Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2016-2017 De bescherming van beleggers tegen complexe en risicovolle financiële instrumenten Masterproef van de opleiding ‘Master in de rechten’ Ingediend door Claeys Eva (studentennummer: 01207655) Promotor: Prof. Reinhard Steennot Commissaris: Callens Evariest WOORD VAN DANK Waar ik vijf jaar geleden mijn eerste stappen waagde aan de Gentse Rechtenfaculteit, leg ik nu de laatste hand aan mijn Masterproef. Vijf jaren vlogen voorbij waarbij leerrijke ervaringen werden opgedaan, vriendschappen gesmeed en onvergetelijke momenten werden beleefd. Deze Masterproef vormt dan ook in principe het sluitstuk van mijn carrière als rechtenstudent aan Universiteit Gent. Graag zou ik professor Steennot willen bedanken om mij de mogelijkheid te bieden dit interessante onderwerp te behandelen. Als promotor stond hij altijd klaar om mijn vragen te beantwoorden en deinsde hij er niet voor terug mijn Masterproef na te lezen en mij te verzorgen van de nodige feedback. Ook wil ik graag mijn ouders bedanken voor hun onaflatende steun en om mij te stimuleren het beste te geven van mezelf. Zelf een tijdelijke verhuis naar Parijs in het kader mijn Erasmus uitwisseling ontbrak er niet aan. Ook mijn grote zus verdient een woord van dank voor het nalezen van mijn Masterproef en voor de vele aanmoedigende berichtjes. Mijn vrienden verdienen zeker ook een vermelding in dit dankwoord. Stijn, Cara, Jarno, Valerie, Kasper, en Sam ook jullie zou ik graag bedanken voor de vele steun bij het schrijven van deze Masterproef en de mooie momenten die we samen hebben beleefd. Ik denk dat we met onze vele verhalen nog een tijdje zoet zullen zijn om met plezier terug te denken aan deze onvergetelijke tijd. Gent, 10 mei 2017 Eva Claeys INHOUDSTAFEL WOORD VAN DANK INLEIDING DEEL I: BEGRIPPENKADER ....................................................................................... - 1 - Hoofdstuk I: Situering ........................................................................................................ - 1 - Hoofdstuk II: De beschermde persoon .............................................................................. - 2 - Afdeling I: De Consument .................................................................................................. - 2 - 1) Begripsomkadering in de Wet Marktpraktijken en Consumentenbescherming ................................. - 2 - 2) Begripsomkadering in het Wetboek Economisch Recht .................................................................... - 2 - Afdeling II: De Retailbelegger ........................................................................................... - 3 - Hoofdstuk III: Complexe financiële instrumenten .......................................................... - 4 - Afdeling I: Ontstaan van het begrip en legislatieve invulling ......................................... - 4 - Afdeling II: Begripsinvulling door de FSMA ................................................................... - 6 - 1) Het vrijwillig Moratorium ................................................................................................................. - 6 - 2) De product bans ................................................................................................................................. - 7 - DEEL II: DE BESCHERMING VAN DE BELEGGER DOOR INFORMATIEVERPLICHTINGEN ................................................................................. - 9 - Hoofdstuk I : Informatieverplichtingen in het consumentenrecht ................................. - 9 - Afdeling I: Van WHPC naar WER .................................................................................. - 9 - 1) Toepassingsgebied van de WHPC en de WMPC .............................................................................. - 9 - Algemeen ............................................................................................................................................... - 9 - De WMPC als lex generalis ten aanzien van de sectorale financieelrechtelijke regels? ...................... - 10 - Het Citibankarrest: enkele vraagstukken definitief beslecht ................................................................ - 10 - 2) Toepassing van het Wetboek Economisch Recht ............................................................................ - 11 - De moeilijke invulling van het begrip “financiële diensten” ............................................................... - 11 - Bepalingen in Boek VI die door de Koning niet van toepassing werden verklaard op bepaalde categorieën van financiële diensten. .................................................................................................... - 12 - De moeilijke verhouding tussen de bepalingen in Boek VI en de sectorale financiële regelgeving .... - 13 - Afdeling II De verhouding van de bepalingen van Boek VI ten opzichte van de MiFID- richtlijn ............................................................................................................................... - 15 - De informatieverplichtingen in Boek VI versus de “inform your customer” plicht in de MiFID- richtlijn ............................................................................................................................................ - 15 - Algemeen ............................................................................................................................................. - 15 - Misleiding door omissie ....................................................................................................................... - 17 - Sanctionering van oneerlijke handelspraktijken in het WER versus MiFID ........................................ - 18 - Bijzonder vraagstuk: onrechtmatige bedingen versus MiFID ............................................................. - 19 - a) Algemeen ................................................................................................................................ - 19 - b) Standpunt van de FSMA ......................................................................................................... - 20 - Hoofdstuk II: Informatieverplichtingen in de sectorspecifieke wetgeving .................. - 22 - Afdeling I : Van ISD naar MiFID .................................................................................... - 22 - Afdeling II: Het toepassingsgebied van de MiFID-richtlijn .......................................... - 23 - 1) Het toepassingsgebied ..................................................................................................................... - 23 - het personeel toepassingsgebied .......................................................................................................... - 23 - a) De verstrekker van beleggingsdiensten ................................................................................... - 23 - 1. Vergunningsvoorwaarden ................................................................................................... - 23 - 2. Bedrijfsuitoefeningsvoorwaarden ....................................................................................... - 24 - b) De ontvanger van beleggingsdiensten ..................................................................................... - 25 - Het materieel toepassingsgebied van de MiFID-Richtlijn ................................................................... - 27 - Het temporeel toepassingsgebied ......................................................................................................... - 28 - Het territoriaal toepassingsgebied ........................................................................................................ - 28 - a) De verstrekker van beleggingsdiensten ................................................................................... - 28 - b) De ontvanger van beleggingsdiensten ..................................................................................... - 30 - 2) De gedragsregels.............................................................................................................................. - 30 - De zorgplicht of loyauteitsbeginsel ...................................................................................................... - 30 - “Inform your customer” ....................................................................................................................... - 31 - a) Algemene verplichting artikel 27§2 Wet Financieel Toezicht ................................................ - 31 - b) De informatieplicht in artikel 27§3 Wet Financieel Toezicht ................................................. - 33 - De informatie moet “tijdig” verstrekt worden .................................................................... - 34 - Wijze waarop de informatie verstrekt dient te worden ....................................................... - 35 - “Know your customer” of de ken-uw-cliënt verplichting .................................................................... - 35 - a) Het inwinnen van informatie................................................................................................... - 35 - b) De Geschiktheidsbeoordeling of suitabilitytest....................................................................... - 37 - Financiële draagkracht ........................................................................................................ - 38 - Kennis en ervaring van de cliënt ........................................................................................ - 39 - Resultaat geschiktheidsbeoordeling.................................................................................... - 40 - De passendheidsbeoordeling of appropriateness test ........................................................................... - 40 - a) Kennis en ervaring van de cliënt ............................................................................................. - 41 - b) Tijdstip passendheidsbeoordeling ........................................................................................... - 41 - c) Uitzonderingen en matiging van de passendheidsbeoordeling ............................................... - 41 - d) Resultaat passendheidsbeoordeling ......................................................................................... - 42 - e) Uitzonderingen op de ken-uw-cliënt verplichting ................................................................... - 42 - 3) De privaatrechtelijke werking van MiFID ...................................................................................... - 43 - Afdeling II: MiFID-II en MIFIR ..................................................................................... - 45 - 1) Achtergrond en doelstellingen ......................................................................................................... - 45 - 2) Procedure en inwerkingtreding ........................................................................................................ - 45 - 3) Toepassingsgebied ........................................................................................................................... - 46 - Beleggingsdiensten en nevendiensten .................................................................................................. - 46 - Cliëntenclassificatie ............................................................................................................................. - 47 - 4) De gedragsregels.............................................................................................................................. - 47 - De zorgplicht ........................................................................................................................................ - 48 - Informatieplicht (inform your customer) ............................................................................................. - 48 - a) Informatie over de aard van het beleggingsadvies .................................................................. - 48 - b) Informatie over de financiële instrumenten, de voorgestelde beleggingsstrategieën en de risico’s verbonden aan de belegging ................................................................................................................ - 49 - c) Informatie over de kosten en bijhorende lasten ...................................................................... - 50 - Ken-uw-cliënt verplichting (know your customer) .............................................................................. - 51 - a) De geschiktheidsbeoordeling .................................................................................................. - 51 - b) De passendheidsbeoordeling ................................................................................................... - 52 - 5) Privaatrechtelijke werking van de gedragregels in MiFID-II .......................................................... - 54 - Hoofdstuk III: de tendens naar minder omvangrijke informatieverstrekking: de samenvatting van het prospectus en het UCITS-KIID .................................................. - 56 - Afdeling I: De samenvatting van het prospectus ............................................................ - 56 - Toepassingsgebied van de prospectuswet ............................................................................................ - 56 - De samenvatting van het prospectus ................................................................................................... - 59 - a) Inhoud en de vorm van de samenvatting................................................................................. - 59 - b) Toekomstperspectieven ........................................................................................................... - 60 - Afdeling II: Het document essentiële beleggersinformatie in de ICB-wet of UCITS- KIID………………………………………………………………………………………- 60 - Hoofdstuk IV : De tendens naar transversale informatieverstrekking: het PRIIP’s KID en de (verplichte) informatiefiche in het Transversaal KB ........................................... - 62 - Afdeling I: Het PRIIP’s essentiële – informatiedocument of PRIIP’s KID ................. - 62 - 1) Achtergrond van het PRIIP’s project ............................................................................................... - 62 - 2) Het toepassingsgebied van de PRIIPS-verordening ........................................................................ - 65 - 3) Het essentiële-informatiedocument of KID ..................................................................................... - 67 - Algemeen ............................................................................................................................................. - 67 - Inhoud en vorm van het essentiële-informatiedocument ..................................................................... - 67 - Verstrekken van het essentiële-informatiedocument ........................................................................... - 70 - a) Verantwoordelijkheid ............................................................................................................. - 70 - b) Wijze ....................................................................................................................................... - 70 - c) Tijdstip .................................................................................................................................... - 70 - 4) Aansprakelijkheid van de PRIIP- ontwikkelaar ............................................................................... - 71 - Afdeling II: De informatiefiche in het Transversaal Koninklijk Besluit ..................... - 72 - 1) Achtergrond en doelstellingen…………………………………………………..............................…..-72- 2) Toepassingsgebied van het Transversaal KB ....................................................................................... - 73 - 3) De verplichte informatiefiche .............................................................................................................. - 76 - Inhoud en vorm .................................................................................................................................... - 76 - a) Algemeen ................................................................................................................................ - 76 - b) Het risicolabel ......................................................................................................................... - 77 - Opstellen en verstrekken van de verplichte informatiefiche aan de niet-professionele cliënt .............. - 78 - a) Verantwoordelijke voor het opstellen van de verplichte informatiefiche ............................... - 78 - b) Het verstrekken van de verplichte informatiefiche aan de niet-professionele cliënt ............... - 79 - Goedkeuring van de verplichte informatiefiche door de FSMA .......................................................... - 79 - 4) De vrijwillige informatiefiche ............................................................................................................. - 80 - DEEL III: PRODUCTTOEZICHT ALS BESCHERMINGSTECHNIEK .......................... - 81 - Hoofdstuk I: Naar een uitgebreide regelgevende bevoegdheid voor de FSMA ........... - 81 - Afdeling I: Het Moratorium op de commercialisering van bijzonder ingewikkelde gestructureerde producten ............................................................................................... - 83 - 1) Achtergrond ..................................................................................................................................... - 83 - Toepassingsgebied ............................................................................................................................... - 84 - a) Commercialisering .................................................................................................................. - 84 - b) Distributeur ............................................................................................................................. - 85 - c) Gestructureerde producten ...................................................................................................... - 85 - d) Retailbelegger ......................................................................................................................... - 88 - 2) Niet-naleving van het Moratorium .................................................................................................. - 88 - Afdeling II: De product bans ........................................................................................... - 89 - 1) Achtergrond ..................................................................................................................................... - 89 - 2) De eerste product ban ...................................................................................................................... - 89 - Achtergrond ......................................................................................................................................... - 89 - Toepassingsgebied ............................................................................................................................... - 90 - 3) De tweede product ban .................................................................................................................... - 92 - Achtergrond ......................................................................................................................................... - 92 - Toepassingsgebied ............................................................................................................................... - 92 - a) Consumenten .......................................................................................................................... - 92 - b) Afgeleide instrumenten ........................................................................................................... - 93 - c) Commercialisering .................................................................................................................. - 94 - 4) Niet-naleving ................................................................................................................................... - 94 - Hoofdstuk II: Producttoezicht in het kader van MiFID II en MIFIR ......................... - 95 - Afdeling I: Achtergrond ................................................................................................... - 95 - Afdeling II: Productgoedkeuring in MiFID-II ............................................................... - 95 - 1) Richtlijnen voor productontwikkelaars ............................................................................................ - 96 - 2) Richtlijnen voor productdistributeurs .............................................................................................. - 97 - Afdeling II: Productinterventie ....................................................................................... - 98 - 1) Productinterventie in MiFIR ............................................................................................................ - 98 - Interventiebevoegdheden van ESMA en EBA ..................................................................................... - 98 - Interventiebevoegdheden van de nationale autoriteiten ....................................................................... - 99 - 2) Productinterventie in MiFID-II ...................................................................................................... - 102 - Hoofdstuk III: Productinterventie in de PRIIP’s Verordening ................................. - 102 - Afdeling I : Productinterventie door EIOPA ............................................................... - 102 - Afdeling II: Productinterventie door de bevoegde autoriteiten .................................. - 104 - DEEL IV: Kritisch onderzoek: Informatieverplichtingen en producttoezicht als beschermingstechnieken ................................................................................................. - 105 - Afdeling I: Het informatieparadigma .......................................................................... - 105 - 1) Kritiek op de omvang en begrijpelijkheid van de verstrekte informatie ........................................ - 106 - 2) Tendens naar minder omvangrijke en meer begrijpelijke informatie ............................................ - 108 - Afdeling II: Producttoezicht ........................................................................................... - 109 - 1) Een op nationaal niveau gegroeide praktijk ................................................................................... - 109 - 2) Productbans een tweesnijdend zwaard? ........................................................................................ - 110 - DEEL V: CONCLUSIE .............................................................................................. - 112 - BIBLIOGRAFIE INLEIDING 1. In tijden van lage interesten, mooi weer op aandelenbeurzen en de lastige zoektocht naar enige vorm van rendement, lijkt de overstap naar de financiële markt geen brug te ver. De consument die zich meer en meer op beleggersvoeten begeeft, richt zicht tot de financiële markt op zoek naar een hoger rendement dan wat de traditionele spaarrekening hem kan bieden. Door beleggingsondernemingen wordt gretig ingespeeld op deze vraag naar renderende beleggingen door het aanraden van complexe financiële instrumenten. Waar dergelijke instrumenten voorheen louter bestemd waren voor professionele beleggers, vinden we ze hedendaags meer en meer terug in de beleggingsportefeuille van de niet-professionele belegger. De praktijk leert evenwel dat dergelijke beleggers vaak weinig inzicht hebben in de werking van complexe producten laat staan een goed begrip hebben van de eraan verbonden risico’s. Hoog tijd aldus voor een onderzoek naar de bescherming van de belegger tegen dergelijke risicovolle en complexe financiële instrumenten. 2. Deze masterproef is opgebouwd uit vijf delen en vertrekt vanuit drie centrale onderzoeksvragen. De eerste onderzoeksvraag peilt naar het huidige regelgevend kader inzake informatieverplichtingen als techniek ter bescherming van de belegger. Hierbij wordt eveneens gewag gemaakt van een aantal actuele tendensen op het niveau van de beleidsvoering die het Europese en Belgische rechtslandschap kleuren. De tweede centrale onderzoeksvraag tracht het huidig kader van producttoezicht als beschermingstechniek in kaart te brengen. Tot slot wordt in de derde onderzoeksvraag een kritisch onderzoek gevoerd naar de informatieverplichtingen en producttoezicht als technieken ter bescherming van de belegger. In het eerste deel van deze masterproef worden een aantal kernbegrippen toegelicht. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de beschermde persoon en de complexe financiële instrumenten. 3. In het tweede deel van deze masterproef wordt onderzoek gedaan naar informatieverplichtingen als techniek ter bescherming van de belegger. Dit tweede deel wordt opgesplitst in vier kleinere onderzoeksvragen die in respectievelijk hoofdstuk 1 tot hoofdstuk 4 aan bod komen. De retailbelegger die tevens een consument kan zijn in de zin van het Wetboek van Economisch Recht kan de bescherming die hem wordt geboden in consumentenrecht en de sectorspecifieke wetgeving cumuleren. In het eerste hoofdstuk wordt dan ook nagegaan welke bescherming de consument- belegger geniet op basis van het Wetboek Economisch Recht. Hierbij wordt eveneens een korte zijsprong gemaakt naar de sectorale MiFID en in welke mate zij de verplichtingen opgenomen in het Wetboek Economisch recht aanvult dan wel beperkt. In het tweede hoofdstuk wordt een onderzoek gedaan naar het sectorale regelgevend kader inzake beleggersbescherming. De bekende MiFID- richtlijn en de op tilde zijnde inwerkingtreding van MiFID-II worden er verder toegelicht. In het derde en vierde hoofdstuk volgt een bespreking van de hierboven genoemde actuele tendensen binnen het kader van informatieverstrekking. In hoofdstuk drie wordt nagegaan hoe de Europese regelgever invulling geeft aan het principe van “less is more” of de tendens naar minder omvangrijke informatieverstrekking. De samenvatting van het prospectus en het UCITS-KIID vormen hiervan mooie illustraties. Tot slot wordt in het vierde hoofdstuk de tendens naar meer horizontale transversale informatieverstrekking besproken waarbij het op til zijnde PRIIP’s KID en de verplichte informatiefiche in het Transversaal Koninklijk Besluit nader worden toegelicht. 4. In het derde deel van deze masterproef wordt producttoezicht en de mogelijkheid tot productinterventie in de retailmarkt als beschermingstechniek onder de loep genomen. 5. In het vierde deel wordt nagegaan in welke mate informatieverplichtingen en producttoezicht als beschermingstechnieken bijdragen tot een betere bescherming van de belegger. Hierbij wordt onder meer onderzoek gedaan naar volgende vragen : in welke mate resulteren de toegenomen informatieverplichtingen in een informationoverload en in hoeverre dragen zij effectief bij tot betere beleggingsbeslissingen? 6. In het vijfde deel wordt tenslotte een conclusie aangereikt waarin de belangrijkste bevindingen uit mijn onderzoek kunnen teruggevonden worden.
Description: