Het is vrijdag, voorlopig de laatste werkdag van rechercheur De Cock (met ceeooceekaa). Maandag begint zijn vakantie, gedwongen. Zijn commissaris heeft hem verboden nog langer vakantiedagen op te sparen. In de recherchekamer zit Dick Vledder, zijn jeugdige assistent, er nogal verslagen bij. Zijn vriendin, Adelheid, is aan een acute blindedarmontsteking geopereerd. Door de zorgen is het nieuws hem volledig ontgaan. Van De Cock hoort hij van de moord op Alexander de Rijke, een charismatisch man met grootse plannen die vele volgelingen achter zich heeft geschaard. De Cock is geschokt door de moord. Aanvankelijk heeft hij geen zin om zich er beroepsmatig in te verdiepen. ‘Moorden op bekende en populaire mensen geven altijd veel rompslomp.’ Maar de eerste van een rij personen die de hulp van de oude rechercheur van bureau Warmoesstraat in deze zaak inroepen, staat al voor zijn bureau. De Cock wordt gepijnigd door de vraag wat het motief voor de moord kan zijn. Werd De Rijke gechanteerd? Was het een moord in opdracht? Steekt er een complot achter of heeft de milieubeweging er iets mee te maken? De dader is praktisch op heterdaad betrapt. Het moordwapen is gevonden en er zijn voldoende getuigen. Een fluitje van een cent? **