ebook img

bulletin van vragen en antwoorden PDF

292 Pages·2004·1.12 MB·Dutch
by  
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview bulletin van vragen en antwoorden

Nr. 17 Zitting 2003-2004 11 juni 2004 BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN INHOUDSOPGAVE I. VRAGEN VAN DE VLAAMSE VOLKSVERTEGENWOORDIGERS EN ANTWOORDEN VAN DE MINISTERS (Reglementartikel 81, 1, 2, 3, 5 en 7) A. Vragen waarop werd geantwoord binnen de reglementaire termijn Blz. Bart Somers, minister-president van de Vlaamse regering................................................................... 2575 Renaat Landuyt, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme ........................................................................................................................................ 2577 Marleen Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming................................................ 2578 Dirk Van Mechelen, Vlaams minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie............................................................................................................... 2578 Paul Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambte- narenzaken.......................................................................................................................................... 2586 Gilbert Bossuyt, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie................................. 2632 Adelheid Byttebier, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen.............................. 2687 Patricia Ceysens, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid en E-government..................... 2710 Marino Keulen, Vlaams minister van Wonen, Media en Sport........................................................... 2722 Jef Tavernier, Vlaams minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking............... 2754 Nr. 17 B. Vragen waarop werd geantwoord na het verstrijken van de reglementaire termijn Bart Somers, minister-president van de Vlaamse regering................................................................... 2778 Renaat Landuyt, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme ........................................................................................................................................ 2779 Marleen Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming................................................ 2781 Dirk Van Mechelen, Vlaams minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie............................................................................................................... 2802 (cid:1)(cid:2)(cid:3)(cid:4)(cid:5)(cid:6)(cid:7)(cid:8)(cid:8)(cid:9)(cid:8)(cid:10)(cid:5)(cid:11)(cid:12)(cid:7)(cid:7)(cid:13)(cid:14)(cid:5)(cid:13)(cid:15)(cid:8)(cid:15)(cid:14)(cid:16)(cid:9)(cid:17)(cid:5)(cid:18)(cid:7)(cid:8)(cid:5)(cid:1)(cid:9)(cid:9)(cid:19)(cid:13)(cid:15)(cid:12)(cid:15)(cid:9)(cid:2)(cid:10)(cid:5)(cid:1)(cid:7)(cid:8)(cid:3)(cid:20)(cid:4)(cid:2)(cid:21)(cid:9)(cid:8)(cid:5)Ontwikkelingssamenwerking................... 2819 Adelheid Byttebier, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen.............................. 2819 Patricia Ceysens, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid en E-government..................... 2838 Marino Keulen, Vlaams minister van Wonen, Media en Sport........................................................... 2842 Jef Tavernier, Vlaams minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking............... 2853 II. VRAGEN WAARVAN DE REGLEMENTAIRE TERMIJN VERSTREKEN IS EN WAAROP NOG NIET WERD GEANTWOORD (Reglementartikel 81, 6) Marleen Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming................................................ 2854 Jef Tavernier, Vlaams minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking............... 2856 III.VRAGEN WAARVAN DE REGLEMENTAIRE TERMIJN VERSTREKEN IS MET TEN MINSTE TIEN WERKDAGEN EN DIE OP VERZOEK VAN DEVRAAGSTELLERS WERDEN OMGEZET IN VRAGEN OM UITLEG (Reglement artikel 81, 4) Nihil REGISTER .................................................................................................................................................... 2858 -2575- Vlaams Parlement – Vragen en Antwoorden – Nr. 17 – 11 juni 2004 I. VRAGEN VAN DE VLAAMSE Op het Overlegcomité van de federale regering VOLKSVERTEGENWOORDIGERS EN en gemeenschaps- en gewestregeringen werd ANTWOORDEN VAN DE MINISTERS door de federale regering gevraagd naar mede- (Reglement artikel 81, 1, 2, 3, 5 en 7) werking van de deelregeringen in het kader van de vieringen "175 jaar België - 25 jaar federa- A. Vragen waarop werd geantwoord binnen de re- lisme" in 2005. glementaire termijn Overlegcomité 21/4/2004 BART SOMERSH Het programma 175 jaar België werd voor het MINISTER-PRESIDENT eerst geagendeerd op het Overlegcomité van 21 VAN DE VLAAMSE REGERING april 2004 (nota/OC/2004/DOC/052.009/001). Gezien de laattijdige agendering voor het Over- legcomité en gezien de laattijdige toezending Vraag nr. 42 van de betrokken nota, kon dit item niet vooraf van 23 april 2004 besproken worden door de Vlaamse regering. van de heer JAN LOONES Het agendapunt werd verschoven naar een vol- "175 jaar België" – Steun Vlaamse regering gend Overlegcomité teneinde de Vlaamse rege- ring toe te laten haar standpunt te bepalen. Recentelijk kwam het Overlegcomité van de fe- derale regering en gemeenschaps- en gewestrege- In afwachting daarvan gaf de minister-presi- ringen samen. Op vraag van de federale regering dent enkele primaire bemerkingen van Vlaamse stond het punt "programma 175 jaar België zijde: (nota/OC/2004/DOC/052.009/001)" geagen- deerd. – Wij zijn van oordeel dat de 175ste verjaar- dag van de onafhankelijkheid van België in- Blijkbaar wil de federale regering dat de deelrege- derdaad aanleiding kan zijn voor gepaste ringen dit feestprogramma mee steunen/financie- herdenkingsplechtigheden en feestelijkhe- ren. We vernemen dat er aan de Vlaamse regering den. Wij zijn tevens van oordeel dat alle gevraagd werd over te gaan tot steun voor een be- overheden in het federale België hierin een drag van 1 miljoen euro. rol te spelen hebben. 1. Wat stond er geagendeerd onder het punt "175 – De laatste 25 jaar van Belgiës bestaan wor- jaar België" op het Overlegcomité van 21 april den in het bijzonder gekenmerkt door de fe- 2004 ? Waarom ? deralisering van het land, doorheen de opeenvolgende staatshervormingen van 2. Klopt het dat de Vlaamse regering de vraag 1980, 1988-89, 1993 en 2001. In die periode kreeg dit feestprogramma te steunen voor 1 kregen de gemeenschappen en de gewesten miljoen euro ? Zo ja, waaraan zouden deze hun eigen instellingen, middelen en be- middelen worden besteed ? voegdheden. Wij menen dat het daarom ge- past is de 175ste verjaardag in het teken te 3. Hoe heeft de Vlaamse regering gereageerd en stellen van "175 jaar samenleven" tussen de wat is de uiteindelijke beslissing ? gemeenschappen van dit land en van het fe- deralisme waartoe dit heeft geleid. Wij zijn Is het niet aangewezen een beslissing met een der- dan ook van oordeel dat in de herdenkingen gelijke financiële impact over te laten aan de vol- en feestelijkheden de federale structuur van gende Vlaamse regering ? het land een belangrijke plaats moet inne- men. Antwoord – Wij verwachten ook dat de bestaande fede- rale logica wordt gehanteerd bij de voorbe- 1. Situering reiding van de herdenkingen en feestelijkhe- Vlaams Parlement – Vragen en Antwoorden – Nr. 17 – 11 juni 2004 -2576- den. In die optiek is het belangrijk dat de – We hebben een probleem met de door de fe- gewesten en gemeenschappen de vrijheid derale overheid voorgestelde werkwijze houden om zelf in te staan voor de invulling waarbij een federaal gedomineerde werk- van de feestelijkheden wat betreft hun be- groep voorstellen maakt en deze ter goed- voegdheden. Op die manier kunnen de fees- keuring voorlegt aan de gewesten en de ge- telijkheden naar aanleiding van de verjaar- meenschappen. Deze werkwijze is in strijd dag de uitdrukking zijn van de samenwer- met de federale logica, terwijl het net onze king tussen de gemeenschappen binnen het bedoeling is de viering ook in het teken van land. 25 jaar federalisme te zetten. De notulen van het Overlegcomité d.d. 21/4/2004 – Wij wensen de gewone toepassing van de fe- derale logica. Dat wil zeggen: elk van de De notulen van het Overlegcomité geven weer overheden stelt haar eigen initiatieven bin- dat de titel van het programma werd aangepast nen haar eigen bevoegdheden voor. tot "175 jaar België - 25 jaar federalisme", waardoor de viering van 175 jaar België, zoals – In deze logica heeft het beschermcomité als door ons gevraagd, in het teken staat van 25 taak eventuele samenwerking te vergemak- jaar federalisme. kelijken en de programma's op elkaar af te stemmen waar nodig. In dezelfde logica is Maar de notulen blijven vaag omtrent de in- het uitvoerend comité geen initiatief- of be- houdelijke invulling van het programma. Wij slissingsnemer maar slechts een overlegplat- gaan ervan uit dat de gemeenschappen en ge- form. Dit comité krijgt dan ook best een an- westen zelf zullen instaan voor de invulling dere naam. van de feestelijkheden wat betreft hun be- voegdheden. Dit vormt de inhoudelijke basis – Mits werking volgens bovengestelde werk- voor de feestelijkheden en betreft geen aanvul- wijze is de Vlaamse overheid bereid zich te lend programma. engageren om naar aanleiding van het feest- jaar een programma uit te werken binnen Overlegcomité van 5/5/2004 haar bevoegdheden en hiervoor de nodige middelen vrij te maken. Hiertoe wordt een Omdat een werkgroep samenkwam zonder een ambtelijke werkgroep opgericht die tegen 1 vertegenwoordiger van de Vlaamse overheid september 2004 een voorstel tot programma en de eerste opmerkingen langs Vlaamse zijde en budget uitwerkt voor beslissing van de niet verwerkt werden in de voorliggende teks- Vlaamse regering. De minister-president ten (nota/OC/2004/DOC/052.009/002) werd geeft opdracht aan de administratie Kanse- het punt verdaagd naar een volgend Overleg- larij en Voorlichting tot oprichting van deze comité, na standpuntbepaling van de Vlaamse werkgroep. regering. 2. Standpunt Vlaamse regering van 14 mei '04 Vraag nr. 43 van 23 april 2004 Op 14 mei '04 nam de Vlaamse regering onder- van de heer ELOI GLORIEUX staand standpunt in inzake dit dossier: Gewestelijk Expresnet – Stand van zaken – We zijn van oordeel dat de 175ste verjaardag van de onafhankelijkheid van België en 25 Op 30 maart 1999 besliste de Interministeriële jaar federalisme inderdaad aanleiding kun- Conferentie voor Verkeer en Infrastructuur nen zijn voor gepaste herdenkingsplechtig- (ICVI) een werkgroep op te richten met het oog op heden en feestelijkheden. Wij zijn tevens van de verwezenlijking van het Gewestelijk Expresnet oordeel dat alle overheden in het federale (GEN). Deze werkgroep was gemandateerd om België hierin een rol te spelen hebben en zijn een ontwerp van samenwerkingsakkoord op te dan ook bereid mee te werken aan de vierin- stellen tussen de federale overheid en de drie ge- gen van "175 België - 25 jaar federalisme". westen. -2577- Vlaams Parlement – Vragen en Antwoorden – Nr. 17 – 11 juni 2004 Op 31 januari 2000 besliste de Interministeriële Welke zones zijn tenslotte rechtsgeldig, en wat Conferentie voor Mobiliteit, Infrastructuur en is daarvan de implicatie ? Telecommunicatie (ICMIT) om het mandaat van deze werkgroep te bevestigen. 3. Geen enkele spoorverbinding van het "Regio- net" stemt overeen met de radiale en transver- In oktober 2000 beëindigde deze werkgroep zijn sale spoorverbindingen beschreven in de bijlage werkzaamheden zonder dat een akkoord bereikt II van de overeenkomst van 4 april 2003. werd tussen de verschillende betrokken partijen. Betekent dit dat de plannen van de provincie Op 4 april 2003 sloten de federale overheid en de niet in aanmerking worden genomen ? gewesten een nieuwe overeenkomst af met het oog op de verwezenlijking van het programma N.B.Deze vraag werd gesteld aan minister-presi- van het GEN. Volgens artikel 12 zal een stuur- dent Somers (vraag nr. 43) en aan minister groep een indicatief meerjarenprogramma en Bossuyt (nr. 305). een jaarlijks programma opmaken. Het indica- tief meerjarenprogramma omvat de gestructu- reerde beschrijving van de geplande acties van Antwoord de partijen die het openbaar vervoer in hun be- voegdheid hebben en van de betrokken maat- Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt schappijen van openbaar vervoer. door Gilbert Bossuyt, Vlaams minister van Mobi- liteit, Openbare Werken en Energie. (Zie blz. 2658 Volgens artikel 9 overhandigt deze stuurgroep – red.) uiterlijk op 31 maart van elk jaar aan de partijen een omstandig jaarverslag. Inmiddels heeft ook de provincie Vlaams-Brabant een strategisch RENAAT LANDUYTH plan uitgewerkt (Regionet Brabant-Brussel). MINISTER VICE-PRESIDENT Het legt meer nadruk op snelbuslijnen en herte- VAN DE VLAAMSE REGERING kent volledig de treinexploitatie. VLAAMSMINISTER VANWERKGELEGENHEID ENTOERISME 1. Een half jaar na het akkoord was de stuur- groep nog niet opgericht. Vraag nr. 63 Is dit inmiddels gebeurd ? van 16 april 2004 van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Waar is het secretariaat gevestigd ? Opleidingscheques – Cultuurcentra Graag ontvang ik het eerste indicatief meer- jarenprogramma en/of het omstandig jaar- Heel wat cultuurcentra die in het kader van hun programma dat op 31 maart overhandigd zou educatief aanbod cursussen aanbieden, ondervin- zijn. den concurrentie van instellingen en organisaties die voor hun vormingsaanbod de zogenaamde 2. Op de Interministeriële Conferentie van 30 vormingscheques kunnen aanvaarden. maart 1999 werden een stadszone en elf voorstadszones afgebakend. In de overeen- Het lijkt niet logisch dat de cultuurcentra, die uit- komst van 4 april 2003 werden een centrale kern eindelijk ook erkend zijn als opleidingsverstrekker, en een perifere zone afgebakend. Er is geen niet zouden mogen werken met deze opleidings- overeenkomst tussen beide. Evenmin is de cheques. centrale kern een optelling van de stads- en voorstadszone. (Voorbeeld : volgens de eerste Is de minister op de hoogte van het ongenoegen overeenkomst ligt Zellik in de voorstadszone dat terzake leeft bij de cultuurcentra ? en het station van Asse erbuiten ; volgens de tweede liggen beide in dezelfde kern.) Deelt hij die bekommernis ? Vlaams Parlement – Vragen en Antwoorden – Nr. 17 – 11 juni 2004 -2578- Zo ja, neemt hij initiatieven om het systeem van de Deze bepalingen geven mijns inziens aan dat opleidingscheques uit te breiden tot de cursussen ook het "levensbrede" leren bedoeld wordt. die door de cultuurcentra worden aangeboden ? MARLEEN VANDERPOORTENH Antwoord VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS EN VORMING De erkenning van de cultuurcentra in het kader van de opleidingscheques voor werknemers is ondertussen een feit geworden. Vraag nr. 89 van 16 april 2004 Reeds op 24 maart is door mij aan de Vlaamse van de heer JOHAN VAN BRUSSELEN Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsop- leiding (VDAB) meegedeeld dat ik het negatieve Kasteel Ieperman Wilrijk – Stand van zaken advies dat door het Beheerscomité van de VDAB is gegeven op 3 maart, niet volg. Zie: Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenhe- Volgende argumenten werden door mij gehan- den, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken teerd voor deze beslissing: Vraag nr. 125 Van 16 april 2004 – de door de bestaande subsidieregelingen ge- van de heer Johan Van Brusselen garandeerde kwaliteit van de cursussen; Blz. 2598 – de reeds bestaande automatische erkenning bij onderwijs. Antwoord Ook in het onderwijs voor volwassenen wordt Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt als opdracht geviseerd om kansen te bieden door de heer Paul Van Grembergen, Vlaams mi- voor persoonlijke ontplooiing en maatschappe- nister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cul- lijke integratie; het onderwijs voor sociale pro- tuur, Jeugd en Ambtenarenzaken. motie bijvoorbeeld geeft cursussen om vaardig- heden te verwerven waarmee men zich kan ont- plooien en integreren in de samenleving. In de DIRK VAN MECHELENH kernopdracht van het sociaal-cultureel werk staat eenzelfde doelstelling en men kan dus ook VLAAMS MINISTER gelijkaardige opleidingsprogramma's in het so- VAN FINANCIËN EN BEGROTING, ciaal-cultureel werk opmerken. Het deeltijds RUIMTELIJKE ORDENING, kunstonderwijs is bovendien ook reeds erkend WETENSCHAPPEN EN als opleidingsverstrekker voor de opleiding- TECHNOLOGISCHE INNOVATIE scheques voor werk-nemers; – de bepalingen van het besluit van de opleidings- Vraag nr. 116 cheques voor werknemers zelf luiden dat het van 2 april 2004 opleidingen betreft die niet gebeuren in op- van de heer GILBERT VANLEENHOVE dracht van de werkgever en niet uitsluitend of hoofdzakelijk gericht zijn op de huidige of toe- Steunpunten beleidsrelevant onderzoek – Evaluatie komstige functie van de werknemer. Artikel 9, § 1 van het besluit van de Vlaamse regering Het betreft opleidingen die in ruime mate over- van 23 februari 2003 houdende de regeling van de draagbaar zijn naar andere ondernemingen of procedure en de voorwaarden van erkenning en sub- werkgebieden en waardoor de brede inzetbaar- sidiëring van de steunpunten voor beleidsrelevant heid van de werknemer op de arbeidsmarkt onderzoek, bepaalt dat de erkenning van de steun- rechtstreeks of onrechtstreeks wordt verbeterd. punten die door de Vlaamse regering op 24 juli 2001 -2579- Vlaams Parlement – Vragen en Antwoorden – Nr. 17 – 11 juni 2004 en 8 maart 2002 werden erkend, afloopt op 31 de- Antwoord cember 2006. Dit artikel bepaalt ook dat de thema’s die door deze steunpunten worden behandeld, in de De modaliteiten van de globale evaluatie van de loop van 2005 opnieuw worden vastgelegd. steunpunten voor beleidsrelevant onderzoek werden nog niet door de Vlaamse regering vastgelegd. Op Met elk van de erkende steunpunten voor beleids- vragen 2, 3 en 4 kan dus nog geen antwoord worden relevant onderzoek heeft de Vlaamse regering een gegeven. De administratie Wetenschap en Innovatie beheersovereenkomst afgesloten. Zoals bepaald in werkt momenteel op vraag van de Vlaamse minister dit besluit, lopen deze beheersovereenkomsten af van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, op 31 december 2006. Wetenschappen en Technologische Innovatie aan een ontwerp van conceptnota en procedure voor de In deze beheersovereenkomsten wordt bepaald : globale evaluatie van de steunpunten. "In het laatste jaar van de beheersovereenkomst De steunpunten bevinden zich in 2004 in hun zal het steunpunt onderworpen worden aan een derde werkingsjaar. Artikel 3.6 van de beheersover- globale evaluatie. eenkomst met de steunpunten bepaalt dat de glo- bale evaluatie plaats heeft in het vijfde en laatste De globale evaluatie zal betrekking hebben op de jaar van de beheersovereenkomst, met andere mate waarin de Contractant de algemene doelstellin- woorden tijdens het jaar 2006. gen t.a.v. de steunpunten heeft gerealiseerd, zoals aangegeven in het Besluit van de Vlaamse regering Naast de beheersovereenkomst zal voornamelijk van 23 februari 2001 houdende de regeling van de de uitvoering van het meerjarenplan de basisrefe- procedure en de voorwaarden van erkenning en sub- rentie vormen voor de evaluatie van elk van de sidiëring van de steunpunten voor beleidsrelevant steunpunten. Deze meerjarenplanning, gecombi- onderzoek en de mate waarin het de doelstellingen neerd met de jaarplannen, bevat zowel inhoude- uit het meerjarenplan heeft gerealiseerd. Deze eva- lijke als financiële indicatoren en beslaat zowel de luatie zal de twee dimensies die de werking van het wetenschappelijke als de beleidsrelevante dimensie steunpunt moeten bepalen in rekening brengen, m.n. die noodzakelijk is bij de globale evaluatie. Op het de wetenschappelijke waarde en de beleidsrelevantie. vlak van de wetenschappelijke dimensie wordt on- der meer verwezen naar de methodologische aan- De Vlaamse regering legt de modaliteiten van de pak en de "state of the art" van het domein, voor globale evaluatie vast." beleidsrelevantie naar de aandacht voor de speci- fieke Vlaamse situatie en de wijze waarop de we- Voor de steunpunten die vandaag in hun derde of tenschappelijke kennis wordt vertaald naar het be- vierde werkingsjaar zijn, is het belangrijk te weten leid toe. Naast deze globale criteria werden ook wanneer en op welke manier de doorlichting zal ge- themaspecifieke criteria vastgesteld binnen de we- beuren en welke criteria hierbij zullen worden gehan- tenschappelijke en beleidsrelevante invalshoek. teerd. De stuurgroep die per steunpunt is opgericht, kan Daarom wil ik graag volgende vragen aan de mi- tevens een belangrijke informatiebron vormen nister voorleggen. voor de evaluatie gezien hun sterke betrokkenheid bij het meerjarenplan, het jaarplan en de activitei- 1. Heeft de Vlaamse regering reeds de modalitei- ten van het steunpunt. Men mag echter niet uit het ten van de globale evaluatie van de steunpun- oog verliezen dat de stuurgroep in de meeste geval- ten voor beleidsrelevant onderzoek vastgelegd ? len zeer dicht bij het steunpunt staat en dat als deel van de globale evaluatie ook de verhouding tussen 2. Wanneer is dit gebeurd ? de stuurgroep en het steunpunt in rekening ge- bracht moet worden. 3. Welke criteria zullen bij deze evaluatie worden gehanteerd ? Bij de globale evaluatie van de steunpunten zal ook rekening gehouden moeten worden met de 4. Op welke wijze zal deze doorlichting verlopen ? specifieke karakteristieken van elk van de steun- Vlaams Parlement – Vragen en Antwoorden – Nr. 17 – 11 juni 2004 -2580- punten. De steunpunten zijn allemaal opgericht Deze decreetgeving was ingegeven door het feit dat binnen een gemeenschappelijk kader maar door al te vaak kamers en studentenkamers verhuurd locatie, samenstelling, type van onderzoek, ... be- werden waarvan de kwaliteit en het comfort volle- staan er evidente verschillen. De specificiteit van dig te wensen overlieten. Niettegenstaande deze de steunpunten zal echter geen afbreuk doen aan decretale regeling blijven er aangaande deze pro- de uniforme aanpak van de globale evaluatie. blematiek in de praktijk toch problemen bestaan. De voorlopig vooropgestelde timing gaat ervan uit Zo doen er zich situaties voor waarbij woningen die dat de conceptnota in september 2004 kan worden verbouwd werden tot woongelegenheden met stu- voorgelegd aan de aantredende Vlaamse regering. dentenkamers, uiteindelijk niet verhuurd worden De reden hiervoor is dat sommige aspecten van de aan studenten maar aan andere particulieren. Op evaluatie ook betrekking hebben op het voortzet- dat moment ontstaat er een situatie waarbij studen- ten van het programma Steunpunten voor Beleids- tenkamers verhuurd worden als hoofdverblijfplaats. relevant Onderzoek en het voortzetten van de Hoewel daar stedenbouwkundig misschien niet on- steunpunten zelf, afhankelijk van de verlenging middellijk regels mee overtreden worden, was dat in van de thema's. Het zal immers aan de nieuwe re- geen geval de intentie van de toenmalige indieners gering zijn hierover te beslissen. van het decreet houdende kwaliteits- en veiligheids- normen voor kamers en studentenkamers. Ondertussen wordt er overleg georganiseerd tussen de verschillende instanties rond het bepalen van de De vaststelling in meerdere steden is dat deze pan- beoordelingsvragen/indicatoren en de evaluatie- den op die manier vaak een doorstroomadres wor- procedure. Na de goedkeuring van de conceptnota den voor kandidaat-asielzoekers en leefloners. en de evaluatieprocedure worden de uitbestedings- procedure voor aanstelling van de externe evalua- 1. Kan de minister duidelijkheid verschaffen over de tor en de procedure voor de samenstelling van de bedoeling van de decretale regeling hieromtrent ? commissie van experts in het najaar gepland. Naar het einde van het jaar toe zal vervolgens een info- Is het de bedoeling te verhinderen dat studen- matiemoment georganiseerd kunnen worden voor tenkamers verhuurd worden aan niet-studen- alle betrokken partijen rond de evaluatie van de ten ? Zo ja, hoe kan dat dan ? steunpunten voor beleidsrelevant onderzoek. 2. De ambtenaren van de gemeente waar de ka- merwoning gelegen is, alsmede de ambtenaren Vraag nr. 118 van de administratie Ruimtelijke Ordening, van 16 april 2004 Huisvesting en Monumenten en Landschappen van de heer BART DE SMET zijn bevoegd om de kwaliteit en de veiligheid van kamers te beoordelen. De beoordeling van Studentenkamers – Verhuur aan asielzoekers de kwaliteit is mede afhankelijk van de vraag of het om een gewone kamer of om een studen- Het decreet van 4 februari 1997 houdende de kwa- tenkamer gaat. Hiervoor is het dus van belang liteits- en veiligheidsnormen voor kamers en stu- om te weten of het een student betreft of niet. dentenkamers voert een aantal minimale kwali- teitsnormen in voor deze vormen van huisvesting. Wordt er bij de beoordeling van de kwaliteit Dit decreet definieert studentenkamer als volgt : van de kamers nagegaan of de gecontroleerde "elke individuele kamer in een studenten- of stu- studentenkamers ook werkelijk als studenten- dentengemeenschapshuis". Hetzelfde decreet be- kamer verhuurd worden ? paalt dat een student iedere persoon is die inge- schreven is bij een instelling van het hoger onder- Kunnen de gemeenten zelf nagaan of de bewo- wijs, waarvan hij de lessen volgt en voor wie dat ners van de studentenkamers ook in werkelijk- zijn hoofdbezigheid vormt. Met student wordt ge- heid studenten zijn ? lijkgesteld de schoolverlater van het hoger onder- wijs die de wachtperiode doorloopt overeenkom- N.B. Deze vraag werd gesteld aan de ministers stig de bepalingen van het KB van 25 november Keulen (vraag nr. 106) en Van Mechelen (nr. 1991 houdende de werkloosheidsreglementering. 118). -2581- Vlaams Parlement – Vragen en Antwoorden – Nr. 17 – 11 juni 2004 Antwoord lang en rekening houdende met de gevolgen voor het leefmilieu en met de culturele, economische, Het antwoord op deze vraag behoort tot de be- esthetische en sociale gevolgen. Om dit algemeen voegdheid van de heer Marino Keulen, Vlaams maatschappelijk belang te waarborgen, is een ge- minister van Wonen, Media en Sport (Zie blz. lijktijdige afweging noodzakelijk van de verschil- 2744 – red.). lende maatschappelijke activiteiten. Indien de op- maak zou worden gefinancierd door een privé- of private rechtspersoon, kan bezwaarlijk sprake zijn Vraag nr. 121 van het waarborgen van dit algemeen maatschap- van 30 april 2004 pelijk belang. Aldus zal de overheid zelf dienen in van de heer JOHAN DE ROO te staan voor de kosten van de planopmaak en kan er geen intentie zijn om een richtlijn op te stellen BPA-initiatief individuele bedrijven – Kosten op basis waarvan de opmaak van een bijzonder plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan Ten gevolge van een positief planologisch attest door een andere persoon dan de bevoegde over- kunnen individuele bedrijven via de gemeente of heid zal worden gefinancierd. stad een bijzonder plan van aanleg (BPA) opstarten. Tegemoetkomende aan de aangegeven problema- De erelonen voor de ontwerper en de overige kos- tiek van de gemeentelijke financiering verwijs ik ten voor de opmaak van dergelijk BPA vallen ten naar de reeds bestaande subsidiëring voor de op- laste van het gemeentebestuur. De lokale overheid maak van dergelijke plannen. Deze is gebaseerd moet op deze manier financieel instaan voor de op het besluit van 20 oktober 2000 (BS opmaak en behandeling van een BPA dat één be- 30/11/2000) tot bepaling van de voorwaarden voor drijf aanvraagt. De kosten hiervan kunnen tot op de toekenning van subsidies aan gemeenten voor heden niet teruggevorderd worden van het betrok- de opmaak van gemeentelijke ruimtelijke struc- ken bedrijf. tuurplannen, gemeentelijke ruimtelijke uitvoe- ringsplannen en gemeentelijke plannen van aan- Vele gemeenten en steden worden geconfronteerd leg. met deze problematiek. Wordt er een richtlijn in het vooruitzicht gesteld Vraag nr. 122 die bepaalt dat bedrijven ten gevolge van een posi- van 30 april 2004 tief planologisch attest zelf moeten instaan voor van de heer MARC VAN DEN ABEELEN de financiering van hun BPA ? Zo neen, waarom niet ? Kleine bospercelen – Vrijstelling successierechten Het decreet van 9 mei 2003 (Belgisch Staatsblad Antwoord van 2 juni 2003) voert een vrijstelling in van suc- cessierechten voor bossen en een vrijstelling van De essentie van de afgifte van een planologisch at- successierechten en onroerende voorheffing voor test is de beslissing om binnen een jaar een voor- gronden gelegen in het Vlaams Ecologisch Net- ontwerp van bijzonder plan van aanleg of een werk (VEN). voorontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan voor een specifieke locatie op te maken. De opmaak zelf Artikel 3 van het decreet, dat een artikel 55quater van een bijzonder plan van aanleg of een ruimte- in het wetboek van successierechten invoert, be- lijk uitvoeringsplan blijft de volledige bevoegdheid paalt dat deze vrijstelling voor bossen slechts en verantwoordelijkheid van het betrokken over- wordt toegepast indien : heidsniveau. "1° voor het bos werd een door het bosbeheer Het decreet houdende de organisatie van de ruim- goedgekeurd beheersplan opgemaakt overeen- telijke ordening geeft met zijn doelstellingenartikel komstig de bepalingen en uitvoeringsbepalingen (art. 4) aan dat ruimtelijke plannen worden opge- van het bosdecreet van 13 juni 1990, dat tevens maakt vanuit het algemeen, maatschappelijk be- voldoet aan de door de Vlaamse regering vast te Vlaams Parlement – Vragen en Antwoorden – Nr. 17 – 11 juni 2004 -2582- stellen criteria voor duurzaam bosbeheer zoals Ook beheerders van kleine percelen kunnen op bedoeld in artikel 41, tweede lid, van hetzelfde de- deze manier de vrijstelling van successierechten creet ". genieten zoals bepaald in het decreet van 9 mei 2003. Artikel 43, § 3 van het Bosdecreet bepaalt echter dat privé-bossen die kleiner zijn dan 5 hectare, van het opstellen van een beheersplan zijn vrijgesteld. Vraag nr. 124 Het merendeel van de boseigendommen zijn juist van 30 april 2004 dergelijke kleine percelen. van de heer DIRK DE COCK Hoe passen de bevoegde diensten van de minister Eurovignet – Marktwagens beide decretale regelingen samen toe ? Er is blijkbaar reeds een tijdje sprake van om een uitzondering te maken inzake het eurovignet voor Antwoord marktwagens. Marktwagens vallen onder de win- kelwagens en kunnen worden getaxeerd tot onge- Artikel 3 van het decreet van 9 mei 2003 bepaalt veer 1.000 euro. Maar aangezien marktwagens inderdaad dat de vrijstelling van successierechten slechts beperkt van de wegen gebruikmaken (van voor bossen enkel wordt toegepast indien een door en naar de markt), kan men dit als een onrecht- het bosbeheer goedgekeurd beheersplan werd op- vaardigheid beschouwen. gemaakt overeenkomstig het Bosdecreet van 13 juni 1990. Nu is het zo dat alle marktkramers voor het euro- vignet van hun wagen hadden betaald, maar dit Het feit dat privé-bossen kleiner dan 5 ha volgens bedrag plots teruggestort kregen. Het bleek even- artikel 43, § 3 van het Bosdecreet in principe zijn wel om een vergissing te gaan en de marktkramers vrijgesteld van het opstellen van een beheersplan, moesten opnieuw het bedrag voor het eurovignet betekent niet dat er geen mogelijkheid is om deze betalen. Dit in combinatie met de berichten over bossen ook in te passen in de vrijstellingsregeling een afschaffing ervan, heeft ervoor gezorgd dat de zoals bepaald in het decreet van 9 mei 2003. Ook marktkramers compleet niet meer weten hoe één voor privé-bossen kleiner dan 5 ha kunnen be- en ander in elkaar zit. heersplannen worden opgesteld. Dit is een vrije keuze van de eigenaar (beheerder). Indien deze de Is het eurovignet voor marktwagens nu al dan niet vrijstelling voor successierechten wil genieten dan afgeschaft ? kan hij alsnog een beheersplan (laten) opstellen en hiervoor eventueel een beroep doen op de subsi- Zo niet, is de afschaffing ervan gepland ? dieregeling bepaald in het besluit van de Vlaamse regering van 27 juni 2003 betreffende subsidiëring van beheerders van openbare en privé-bossen (BS Antwoord 10/09/2003). De verkeersbelastingen, waaronder het eurovig- Artikel 2, § 1 van dit besluit zegt: net, zijn sinds 2002 gewestelijke belastingen. Met andere woorden, de bevoegdheid voor het wijzigen "Binnen de perken van de begrotingskredieten ver- van de regelgeving op het vlak van de tarieven, de leent de minister subsidies aan bosbeheerders voor heffingsgrondslagen en vrijstellingen behoort ex- herbebossing, openstelling, voor de bevordering clusief toe aan de drie gewesten. van de ecologische functie of voor het opstellen van een beheersplan dat voldoet aan de criteria Ikzelf heb tot op heden geen enkele beslissing ge- voor duurzaam bosbeheer of aan natuurlijke per- nomen in de zin van een eventuele afschaffing van sonen of rechtspersonen die een bebossing willen het eurovignet voor marktwagens en meen ook dat uitvoeren." mijn collega's in de andere gewesten geen initiatie- ven op dit vlak hebben genomen. Het eerste deel Deze aanvraag kan zowel door de bosbeheerder van de vraag dient dan ook negatief beantwoord als door de erkende bosgroep worden ingediend. te worden.

Description:
tegen een rentekostprijs van Euribor min 5 basis- punten. Antigone. 12.350. KNS - Toneelhuis. 123.900. Mechels Miniatuur Teater / Arsenaal.
See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.