ebook img

Bevorderende en belemmerende factoren voor participatie aan inburgeringsinitiatieven voor ... PDF

72 Pages·2010·1.14 MB·Dutch
by  
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview Bevorderende en belemmerende factoren voor participatie aan inburgeringsinitiatieven voor ...

Academiejaar 2007-2008 Eerste examenperiode Bevorderende en belemmerende factoren voor participatie aan inburgeringsinitiatieven voor anderstalige nieuwkomers Scriptie ingediend tot het behalen van de graad van Licentiaat in de Pedagogische Wetenschappen, optie Sociale Agogiek Amber Luyten Promotor: Prof. Dr. Martin Valcke ABSTRACT Deze scriptie situeert zich binnen de problematiek van de uitval van nieuwkomers bij de inburgeringscursussen. Vlaanderen reageert hier op in de vorm van sanctionering. Het is echter zinvol en constructief ook de oorzaken van het afhaken te bekijken en welke maatregelen dit mogelijk (hadden) kunnen voorkomen. Deze scriptie heeft dan ook tot doel diverse belemmerende en bevorderende factoren voor de participatie aan inburgeringsinitiatieven, meer specifiek de cursus maatschappelijke oriëntatie, door anderstalige nieuwkomers in kaart te brengen. Daartoe werd de literatuur en het Vlaamse en internationale beleid grondig verkend, en werd aanvullend een kwantitatief exploratief onderzoek uitgevoerd in onthaalbureau Kom-Pas (Gent). Door middel van een survey bij cursisten maatschappelijke oriëntatie (n = 65) werd gepoogd om een antwoord te formuleren op volgende onderzoeksvragen: (1) In welke mate verklaren persoons- en trajectgerelateerde aspecten verschillen in de beleving van een cursus maatschappelijke oriëntatie?; (2) Welke factoren zijn prioritair voor het afronden van de cursus maatschappelijke oriëntatie?; en (3) Welke factoren belemmeren het doorlopen van de cursus maatschappelijke oriëntatie? Uit de resultaten komt naar voren dat het behalen van een certificaat de meest bevorderende factor is voor het succesvol doorlopen van de cursus, ook motivatie blijkt een rol te spelen. Belemmerende factoren blijken meestal betrekking te hebben op randvoorwaarden, cursisten geven immers aan tevreden te zijn over de inhoud van de cursus. Mogelijke zaken ter verbetering zijn: toegankelijkheid, mogelijkheid om de cursus te combineren met andere cursussen of werk, mogelijkheid tot kinderopvang en groepsgrootte. Scriptietitel: Bevorderende en belemerende factoren voor participatie aan inburgeringsinitiatieven voor anderstalige nieuwkomers Promotor: Prof. dr. Martin Valcke Amber Luyten 3de licentie pedagogische Wetenschappen (afstudeerrichting: sociale agogiek) Academiejaar 2007-2008 INHOUD Inhoud I Woord vooraf III Inleiding IV Hoofdstuk 1: Literatuuronderzoek 1 1. Inburgering in Vlaanderen 1 1.1 Het concept inburgering 1 1.2 Historiek van het inburgeringsbeleid 2 1.3 Doelgroep 4 1.4 Organisatie van het inburgeringstraject 6 1.4.1 Het primaire inburgeringstraject 6 1.4.2 Het secundaire inburgeringstraject 8 1.4.3 Sanctionering 8 1.5 Betrokken actoren 9 1.5.1 Gemeente 9 1.5.2 Onthaalbureau 10 1.5.3 Huis van het Nederlands 11 1.5.4 VDAB 12 1.5.5 Vlaams Minderhedencentrum 12 1.6 Inburgering in andere landen 12 1.6.1 Frankrijk 13 1.6.2 Duitsland 13 1.6.3 Nederland 14 2. Maatschappelijke oriëntatie 16 2.1 Conceptuele situering 16 2.2 Praktische organisatie 16 2.3 Bevorderende en belemmerende factoren 17 2.3.1 Invloedrijke factoren 18 2.3.1.1 Belemmerende factoren 18 2.3.1.2 Bevorderende factoren 21 2.3.2 Aanbevelingen 22 I Hoofdstuk 2: Empirisch onderzoek 24 2.1 Situering 24 2.2 Onderzoeksvragen 24 2.3 Steekproef 24 2.4 Instrumenten 26 2.5 Analysetechniek 27 2.6 Resultaten 28 2.7 Besluit 38 Hoofdstuk 3: Conclusie en discussie 39 1. Implicaties onderzoeksresultaten 39 2. Beperkingen van het scriptieonderzoek 43 3. Aanbevelingen voor toekomstig onderzoek 44 Bibliografie 46 Bijlagen 52 II Woord vooraf Een scriptie ontstaat vanuit de fascinatie voor en door een bepaald thema; in mijn geval was dat inburgering. Dankzij een boeiende stage bij het onthaalbureau Kom-Pas kon ik dit scriptie-idee uitwerken tot een concept in concrete vorm. Bovendien werd mijn onderzoek ook bij Kom-Pas uitgevoerd. Om deze scriptie tot een goed einde te kunnen brengen, heb ik de hulp gehad van verschillende mensen. Graag wil ik hen bedanken voor hun bijdrage. Eerst en vooral wil ik de mensen van Kom-Pas bedanken voor hun vertrouwen in mij, meer specifiek Marian Ceupens en de MO-docenten. Uiteraard wil ik ook graag een woord van dank richten aan de inburgeraars die de vragenlijst hebben ingevuld en er op die manier voor zorgden dat dit onderzoek kon slagen. Verder ben ik de mensen die de vragenlijsten vertaald hebben zeer erkentelijk voor hun tijd en moeite. Mijn promotor, prof. dr. Valcke, ben ik eveneens zeer dankbaar voor zijn begeleiding. Daarnaast wil ik mijn vriendinnen danken voor de ondersteuning: het nalezen, hun geloof in mij en hun meeleven. Deze scriptie had hier niet gelegen zonder hun steun. Tot slot wil ik ook mijn ouders, broers en zus bedanken voor hun vele aanmoedigingen. III Inleiding Tijdens verschillende academiejaren van mijn opleiding, liep ik stage in een onthaalbureau. Aanvankelijk maakte ik kennis met de werking van de inburgeringssector in onthaalbureau PINA (Antwerpen): ik woonde zowel enkele trajectbegeleidingsessies als lessen maatschappelijke oriëntatie bij en mocht aanwezig zijn op overlegmomenten. Vervolgens kreeg ik de kans mijn kennis en vaardigheden te verdiepen binnen Kom-Pas (Gent). Ik raakte gefascineerd door de inrichting van de inburgeringscursussen, en voerde een kleinschalig kwalitatief onderzoek uit naar hoe anderstalige nieuwkomers de cursus Maatschappelijke Oriëntatie (MO) - na een periode van minstens 6 maanden - evalueren. Van hieruit ontstond de idee om me verder te verdiepen in het onderwerp binnen het kader van mijn afstudeerscriptie. Elk jaar komen immers duizenden nieuwe immigranten naar België. Het opbouwen van een nieuw bestaan is voor hen niet zo eenvoudig. Vanuit de idee dat de maatschappij de ogen niet kan sluiten voor de komst van migranten en de plicht heeft hen goed op te vangen, zodat ze een volwaardige plaats kunnen innemen in onze samenleving en er zelfstandig kunnen functioneren, worden integratie- en inburgeringinitiatieven georganiseerd. Nieuwkomers kunnen gebruik maken van deze initiatieven die hen op weg helpen een goede plaats te vinden in de nieuwe samenleving waarin zij terechtkomen (Keulen, 2004a). Het inburgeringsbeleid heeft als doel een grotere zelfredzaamheid op te bouwen bij de nieuwkomer en uiteindelijk een volwaardige participatie van de nieuwkomer aan de Vlaamse samenleving (Vlaamse Regering, 2003). Het is de bedoeling dat de nieuwkomer zich ontplooit op sociaal en cultureel vlak. Er is sprake van een geheel van interventies, namelijk cursussen Nederlands als tweede taal, cursussen maatschappelijke oriëntatie (MO), loopbaanoriëntatie en trajectbegeleiding (cf. infra). Als voorbereiding op het inburgeringsdecreet liet de Vlaamse overheid enkele onderzoeken uitvoeren, naar onder meer de rol van het aanbod maatschappelijke oriëntatie en de plaats ervan in het inburgeringstraject (Verstraete et al., 2000). De resultaten wezen erop dat het enorm belangrijk is dat de nieuwkomers actuele en concrete informatie aangeboden krijgen over hun nieuwe omgeving. Deze informatie handelt over een brede waaier van thema’s die rechtstreeks met hun inburgeringsproces te maken hebben: stad en land, mobiliteit, publieke dienstverlening/verzorgingsstaat, verblijfssituatie, tewerkstelling, gezinssituatie en school, volwassenenonderwijs, gezondheidszorg, wonen, consumptie, vrije tijd (Vlaamse Regering, 2004b). Nieuwkomers krijgen tijdens de lessen maatschappelijke oriëntatie informatie over hun rechten en plichten, ze leren hoe onze samenleving functioneert en maken kennis met de basiswaarden en basisnormen die gelden in onze samenleving. Verder is het voor hen belangrijk dat ze deze informatie ook kunnen inoefenen (Vlaamse Regering, 2004b). Enkele vaardigheden zijn: informatie verwerven en selecteren, netwerken uitbouwen en IV gebruiken, communiceren en in onderhandeling gaan. Er wordt tijdens de lessen geprobeerd de ‘theoretische’ informatie zoveel mogelijk in de praktijk te bekijken: er worden regelmatig uitstappen gemaakt naar verschillende organisaties zodat de nieuwkomers ook in werkelijkheid kunnen ervaren wat er tijdens de lessen wordt gezegd. Deze bezoeken hebben als doel de nieuwkomers vertrouwd maken met de organisaties en op die manier de drempel verlagen voor de nieuwkomer om er een volgende keer zelfstandig naar toe te stappen. Deze scriptie zal zich daarom verder toespitsen op het onderdeel maatschappelijke oriëntatie (MO); meer specifiek is ze gesitueerd binnen de problematiek van de uitval van nieuwkomers bij de cursus MO. In het verlengde van deze motivering voor het belang van de cursus maatschappelijke oriëntatie voor anderstalige nieuwkomers, werd voor een belangrijk deel van de doelgroep van het inburgeringsbeleid het volgen van integratiecursussen verplicht gemaakt. Ondanks het feit dat de verplichting in voege is getreden, of net daardoor, zijn er nog steeds een aantal nieuwkomers dat afhaakt tijdens hun inburgeringstraject. Sinds 2004 kunnen zij hiervoor worden gesanctioneerd (De Cuyper & Wets, 2007). In plaats van enkel sancties op te leggen, is het interessanter om eerst de oorzaken van het afhaken te bekijken en welke maatregelen dit mogelijk (hadden) kunnen voorkomen. Deze scriptie heeft dan ook tot doel diverse belemmerende en bevorderende factoren voor de participatie aan inburgeringsinitiatieven, meer specifiek de cursus maatschappelijke oriëntatie, door anderstalige nieuwkomers in kaart te brengen. Daartoe werd de literatuur en het Vlaamse en internationale beleid grondig verkend, en werd aanvullend een kwantitatief empirisch onderzoek uitgevoerd in onthaalbureau Kom-Pas (Gent). Deze scriptie is opgebouwd uit drie hoofdstukken, waarvan het eerste de uitkomst van een literatuuronderzoek tweeledig presenteert. In het eerste deel wordt er een uitgebreide kijk op inburgering in Vlaanderen geboden. Zowel het concept inburgering als de historiek van het inburgeringsbeleid worden hier uit de doeken gedaan. Daarnaast worden ook de doelgroep en de betrokken actoren van het inburgeringsbeleid geduid. Tot slot wordt er een blik geworpen op het verloop en de organisatie van inburgering in buurlanden Frankrijk, Duitsland en Nederland. In het tweede deel van de literatuurstudie wordt dieper ingegaan op maatschappelijke oriëntatie als onderdeel van het inburgeringstraject, dat de focus vormt van het gevoerde scriptieonderzoek. De conceptuele situering wordt gevolgd door een uiteenzetting over de praktische organisatie van maatschappelijke oriëntatie. Daarna volgt een cruciaal onderdeel, namelijk het bespreken van bevorderende en belemmerende factoren die in de literatuur naar voren komen. Het tweede hoofdstuk is voorzien voor het bespreken van het empirisch onderzoek. Een korte situering wordt gevolgd door de onderzoeksvragen en een bespreking van de steekproef. Ook de gehanteerde instrumenten en analysetechniek worden geëxpliciteerd. De uitvoerige bespreking van de onderzoeksresultaten wordt afgerond met een besluit. V Het derde en tevens laatste hoofdstuk behandelt de conclusie en discussie. De resultaten van dit scriptieonderzoek worden geconfronteerd met elementen uit het onderzoeksveld en de literatuurstudie, en er worden mogelijke aanbevelingen geformuleerd om uitval te belemmeren. Met een kritische blik worden beperkingen van het uitgevoerde het scriptieonderzoek aangegeven. Ter afrondingen worden suggesties voor toekomstig onderzoek geformuleerd. VI Hoofdstuk 1: Literatuuronderzoek 1 Inburgering in Vlaanderen 1.1 Het concept inburgering Het begrip inburgering duikt voor het eerst op in een officiële beleidsintentie in Vlaanderen in 1999, namelijk in het regeerakkoord van de Vlaamse Regering van juli 1999 (Verstraete et al., 2001). Voordien werd er telkens gesproken over het onthaal(beleid) van nieuwkomers. Het onthaalbeleid (cf. infra), dat onderdeel uitmaakte van het minderhedenbeleid, werd opgericht om “te voorkomen dat nieuwkomers in een maatschappelijke achterstandspositie verzeilen omdat ze niet beschikken over de noodzakelijke kennis en/of vaardigheden om op voet van gelijkheid aan onze samenleving te participeren” (Taels, 2002, 5). De term inburgering werd ingevoerd vanuit Nederland, waar hij in 1992 door Entzinger en Van der Zwan geïntroduceerd werd (De Cuyper & Wets, 2007). De definitie van inburgering die in het inburgeringsdecreet van 2003 in Vlaanderen wordt gehanteerd, luidt: “Inburgering is een interactief proces waarbij de overheid aan vreemdelingen een specifiek programma aanbiedt, dat hun (hen?) enerzijds de mogelijkheid biedt om zich eigen te maken met de nieuwe sociale omgeving en anderzijds ertoe bijdraagt dat de samenleving de personen van de doelgroep als volwaardige burgers gaat erkennen, met als doel een volwaardige participatie van die personen in de samenleving.” (Vlaamse Regering, 2003). In de decreetswijziging van 2006 is een aangepaste definitie terug te vinden, namelijk: “Inburgering is een interactief proces waarbij de overheid aan inwijkelingen een specifiek programma aanbiedt, dat hun enerzijds de mogelijkheid biedt om hun zelfredzaamheid te verhogen en anderzijds ertoe bijdraagt dat de samenleving die personen als volwaardige burger erkent, met als doel een volwaardige, actieve participatie en een gedeelde burgerschap van eenieder en het verkrijgen van een voldoende sociale samenhang.” (Vlaamse Regering, 2006). De eerste verandering slaat op de term vreemdelingen die in het aangepaste decreet vervangen wordt door de term inwijkelingen. Deze verandering is een gevolg van de uitbreiding van de doelgroep die in dit aangepaste decreet opgenomen wordt. Het inburgeringsbeleid richt zich op nieuwkomers en op oudkomers - dit zijn personen die reeds langer legaal in Vlaanderen of Brussel verblijven, ongeacht of ze over de Belgische nationaliteit beschikken, die zelf buiten België geboren zijn en waarvan ten minste één van de ouders geboren is buiten België (Vlaamse Regering, 2006). Verder werden de kerndoelstellingen in de definitie gewijzigd. Naast emancipatie van de inburgeraar - zelfredzaamheid verhogen - wordt er gestreefd naar een actief en gedeeld burgerschap. Daarnaast wordt sociale cohesie eveneens als doelstelling opgenomen: door de samenleving als volwaardige burgers erkend worden waardoor een voldoende sociale samenhang ontstaat (Carels, 2007). 1

Description:
doel diverse belemmerende en bevorderende factoren voor de participatie aan . nieuwkomer en uiteindelijk een volwaardige participatie van de
See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.