Gemeentefinanciën : Verlenging belastingreglement op dragende verticale constructies De Raad, Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen; Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Overwegende dat de gemeente Waasmunster als kern in het buitengebied en deel uitmakend van de Durmevallei bijzondere aandacht dient te besteden aan de open ruimtegebieden binnen de gemeente; Overwegende dat een aantal dragende verticale constructies aanzienlijke landschapsvervuiling en visuele pollutie veroorzaken binnen de open ruimtegebieden in de gemeente en hierdoor de ruimtelijke kwaliteit van deze gebieden sterk aantasten en negatief belasten; Overwegende dat het derhalve billijk is om een belasting te vestigen op deze dragende verticale constructies; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 16 december 2010 houdende vaststelling belastingreglement op dragende verticale constructies; Gelet op het schrijven van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur, Afdeling Lokale en Provinciale Besturen- Financiën en Personeel te Brussel van 21 januari 2011 met kenmerk ABBFP-1-0068 waarin het gemeentebestuur attent wordt gemaakt op een mogelijke strijdigheid van de invoering van de gemeentelijke belasting op dragende verticale constructies met de engagementen van de gemeente in het kader van het lokaal pact, meer bepaald met het engagement om over nieuwe belastingen ten laste van bedrijven minstens 12 maanden voor het van kracht worden te beslissen; Overwegende dat in voornoemd schrijven wordt gesuggereerd dat de belasting op verticale dragende constructies mogelijks als een nieuwe belasting ten laste van bedrijven kan worden beschouwd. Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 24 maart 2011 houdende aanpassing van het belastingreglement op dragende verticale constructies; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 november 2013 houdende verlenging belastingreglement op dragende verticale constructies; Overwegende dat voornoemd belastingreglement op 31 december 2018 vervalt; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging en de invordering en de geschillenbeslechting van provinciale en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief BB 2008/07 de dato 18 juli 2008 met betrekking tot het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Overwegende dat het gelet op het financieel meerjarenplan noodzakelijk is deze belasting te behouden om het budget ook voor de volgende jaren in evenwicht te houden; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; Besluit : Het belastingreglement op dragende verticale constructies vastgesteld op 21 november 2013 te verlengen als volgt : Artikel 1. : Voor de periode aanvang nemend op 01 januari 2019 en eindigend op 31 december 2025, wordt een jaarlijkse belasting op dragende verticale constructies gevestigd. Als dragende verticale constructie wordt beschouwd: iedere verticale structuur met een hoogte van minstens 15 meter boven het maaiveld, die dient als draagstructuur voor lichtinstallaties, geluidsinstallaties, zendinstallaties, radio-installaties of het transport van energie. Artikel 2.: De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de dragende verticale constructie op 01 januari van het aanslagjaar. Artikel 3.: De belasting bedraagt 3.000,00 euro per jaar per verticale constructie. Artikel 4.: De belastingplichtige moet, ten laatste op 31 maart van het desbetreffende aanslagjaar, aangifte doen van het aantal belastbare constructies door middel van het door de gemeente voorgeschreven formulier. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen moet er zelf één vragen. Artikel 5.: Bij gebrek van een aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte binnen de gestelde termijnen, wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd, evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. Artikel 6.: De belasting wordt ingevorderd bij wijze van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 7.: De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Artikel 8.: De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaarschrift tegen de aanslag indienen bij het college van burgemeester en schepenen van Waasmunster. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan. De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden dient dit uitdrukkelijk in zijn bezwaarschrift te vragen. Artikel 9.: Verwijl- en moratoriuminteresten zijn op deze belasting toepasbaar zoals inzake rijksbelastingen op inkomsten. Artikel 10.: In het kader van het algemeen administratief toezicht zal een afschrift van dit besluit worden overgemaakt aan de heer Gouverneur en zal een beknopte omschrijving van dit besluit worden opgenomen in de meldingslijst aan de heer Gouverneur.