De Canadese auteur William Gibson heeft zich in de afgelopen twee decennia bewezen als de toonaangevende auteur van speculatieve fictie. Ook in Het stalker syndroom weeft Gibson weer een verhaal dat tegelijk SF en spannende avonturenroman is - een reis door virtual reality, de matrixruimte en high-tech hoogstandjes, aangedreven door Gibsons visie op de toekomst van de mens. Colin Laney is een bijzonder man. Zijn uitzonderlijk talent in dataverwerking stelt hem in staat dingen te 'zien' die anderen volkomen ontgaan - zodanig zelfs dat hij uit de datastroom die cyberspace heet op beperkte schaal de toekomst kan afleiden. in zijn kartonnen doos in de sloppenwijken van Tokio ziet Laney een knooppunt ontstaan in de data waarmee bij zich omringt. Hij concludeert dat er binnen afzienbare tijd een ramp zal plaatsvinden, een ramp die de wereld voorgoed en ingrijpend zal veranderen. Hij neemt contact op met zijn oude vriend Rydell, een voormalig politieagent, en dirigeert hem naar San Fransisco om aanwezig te zijn op de plaats waar de voorspelde ramp zich zal voltrekken. Maar achter de verhullende schermen van de matrixruimte gaat een macht schuil die er veel aan gelegen is de ramp te laten plaatsvinden, zoals Rydell al spoedig constateert; als bij zich persoonlijk naar het knooppunt spoedt, kan bij zich gaandeweg de moordenaars nauwelijks van het lijf houden...