandeert maar waardoor de herkomst van de verkochte financiële producten onmogelijk te achterhalen wordt en men dus niet meer in staat is het risico correct in te schatten. Bovendien stelde men een blind vertrouwen in het kwaliteit van de ratingbureaus die allerminst zuinig waren in het toekennen van AAA-ratings (ECB, 2009b). Vanwege de hevige concurrentie binnen de financiële sector moedigde het bezoldigingssysteem aan grotere risico’s te nemen en ook de traditionele spaarbanken namen deel aan de handel in de risicovolle, gestructureerde producten. De verspreiding van deze herverpakte leningen vergrootte de leverage binnen het financiële systeem op alsmaar intensievere wijze. De gemiddelde balanswaarde in de financiële sector nam exponentieel toe en er ontstond een grote kloof tussen het rendement op kapitaal in de financiële sector en het rendement in de reële economie. Investeerders en financiële 1 De “Glass-Steagall act” uit 1933 regelde de splitsing van commerciële en zakenbanken naar aanleiding van de financiële moeilijkheden uit die periode. 9 instellingen werden dus zeer kwetsbaar voor waardeverminderingen op activa (De Larosière, 2009). Grafiek: Balanstotalen van Europese financiële instellingen Bron: Bloomberg 1.3 Instorting van de Amerikaanse huizenmarkt De moeilijkheden beginnen wanneer medio 2004 de inflatie opduikt en de Federal Reserve de rente liet stijgen van 1% tot 5,25%. Dit miste zijn effect niet op de subprime-leningen met variabele rentevoet die de laatste jaren veelvuldig toegekend werden: het aantal wanbetalingen neemt toe in de loop van 2005 en plots werd het duidelijk dat er te weinig aandacht was besteed aan het bedenkelijke risicoprofiel van de debiteuren. De risicopremies op de gestructureerde effecten die door deze rommelhypotheken gedekt werden, stijgen pas begin 2007 (NBB, 2009b). Bovendien herzagen de rating agencies hun waarderingsmethodologie en pasten hun rating voor deze instrumenten aan in de negatieve zin waardoor de verhandelde volumes steeds kleiner werden en verscheidene financiële instellingen in moeilijkheden kwamen bij gebrek aan liquide middelen. In een mum van tijd kwamen er berichten over grote verliezen bij hedge funds en liquiditeitsproblemen bij de Amerikaanse investeringsbank Bear Stearns en ook de hypothecaire herfinancieringsmaatschappijen Fannie Mae en Fredie Mac alsook de grootste verzekeraar ter wereld AIG bleven niet gespaard. Het hoogtepunt was echter het faillissement van de prestigieuze bank Lehman Brothers, de op drie na grootste in de VS (Agentschap van de Schuld, 2009). Door de wereldwijde verspreiding van gestructureerde financiële producten beperkten deze moeilijkheden zich niet tot de VS alleen. Ook de Europese 10

Description:
bij hedge funds en liquiditeitsproblemen bij de Amerikaanse investeringsbank Bear Stearns en ook de hypothecaire herfinancieringsmaatschappijen Fannie Mae en Fredie Mac alsook de grootste verzekeraar ter wereld AIG bleven niet gespaard. Het hoogtepunt was echter het faillissement van de
See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.