Description:Het tweede deel van de trilogie over de Wullinks, een boerengeslacht in de buurtschap Miste van Winterswijk speelt zich af in de jaren tussen 1914 en 1923. In de turbulente tijd van de Eerste Wereldoorlog en de roezige jaren net daarna. Bernard, de jongste zoon, tracht het bedrijf zo goed mogelijk te beheren. Zijn vader Freek en zijn oudste broer Willem geven weinig om de boerderij. Zijn vader, omdat hij indertijd onterfd is en zijn broer is liever handelsman.
Gerrit, een andere broer, die smid is, wordt in 1914 onmiddellijk opgeroepen voor de militaire dienst. Bernard komt een paar jaar later aan de beurt. Hij vindt in Westervoort waar hij is gelegerd, het meisje van zijn keuze. Geertje, een tuindersdochter. Wanneer hij begin 1919, net na de oorlog met haar trouwt beginnen er voor het Wullink betere tijden aan te komen.
Hermiene, zijn moeder, is bij het spoelen van de was in de Slingebeek verdronken en zijn vader sterft net na de oorlog. Bij de verdeling van de bezittingen, krijgt Bernard het Wullink in handen. Broer Willem kiest voor het leven met een caféhoudster, dicht aan de grens met Duitsland. Zijn oudste zuster Leida is net na de oorlog aan de gevreesde Spaanse griep overleden. Dat alles draagt ertoe bij, dat Bernard samen met zijn vrouw, de boerderij weer in de oude staat kan brengen. Het persoonlijke leven van de hoofdpersonen speelt zich af tegen de gebeurtenissen van de tijd. De spanningen, die de oorlog teweeg brengt. De eentonigheid van de militaire dienst in fort Westervoort en de smokkelavonturen van broer Willem. In het begin van de jaren twintig is het de Duitse inflatie, de devaluatie van de Duitse mark, die voor onverwachte gebeurtenissen zorgt.
Net als in deel 1, Leide, zijn waarheid en verdichting weer onlosmakelijk met elkaar verweven. Achtergrond van de historie vormt de buurtschap Miste met zijn hechte gemeenschap.
393 blz., gebonden, f 19,50
Recensie(s)
Deel 2 van de driedelige streekromancyclus over de Wullinks, een boerengeslacht uit de buurt van Winterswijk, gaat over de periode 1914-1923. De Eerste Wereldoorlog loopt als een rode draad door het verhaal. Nog steeds raakt de boerderij in verval door toedoen van Freek en Willem. Bernard doet als 18-jarige wat hij kan met hulp van buren. Wanneer Bernard in dienst moet, raakt de boerderij nog meer in slechte doen. Willem geeft meer om het smokkelen en handelen in gestolen waar dan dat hij zijn handen uitsteekt. Winst maakt hij hiermee volop, ook al wordt hij gesnapt en moet hij de bak in. Telkens als dit gebeurt is Bernard net op tijd thuis om de velden te bewerken. Bernard leert Geertje kennen, ook zij helpt dapper mee om de boerderij te redden. Vlak na de Eerste Wereldoorlog overlijden Leida en haar vader net na elkaar; de trouwerij van Bernard en Geertje wordt eenvoudig gehouden. Nu begint de opbouw van de Wullinks. Gemakkelijk leesbare, traditionele streekroman.Het minder aantrekkelijke omslag is voorzien van een oude foto (1915).