Bloed van waterverf
Constantin von Meck is een Duitse filmregisseur die na een jarenlange
succesvolle carrière in Hollywood, afgebroken door een in Mexico opgenomen
mislukte film, zijn talent in nazi-Duitsland vergooit aan onbenullige films. Extravagant
en aantrekkelijk, houdt hij van het leven, van alcohol en drugs, van vrouwen, vooral
van de zijne, de Hollywood-ster Wanda, van mannen, vooral van Romano, een jonge
zigeuner.
Constantin neemt in 1942 in
het bezette Parijs de zoveelste ’flutfilm’ voor UFA op. Hij drijft de spot met
het onwankelbare geloof in de oorlog van zijn landgenoten, verdraagt geen politiegeweld,
probeert onbeholpen twee joodse medewerkers te redden, walgt van marteling, maar
niets van dit alles brengt hem ertoe zijn oordeel over wat er rondom hem
gebeurt, over Duitsland en zichzelf grondig te herzien. Pas later, in het
zuiden van Frankrijk waar hij La chartreuse de Parme verfilmt met de mooie en
intelligente Wanda, zal hij in het dorpje Vassieux de waarheid onder ogen zien
bij een gruwelijke slachtpartij onder de bevolking daar. Maar hij schrikt terug
voor de onthulling van het kwaad en de morele consequenties. ’Ik heb bloed van
waterverf, bekent hij Wanda.
Maar daarin vergist hij zich. Als het erop aan komt, zal Constantin zijn lot
niet uit de weg gaan.