Lou C. Lynch, bijgenaamd 'Lucy' , woont al zijn hele leven in Thomastton, New York. Hij is veertig jaar getrouw met Sarah en hun zoon is inmiddels een volwassen man die op het punt staat het familiebedrijf over te nemen. Lucy is een dromer en een echte optimist, een karaktereigenschap die hij van zijn vader heeft geërfd. Zijn moeder, die nog steeds volop ontembaar in leven is, is de drijvende kracht achter zijn bestaan. Dankzij haar scherpe intelligentie, gecombineerd met het optimisme van de Lynches, heeft de familie zich ontworsteld aan haar sociale status.
Nu bereiden Lucy en Sarah zich voor op hun -eerste en enige- reis naar Italië, waar Lucy's oudste vriend Noonan woont.
Noonan verkoos, in tegenstelling tot Lucy, de vrijheid boven het beperkste, kleinsteedse milieu van Thomaston en is inmiddels een beroemd kunstenaar.
Ter voorbereiding op hun reis besluit Lucy zijn geschiedenis toe te vertrouwen aan zijn dagboeken, in de hoop daarmee het mysterie van zijn en Sarah's vriendschap met Noonan te ontrafelen.