Gemeentefinanciën : Verlenging belastingreglement op bewegwijzering Openbare zitting De Raad, Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 17/05/1991 houdende vaststelling retributiereglement op bewegwijzering; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 29/11/2001 houdende aanpassing van voornoemd retributiereglement; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 06/03/2002 houdende aanpassing van voornoemd retributiereglement; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 28/11/2006 houdende aanpassing en verlenging van het belastingreglement op bewegwijzering; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 30/11/2012 houdende verlenging van het belastingreglement op bewegwijzering; Gelet op het K.B. dd.01/02/1991 en het M.B. dd. 01/02/1991 met tot doel de wildgroei in de bewegwijzering tegen te gaan en éénvormigheid na te streven; Overwegende dat de technische bepalingen van voornoemde besluiten een zekere coördinatie van de plaatsing van de bewegwijzering vereisen; Overwegende dat de gemeente als lokaal bestuur, na advies van de lokale politie en rekening houdend met de bevoegdheden van de andere besturen voor wat betreft de gewestwegen, het best geplaatst is om deze coördinatie op zich te nemen; Overwegende dat het billijk is dat het gemeentebestuur de kosten van aankoop van de borden, de coördinatie, de plaatsing en het onderhoud verhaalt op de aanvrager; Gelet op het schrijven van de heer Gouverneur van de Provincie Oost-Vlaanderen dd. 29/01/2002 met referte 24/1/3005/MPB/MC; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen; Gelet op de artikelen 7 tot 9 van de Programmawet van 20 juli 2006; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en de gemeentebelastingen, zoals meermaals gewijzigd; Gelet op Omzendbrief BB 2008/07 van 18 juli 2008 met betrekking tot het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en de gemeentebelastingen; Overwegende dat het belastingreglement op bewegwijzering vervalt op 31/12/2018; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Overwegende dat het gelet op het financieel meerjarenplan noodzakelijk is deze belasting te behouden om het budget ook voor de volgende jaren in evenwicht te houden; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; Besluit : Art. 1 : Met ingang van 01/01/2019 voor een termijn eindigend op 31/12/2025 een belasting te heffen op bewegwijzeringsborden Art. 2 : Voor het plaatsen van bewegwijzering naar private bedrijven of instellingen op de openbare weg of zichtbaar van op de openbare weg, zoals bedoeld in het K.B. houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, dient een schriftelijke aanvraag ingediend te worden bij het College van Burgemeester en Schepenen. Art. 3 : De bewegwijzering bedoeld in art. 2 zal uitsluitend aangekocht en geplaatst worden door het gemeentebestuur Art. 4 : Buiten de bewegwijzering gekocht en geplaatst door het gemeentebestuur mag geen enkele andere bewegwijzering voor private instellingen of bedrijven worden geplaatst. Art. 5 : De belasting op het plaatsen van bewegwijzeringsborden bedraagt 90,00 euro per bord en dient vooraf betaald te worden door de aanvrager. Boven de éénmalige belasting van 90,00 euro bij plaatsing van de bewegwijzering is de aanvrager jaarlijks een belasting verschuldigd van 25,00 euro per bord. Art. 6 : De belasting is verschuldigd door de private bedrijven en instellingen die een aanvraag hebben ingediend om bewegwijzering te plaatsen. Art. 7 : Private instellingen met als hoofddoel onderwijs of opvoeding zijn vrijgesteld van de jaarlijkse belasting. Art. 8 : De belasting wordt ingevorderd bij wijze van een kohier. Het belastingkohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het College van Burgemeester en Schepenen. Art.9 : De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Art.10 : De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaarschrift tegen de aanslag in deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van Waasmunster. Het bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. Deze indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan. De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden dient dit uitdrukkelijk in zijn bezwaarschrift te vragen. Art.11 : Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen of bij gebrek aan beslissing binnen de termijnen vermeld in artikel 9,§5 van het decreet, kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank van eerste aanleg te Gent. Artikelen 1385 decies en 1385 undecies van het Gerechtelijk Wetboek zijn van toepassing. De vormen, de termijnen en de rechtspleging voor de bevoegde rechtbanken en hoven worden geregeld zoals inzake rijksinkomstenbelastingen en gelden voor alle betrokken partijen. Art.12 : De bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4 en 6 tot en met 9 bis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen en artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek zijn van toepassing op deze belasting, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen. Art.13 : Verwijl- en moratoriumintresten zijn op deze belasting toepasselijk zoals inzake de rijksbelastingen op de inkomsten. Art.14 : In het kader van het algemeen administratief toezicht zal een afschrift van dit besluit worden overgemaakt aan de heer Gouverneur en zal een beknopte omschrijving van dit besluit worden opgenomen in de meldingslijst aan de heer Gouverneur.