De rechercheurs Haanstra en Fekkes zijn door de politie van Terschelling opgeroepen om te helpen de moord op een twintigjarig meisje op te lossen. Tijdens hun onderzoek krijgen ze te maken met verschillende personages, die zich stuk voor stuk verdacht gedragen. Zesde deel van een serie die zich afspeelt op Terschelling, geschreven door een voormalig eilandbewoonster. De beschrijvingen van de plaatselijke gebruiken zijn aardig, maar de karaktertekeningen van de personages zijn plat en komen nauwelijks uit de verf. Zowel het taalgebruik als de grapjes zijn irritant en oubollig. De plot is mager en zwak uitgewerkt en bevat geen enkele vorm van spanning. Het verhaal bevat een aantal storende grammaticale fouten en daarnaast: Fries is een taal en geen dialect