Conny Coll is nog een jonge woudloper als de grote strijd tussen de Engelse en Franse troepen aan de Black River ontbrandt. Tegelijkertijd laait ook de strijd op tussen de Indianenstammen, die in het gebied van de Black River hun wigwams hebben. De Ogallala’s, Pentla’s en Seneca’s enerzijds en de gezamenlijke Shoshonenstammen anderzijds bestrijden elkaar op leven en dood. - De dood van Vuurtong, het opperhoofd der Ogallala’s, die in een hinderlaag wordt gelokt door Grote Kat, het opperhoofd van alle Shoshonenstammen, is het sein tot een verschrikkelijke strijd. Honderden rode krijgslieden, grijsaards, vrouwen en kinderen worden het slachtoffer van het opgraven van de strijdbijl. Honderden Engelse en Franse soldaten vinden in de nabijheid van Fort Roone een smartelijk einde. - Marjou wordt na de dood van zijn vader Vuurtong tot opperhoofd van de Sioux-Ogallala benoemd. Marjou is Conny Coll’s beste vriend. Zij strijden zijde aan zijde, maar het duurt nog heel lang voordat er een einde komt aan de broederstrijd der Indiaanse stammen. Eerst als Grote Kat, de hoofdman der Shoshonen, door Marjou in een tweegevecht is overwonnen, wordt het vrede in het zwaar geteisterde gebied van de Black River.
Een Conny Coll-roman waarin list, hinderlaag en meedogenloze gevechten elkaar afwisselen, tot tenslotte het recht zegeviert.