Bekijk het PDF bestand.

794 Pages·2012·39.71 MB·Dutch

A: JAEGER,
NOUVEAU
Dictionnaire de Poch,
FRANcAIS-NEERLANDAIS
ET
NEERLANDAIS-FRANcAIS.
CINQUIEIYIE EDITION,
Entierement refondue d'aprbs la derniere edition du Motions/re.
DE L'ACAD2511E FRANOISE.
UN DICTIONNAIAN SANS EXEMTLES
EST UN EMIL/MTH.
GOUDA,
G. B. VAN GOOR ZONEN.
TRECIIT, BREDA,
J. H. VAN WEES Jr. Ed. VAN WEES.

B B itZ, I C 11 T
voor (cid:9) tweede ititgave.
Het goed outhaal, dal did Woord,d.,oekje tot dusverre ntocht len deed vallen (cid:9) ge-
ttige deze ltve,,dc Uilgave (cid:9) :L'aokle het den somenstelier len Buren plichl, er nogmaals
de verhelcrendc hand non le leggen. 14,1 dit geschied is, daarvan zal ieder zich kunnen
overinigen, die sich de moeite wil gelroosten, deze nitgave met de vorige to vergeliiken'
Het zal Len daarbij hlijken, dot iedere bl4dzilde, elke kolom, met alleen meer of minder
belangrijke icijzigingen of veranficrin yen haft ondergaan, maar ook menige aanwinst
bekomen heel l. Door verbreeding der koloottnen,nantelijk,werd de gelegenheid annjeboden
via eenige duizenden woorden weer op to nemen, don de vorige druk bevatte, zonder
dal Bit eene vermeerdering van volumen of eene verhooging van den (zoo geringen) prijs
ten gevolge had, en ?,on die getegcnheift is gebruik gemaakt, vooral ook tot het opnemen
van rele honderden nomen van inlandsche dieren en planten, die men orders in soortge-
lijke beknopte Werkjes, ja ook in uitgebreider Woordenboeken vruchteloos zoekt. De
Samonsteller elect zich, de bruilebnetrhcid van (lit Woordenboekje door een en ander niet
weinig verhoogd to hebi)en, en hoopt, Bat het verder zijne baan met eere en vrucht
cat bewandelen.
J. Kramors Jz.
GotTDA. Dec. 1868
r-
BERICHT
voor do vierde uitgave.
Met enkele woorden slechts willen wij dezen nieuwen (4") druk bij het publiek
inleiden.
Met zorg ncgezien, vermeerderd en, daar waar sulks noodiq bleek to zijn, verbeterd,
sal het den gebruiker blijken, dot de volledigheid en bruikbaarheid seer is toegenomen.
Met vertrouwen mogen ti,ij het dan ook weder aanbevelen, met den uitgedrukten wensch
dat de noodzakelijkheid van een druk spc,dig woo bewijzen, hoezeer slit Zakwoorden-
bock het vertrouwen van het publiek geniet.
De Uitgevers.
GOUDA, Augustus 1874,
Abo (cid:9) A ca(cid:9) 3
icy.; streven, jacht waken op ; — centre qn.,, Absolution, f. vrijspraak, kwijtschelding ;
of va. qn., iemand uitjouwen, besehimpen. absolutie f. in de biccht).
Aboyeur. m. blaffer ; lasteraar ; jachtmaker, Ab.olutisme, m. stelsel n. der onbeperkte
rondventer m.; (cid:9) —, a. waakhond. alleenheersehappij. (solutisme,
Abracadalora, m. tooverwoord, oozinnige taa1.1 b► )! ► voorstander in. van het ab-
ithrumioo, adv. prikkelende werking van ge-! A bsol tat o i re , a. vrijverklarend.
neesmiddelen. Ahmorbant, m. opslarpend geneesmiddel, dat
Abraque! interj. haal stijf ! (het touw). het maagzunr verteert. (cid:9) ( diept.
Abraquer, V. eMbraquer. Absorbe, pp. fig. ergens in weggezonken ver-
Abrege„ in. kort begrip, nittrelksel n. Absorber, VA. opslorpen,inzuif4en ; inzwe gen,
Abreger, va. verkorten, heknopt maker, opslokken ; doen verdwijnen; fig. verslinden;
Abreuver, VA. drenken, bevochtigen ; a'- a—, vr. zich verliezen, vergaan.
vr. de latirMCIA. zich in tranen baden. Absorption, f. opslorping, inzwelging.
Abreuvoir, m. drinkplaats f.; wed n. AhNoudee. va. vrijspreken, ontslaan ; kwijt-
Abreviatenr, m. schrijver van ern uittreksel, sehelding van zonden geven (in de biecht).
Abreviatil, a. verkortend. (cid:9) (verkorter. Abmoute, f. algemeene absolutie op witten
Abreviation, f. verkorting. Bonderdag, uitvaart-cerenaonie bij de lijkbaar
Abrewier, va. verkorten. de R. K. Kerk), absolve.
Ahrcyer, va. in de luwte brengen. Abmteine, m. 86 f. wie zich van limn onthoudt.
Abri, m. schuilplaats, bescherming, toevluebt Abestenir, vr. zich onthouden ; vasten.
f. ; (cid:9) eontre le malheur. voor onge- Abstention, f. onthouding in de uitoefening
Ink beveiligd (cid:127) (cid:9) — der vent.. beschut van een ambt of recht.
Ahricol, m. abrikoos f. (cid:9) (voor den wind. Abstergent, a. zuiverend.
Abricotl, tn. gekontijte abrikoos f. Absterger, va. zuiveren, uitwasschen.
Abrieotier, m. abrikozeboom na. Ab.tersif, a. zuiverend, reinigend ; les —, s.
Abriter, va. tegen wind en weer beschutten, pl. reinigingsmiddelen n. pl.
onder het dak brengen ; a'—, vr. schuilen. f. zuivering, reiniging.
Abrivent. 111. hut, stroomat f., tegen den wind. Abstinence, f. onthouding. Jour d' (cid:9) vas-
Abriver. vn. aan wal komen. Abstinent, a. sober, matig. (cid:9) (tendsgg m.
Abrogation, f. afachaffing, opheffing. Abetraeteur, m. liefhebber van abstract es.
Abroger va. afschatien ; (cid:9) one loi, eene Abstraetif, a. afgetrokken, begrip vormend.
wet oph'e ffen ; a'—, afgeschaft worden. Abstraction, f. aftrekking, afzondering f.;
Abrome, f. snort van malva 1. afgetrokken denkbeeld ; —a, pl. dweepzieke
Abrotone, f. averuit f., averoon. droomerij (in de phil.).
Ahrouti, a. door 't vee afgevreten (van de Abstraetivement, adv. op afgetrokken wijze.
knoppen der boomen sprekende). Abstrairc, ye. aftrekken ; op zich zelf be-
Abroutis.ement, m. bet afvreten v. een bosch. schouwen.
Abrupt, a. steil en afgebroken (van rotsen, Abstrait, adv. afgezonderd ; in gedachten ver-
oevera); fig. onsamenhangend. zonken ; science —, afgetrokken wetenschaP.
Abruption, f. dwarse beenbreuk f. Abstraitement, adv. in 't afgetrokkene be-
Abrupto (ex), a. (1.) plotseling, onvoorziens. achouwd.
Abrus, rn. paternostererwt f., weeaboontje. Abstrus, a. diepzinnig, verborgen.
Aruti, pp, verdierlijkt, verstompt van geest. *bollard, a., -ment, adv. ongerijmd, aanstoo-
Abrutir, va. verdierlijken; a'—, vr. ver- telijk ; (cid:9) sm. ongerijmdheid.
stomtt verdierlijkt wordy!n. Absurditi, f. ongerijmdheid f.
Abruttssement, na. verdierlijking, verstom-Abuse, m. misbruik n.. dwaling f., misslag (cid:9) ;
ping van great en gevoel. bedrog n.; (cid:9) de soi-meme, zelfbevlekking.
Absciame (a-bsis'-), adv. een der coordinaten, Abuser, va. misbruiken ; bedriegen, misleiden,
waardoor de positie van eerie lijn of gebogen verleiden ; a'—, vr. zich vergiasen, dwa-
vlak bepaald wordt. len ; s— de qn., niet, behoorlijk met iemand
Absciswion, f. afsniping (bij heelmeestcrs). handelen.
Absence, f. afwezigheld ; fig. — d'espric Ahuseur, rn. misbruiker, bedrieger.
verstrooidheid, buiten kennis. Abusif, a. verkeerd, wederrechtelijk ; strijdig
Absent, a. afwezig ; fig. verstrooid van ge- met de teal, met het gebruik.
dachten ; un(cid:9) een afwezige. Aburivement, adv. verkeerdelijk, oneigenlijk ;
Absenteisme, m. reiszucht f., overdreven bij misbruik.
neiging tot reizen. Ahuter, vn. kavelen om to weten wie(cid:127) eerst
Absenter(s), vr. zich verwijderen. apelen zal.
Abside, f. half-gewelf n.; bissehopstroon Abyme, abymer, v. chime, chimer.
keerpunt n. in de loopbaan eener planeet. Acabit (-bi), m. card in. of eigry (cid:9)f. (van
Absinthe, f. alsem m., alsemkruid n., alsem- personen of zaken).
drank na. ; fig. bittere droefheid. Acacia, m. acacia f. -boom m.
Absinthe, a. alsem bevattende. Academicien, m. lid n. eener academie.
Absolu, a. -ment, adv. onafhankelijk, opper- Academie, f. academie, hoogeschool f., genoot-
machtig ; volstrekt, onbepaald. Bebop n. of vergaderplaata f. van geleerden;
(cid:9)
4 (cid:9) Aca Ace
rij-, schermschool f.; — do jeu, dobbelhuis ; d'une lettre do change, van een wissel.(cid:127)
teekening n. Accepter, va, aannemen, accepteeren ; - oll
Academique, a. academisch, gemaakt, gekun- vefi un duel, eene uitdaging een tweege-
steld (in stijl of schilderkunst). (kenen. vecht ren accepte l'augure, ik hoop dat
Acaderniater, va. naar het levend model tee- het zoo uitvallen mag.
Aeademigte, m. academist. Aceepteur, m. annemer van eenen wissel-
Acagnarder, va. vadzig waken ; a'—, vr. brief, acceptant. (zonder betaling.
vadzig worden. Acceptilation, f. schijnbetaling, quitantie
Acajou, m. mahonicboom m. Acception, f. aanneming ; sans faire — de
Acalicin, a. kelkloos (bet.). personates, zonder aanzien van personen ;
Acalifourchonne, a. schrijlings zittend. sin m., beteekenis f. van een woor
Acalot, m. mexicaansche waterraaf. Acres, m. toegang m., aanval m., vlaag f.
Aealyphe, m. brandnetel f. Accessibilite, f. toegankelijkheid.
Aeampte, a. het licht niet terugkaatsend. Accessible, a. toegankelijk, genaakbaar.
Acanthabole, m. splintertang f. Accession, f, toetreding; vermeerdering, aan-
Acanthaci, a. distelig, stekeliv. winst f.; — an trone, troonsbestijging.
Acanthe, 1. berenklauw m. (pant); bouwsie- Accessit (a-ks6-sit) , m. tweede prijs m. ,
raad, dat naar berenklauw gelijkt. accessit n.
Acare, m. wormpje n., mijt f. Accessoire a. bijkomend ; a. m. onaangena-
Acariatre, a. twist-, kijfziek, gemelijk. me ontmating f.; -anent, adv. als toevoegsel.
Acariatrete, f. kibbelzucht f., gemelijkheid. Accident, m. toeval, ongeval, ongeluk n. ;
Acarne, m. everwortel ; witte zeebrasem m. onverwacht ziekteverschijnsel ; par —, toeval-
Acarns, in. kaasworm in., made f. lig. (toeval.
Acatalecte, Acatalectique,a. volledig,volko-Accidental, a.: -lement, adv. toevallig ; bij
men (van een vers). Aceise, f. accijus, accijs m.
Acatalepsie, f. leer f. die niets als zeker aan- Acclamateur, m. toejuicher.
neemt ; (med.) verstandsverbijstering. Acclamation, f. eenparige toejuiching f.; par
Acataleptique, a. aan alles twijfelend ; aan —, zonder hoofdelijke stemming.
verstandsverbijstering. lijdend. AcClamer, va. gezamenlijk kreten van vreug-
Acatholique, a. niet katholiek ; un (cid:9) een de of goedkcuring aanheffen.
ouroomsche. Aeclamper, va. vastklampen, wangen.
Acaule, a. stengelloos, ongesteeld. Aeclimatation f. gewenning aan een vreem-
Accablant, a. drukkend, kwellend ; treurig, de luchtstreek.'
verdrietig ; un homme (cid:9) een lastige man. Acelimatcr, va. & r. (zich) aan eene lucht-
Accablement, m. neerslachtigheid, verdriet, streek gewer.nen.
lastigheid, overstelptheid f. Accointance, f. omgang m., gemeenzaamheid.
Accabler,va. doen bezwijken ; fig. bezwaren, ilicoointer(4, vr. zich gemeenzaam waken
overatelpen, benauwen ; vr. zich overla (cid:127) met iemand.
den. Accolade, f. ridderalag m. ; omhelzing f. ;
Accalmee, Accalmie, f. slechtje, kortdurende bindteeken n., strik m.
stilte f. van wind of zee. Accolade, m. het binden der ranken van een
Accaparement, m. voor-, opkoop m. wijnstok aan de staken.
Accaparer, va. alle waar koopen, die op de Aceoler, va. omhelzen, aanhechten, samen-
markt is ; fig. alley inpalmen. vatten, vereenigen, opbinden (den wijnstok).
Accapareur, m. -ruse, f. op-, voorkooper ; Aecolure, f. strooband m. om op tc binden.
op-, voorkoopster. Accommodable, a. vereffenbaar.
Accastillage (-ilj.), m. bovenwerk n., ver- Aecommodage, m. toebereiding der spijzen;
schansing, voor- en achterkasteel van een schikkiug f. der harem, kapsel n.
schip. Aecommodant, a. toegeyend, inschikkelijk,
Accastiller (-ilj-), va. versehansen (een schip). schikking.
Acceder, vn. toetreden, toestemmen. Aecommodement, m. vereffening, bijlegging
Aecelerateur, a. bespoedigend. f.; verdrag, vergelijk n.
Accileration, f. beapoediging, verhaasting. Accontmoder, va. inrichten, overeen bren-
Accelerer, va. bespoedigen, verhaasten. gen, toebereiden, dienstig zijn ; bijleggen ;
A.ccense, m. ondergeschikt ambtenaar bij de ziju toilet waken ; a'—, vr. zich schikken,
militie of in burgerlijke staatsdienst, deur- voor lief nemen ; biota s'— , rijk worden
waarder (bij de Romeinen). zich aanschaffen.
Accent, m. uitspraak ; stembuiging f.; toon-, Acoompagnateur, m. -trice, f. wie de sang-
klankteeken (cid:9) klemtoon m. stem met eenig speeltuig vergezelt.
Accentuat;,n, f. plaatsing der klankteekens. Accompagnement.. m. vergezelling, begelei-
Aceentuer, va. met den behoorlijken klem- ding. f. ; bijkomende sieraden n. R1.; onder-
toon uitsj.ruken ; het toonteeken plaatsen. steuning der stem met een specking.
Acceptable, a. aannemelijk. Accompagner, va. vergezellen, begeleiden,
Acceptant, m. -e, f. wie een legaat ontvangt. paren ; versiersels bijvoegen ; zt)ne stem met
Acceptation, f. aanneming ; acceptatie f.; — een speeltuig paren, accompagneeren.
Ace (cid:9) Ace (cid:9) 5
Accompli, a. volmaakt, volkomen, voltooid. Aecourir, vs. toeloopen, te help snellen.
Areeamplir, va. & r. vervullen, volbrengen, Accourse, f. walengang m. lean. booed).
nakomen, voltooien ; vervuld worden. Accoutrement, m. toetakeling, wonderlijke
Accomplissernent, m. vervulling, volbren- opschik m., vreemde kleeding.
ging, nakoming ; voltooiing. Accoutres, va. toetakelen, belachelijk op-
Accon, m. platboomde schuit f. schikken.
Accorage„ m. het onderstutten ( van een schip, Accoutumance f. het gewennen.
enz.), onderschoring. Accotatumee, f' . a 1' —, adv. volgens ge-
Accord, m. verdrag n.; overeen-, toestemming; woonte, naar ouder gewoonte,
etre of thrall., d'—, overeenstemmen, sa- Accoutumer, va. gewennen ; (a), vn. gewen-
mensmelting (van stemmen, speeltuigen) ; nen ( de) ; (cid:9) vr. rich gewennen ; it on de).
d'un cominms (cid:9) eenparig ; — s. pl. voor- Accouve, in. -ee, f. wie altijd in het hoe
. loopige huwelijksovereenkomst. van den haard blijft zitten.
Accordable, a. wat men toestaan of ovcrecn- Accouver, va. 5k r. te broeien zetten ; be-
brengen kan. ginnen te broeien.
Accordailles, f. pl. verloving f. Accrediter, va. aanzien darn verkrijgen,
Accordant, a. samenstemmend. vertrouwen verschaffen ; van geloofsbrieven
Accorde ! interj. roeit gelijk voorziers'; (cid:9) vr. in aanzien komen, rich
Accords, m. -e, f. bruidegom, braid. vertrouwen verschaffen. (cid:9) (buiten.
Accorder, va. tot overeenstemming brengen ; Accretion, f. toeneming door aanzetting van
vergunnen, toestaan ; stemmen ( een speel- Accrue (-kro), m. seheur f., winkelhaak,
r tnig; re—, or. overeenkomen, in garde ver- hank m.; fig. verhindering f., hinderpaal m.
standhonding leven ; bij elkander passen. Accroche, f. beletsel n., verhindering. (ren.
Accordeur, m. mtemmer van speeltuigen. Accrochement, tn. samenhaking f.; het cute-
Aceordoir, m. stemvork f., -hamer m. Aceroeher, va. aanhaken, ophangen ; flg. op
Accorc, m. rand van erne bank of klip ; een listige wijrc verkrijgen ; tegenhouden, be-
schoor, stnt m.; cote (cid:9) kust f. ' letten ; enteren ; (cid:9) vr. rich hechten ; zieh
Accorer, va. schorun, stutten. aan iets vamthouden ; (cid:9) at tout, alles darn
(cid:127)Accorne, a. gehoornd, met harms van cene om op de been te blijven.
andere kleur dan het slier (in wapens). Accroire, vn. faire (cid:9) (iemand) wijs of
Accort, a. beleefd, gedienstig, vleiend. diets maken ; en faire (cid:9) misleiden ; s'en
Aecortisme, f. beleefdheid, vriendelijkheid. faire —, vr. rich veel inbeelden.
Ac(cid:127)ostable, a. genaakbaar, vriendelijk. Acceoimmernerit, m. aangroei, aanwas m.
Accoster, va. op zijde komen, naderen, om Accroit, m. het aangroeien.
aan te spreken a' (cid:9) vr. omgaan, ver- Aceraitre, va. doen aangroeien ; vn. aanwas-
keeren ; dieht lanes varen, aan board leggen. sen, vermeerderen ; (cid:9) vr. toenemen.
Aerator, Accotart, m. schansdek, potdek Aceroupir (s), vr. op de hurken gaan zitten,
n., boeiplank f. neerhurken.
Accotement, m. onregelmatige wrijving van Accroupinsement, m. neerhurking.
twee raderen bij ern numeric ; bermruirate Accrue, f. aanwas m. (van land), aonslibbing.
tusschen straatweg en mina. Accued, m. onthaal n., ontvangst f.
Accater,va.stutten van ter zijde ; re—, vr. sten-Accucillir, va. onthalen, ontvangen.
nen, leunen ; — vn. het op zijde vallun (van Accul (-1cul), m. engte f. sander uitgang
een schip ); stooten der raderen ( in een nur- kreek f. (cid:9) (schip.
werk ). Acculement, m. ronding, scherpte f. van een
Accotair, m. zijleuning, schoor, stet m. Acculer, va. in men hoek jagcn ; lig. in het
Accouchee, f, kraFunvrouw. nauw brengen (met spreken), (cid:9) or. den
Aceouchement, nt, bevalling, verlossing f. rug gedekt louden, zich posteeren.
Accoucher, vn. bevallen, in de kraam ko-Accurnulateur, m. ophooper.
men ; (cid:9) va. verlossen (rear vrouw ). Accumulation, f. opeenhooping.
Aseeemelkeur, m. (cid:9) vroedeneester ; Accumuler, va. opeenhoopen, bijeenbrengen,
vroedvrouw. verzamelen ; or. aangroeien, verrneerde-
Accoudement, m. het leunen op den elleboog. Ace-tamable, a. to b' eschuldigen. (cid:9) ( ren.
Acconder, or. op den elleboog leunen. Accusateur, m. -trier, f. aanklager, aan-
Accoudoir, m. leunkussen n., armleuning f. klaagster.
Accouer, ma. het eerie paard aan den staart m. vierde naanival, accusations.
van 't ander,. vamtmaken ; (cid:9) un cerf, een Accusation, f. aanklacht, beschuldiging f.
pert dicht op de hielen zitten. Accuse, rn. -c, f. aangeklaagde, beschuldigde
Accouple. f. koppelriem m. voor jaehthonden. Accuser, va. aanklagen, besehuldigen ; ver-
Accouplement, m. koppeling, paring f. klaren, tan den dag brengen, melden ; son
Aecoupler, va. koppelen, paren ; vercem- age, rijn ouderdom opgeven.
gen ; s'—, or. paren ( van dieren ). Accra. (-san), m. cijnsbare grand of erf.
Areourcir, va. kdrter m.aken, verkorten, be- Acensentent, m. cijnsbaarmaking.
korten ; s'—, or. korter warden. Acenser, va. in pacht geven.
Accoureissement, m. bekorting f. Acephale, a. hoofdeloos, zonder hoofd.
6 (cid:9) Ace (cid:9) Aor
Acerain, a. ataalachtig. Acidifier, va. zuur maken, a'—, vr. zuur wor-
Acerb., a. wrang, acherp, bitter ; fig. streng, Acidite, f. zuurheid f. (den.
hardvochtig. Acidulo, a. zuurachtig, rinsch.
Acerbite, f. wrong(cid:127), scherp-, bitterheid. Aciduler, va. zuurachtig ; — rinsch maken.
Ackre, a. verstaald, stekend ; fig. bijtend. Acier, m. staal, zwaard n.; atalen a.
Acerer, va. verstalen, snijdend maken ; fig. — Aeieration, f. tot-staal-making ; verstaling.
In calomnie, den laster bijtend maken. Acierer, va. in staal veranderen.
Acerure. f, steal n. ona werktuigen te verstalen. Aciereux, -clime, a. wat in staal kan overgaan.
Aceacence, f. neiging tot verzuring. Acierie, f. staalfabriek f.
Ac...ent, a. zuurachtig. Acinesie, f. tijdruinate f. tusschen twee pols-
f. azijnkan, gewrichtsholte f. Aciniforme, a. druifvormig. (slagen.
Acetate, m. azijnzuur tout n. Aclaste, a. niet straalbrekend.
Aceteux, a. azijnzurig ; zuurachtig. Acme, m. toppunt ; hevigste graad eener ziekte.
Acetification, I. scheikundig proces, waar-Acocat, m. richthout der fiuweelwevers.
door de wijn in azijn overgaat. Acolin, m. waterkwakkel m.
Acetique, a. azijnzuur. Acolytat, m. een der vier lagere orden valir
Achalandage, m. beklanting. het subdiaconaat.
Achalande, pp. beklant. Acolyte, m. acoliet, die den priester bij het
Achalandee, va. klanten aanbrengen ; (cid:9) vr. altaar bedient. (korting.
beklant worden. A-compte on Acompte, m. betaling op af-
Acharnement, m. bloeddorat m., woede ; fig. Aconit, m. wolfswortel m., monnikskap t.
hardnekkigheid ; halstarrige gehechtheid. Acoquinant, a. lui makend ; verleidelijk, aan-
Acharner, va. op vleesch being maken (een lokkelijk.
hood, roofvogel ), opzetten, aanhitsen ; zich Acoquiner, va. verwennen, lui en slecht ma-
met woede op de proof werpen ; vr. op iets ken ; vr. zich aan iets verslaven,
verzot zijn ; aterk op iemand gebeten zijn. Acore, m. kalraus, maagwortel m.
Achat, m. aankoop, koop m., het gekochte. Acore, Acorer, v. ace—.
Ache, f. eppe f., eppekruid n. Acot, m. laag f. west condom een tuinbed.
Ache., f. regenworm m. ( tot aas aan den hengel ). Acotyledon, Acotyledone, a. zonder zaad-
Acheminement, m. weg, middel om tot iets lobben en kiemblad, naaktkiemend.
te geraken. A-coup (a-kou), m. plotselinge halt f.
Achenainer, va. aan den gang, op weg hel- Acoustique, f. geluidsleer, gehoorleer f.
pen ; a'—, vr. zich op weg begeven ; fig. zijn Acouatique, a. tot het gehoor behoorende ;
duel bereiken. nerf—, gchoorzenuw f.(cid:127) conduit —, gehoor-
Acheron (-the-), m. rivier in de onderwereld. buts f.; gehoor- klankleer m. (cid:9) -(ren.
Acheter, va. koopen ; fig. met moeite ver- Acquereur. (cid:9) 'k ooper (Incest v. vaste Koede-
werven. Acquerir (a-ke), va. aankoopen, verkregen ;
Acheteur, m. (cid:9) f. kooper ; koopster. — qn., iemands genegenheid verwerven.
Acheve, pp. voltooid, volmaakt ; volslagen. Acquet (a-ke), m. gekocht of verkregen goed n.
Achevement, m. voltooiing ; fig. volmaaktheid. Acqueter, va. zich een onroerend goed ver-
Achevec, va. voltooien, voleindigen, afwer- schaffen.
ken, eindigen ; a'—, vr. voltooid worden ; Aquiescement, m. berusting, toestemming.
fig. & fam. zich gehel eongelukkig maken. Acquiesces. (a-ki-esse),(cid:127) vn. in iets berusten,
Achillee, f, duizendblad n., gerw f. inwilligen, toestemmen.
Achit (cid:9) m. wilde wijnstruik. Acquis, a. verkregen, verworven.
Achoppement, in. hinderpaal (cid:9) pierre d'—, Acquits, m. verkregene begaafdheden.
steen m. des aanstoots. (cid:9) (worm m. Acquisition, f. verwerving, aankoop m., ver-
Achores (-ko-), m. pl. melkkorst f., dauw- kregen goed.
Achromatique (-kro-ma-tik,), a. kleurloos, Acquit (a-ki), m. quitantie f.; kwijtbrief m.;
zonder kleurschifting, achromatisch. ewe par maniere d' welstaanshalve,
Achenmatiaer, va. de kleuren wegnemen. onachtzaam iets verrichten ; pour —, vol-
Achrainatiame, m. opslorping der lichtkleu- daan ; eerste stout, uitstoot m; jouer
ren ( in de optische werktuigen ). spelen wie apes betalen zal.
Achromatopsie, f. gezichtsaanduening, die Aciatt-a-caution, f. geleibrief voor accijns-
belet over de kleuren te oordeelen. bare koopwaar.
Achtheographie (-akj, f. beschrijving der Aequittement, m. voldoening, vrijspraak f.
gewichten. Acquitter, va., il. voldoen, betalen ; van las-
Aciculaire, a. spits toeloopend, naaldvormig. ten bevrijden ; vrijspreken ; ontslaan, onthef-
Acide, a. zuur, zuurhoudend. fen ; a'—, vr. zich kwijten, vervullen. (he id.
Acide, m. zuur n.; — acetique, azijnzuur ; — Acrasie, f. sleclite vochtmenging ; onmatig-
nitreux, salpeterig zuur. Acratie, f. zwakheid, onvermogen n.
Acidifere, a. zuur bevattend ( van mineralen ). Acre, f. morgen n. (lazidmaat).
Acidifiatble, a. wat in zuur kan overgaan. Acre, a. wrang, scherp ; fig. bits, vinnig.
Acidifiant, a. zuurmakend. Acrete, f. wrangheid, scherpheid ; fig. bitsheid.
Acidification, f. zuurmaking f., bet verzuren. Acridie, f. groote, groene sprinkhaan m.
Aer (cid:9) Adm (cid:9) 7
AAAceebrrritiiisdma-o,n ovponihnniaenie,gi gufeh.x, esm,ic deh,.u (cid:9)essrpepr, hianek.i hdas adcnheeertr evpro., cwhr(t ahenenkg e; ;l effniiggd ..(cid:127) 'lA .AA/1ddd.1eme1nneiotno,to goilnroz.agn btpieueh, r,i fge. fh,. v akefa.rl kikhe lamrineo.rdn, bettealleisnndcdghinv roagivjr vefm.ri n(cid:9) idgge.e ki(nl iiknere heponiun. tg.
AAAAAAAccccccgacrrrrrrearohooonooozob cbmpaunohaaomiriitottlaov ieevraeqnl,,e,drt ,u rikf aomqn.eo .mnso, .ur t,mkt.ea e oansod,met.c o snlAhdhrve., odeeee wcm utreskr tlrddsiooioacnanenohatnrggrd obtesf,d eie.unlc,qealr di.idkd ,tnu eaadnsgredhnaobs,eons bloleoas bn(refdaidserdn .ble be ntsGedrje..her tro rioincoeeoh.fkrr fteee ehnnnnldded.).t. 11 AAAA Aetddgdodideomnhehhneepgeeeqe d gtrrr; uekp eoeefa,aneriu ntgur tdm.c(t r- vi(e(tkeja.eao no-i(or-d Ina akdf;eg -kl e-gtef e)-Aee-i,ew) g )nvfmo,, d.oi,v v j .ahe egdnaflaero.e.eai e nu,ndnaae bh,ad ani zeagnnimsijmnejthhzenhgaoaaame.ek nnnnrcme,dghgd raeetie .anhgnr nne eg,dih ihn,t da goea .ned ecaghtehnere tlkehei,nd luev.g ecna.nh sn,t-
AAccrrootsetriciahsez,n em, . oma.a amfzdeictthitn ng. van eenig lid. Ahdehides ;i otone tr(ead-dineg-), ,g fo. eadaknekulreivnign.g ; verknocht-
AAAAdccezscceecttierteciennh°olfhu f, ,rtb tt reiove,mf*,roete ael n. rmd an.,bet .c.weo. e, tml thoesaibvpnar.co kneeegtnleszdne e,)a vee f;;aell . siu mlbnpuiegfet,i astwl,we scdirtihreeja ;ruseka ksb l dto—deeu fnwef k.nvd; ed o r b,;fk ee .egb te pdsereptrrl.du. rie;jrk ecfiI hjsn'nv et.—.ee nv(n]voc idajoee kn;r,t AAAAAAAeddddgdddeeiitiiiinrtpnppeaieeu nseoo;rriu, ctn ef, eei xi,,rr,gi ev ,nfef. eraf ft.,aan. .j. v .f.ig—vf ssr.vvee.t o lrbea aiultnjraid wkee;dr'z eke hwendmn nenvoeh,r.eeel ave tanm;ae da ,nrr binad.d t nfr eiwdzra.,,iaoe neml rne—eshn.u t (cid:127)se..,u et vr,a arauanvrievtwt afve.al lir ezdsee ngn-.
Adcleta iapodna s,f s.,i ffb., evduerritirj-if c i;hn tgsiencvhge,u chlhadtn endn.e;. l fin. pg,l .w geerbkairnegn, AAddjjaeccteinf,t , aa. .b aijavnoleigggliejnkd (,n -agarmenwzeonodr,d b).e lendend.
nce.;m v,o doarndkrzaecghgti,a aga, n-bdeeteul,i gaicntgie. f.; — de gra- AAddjjoecintidvreem, evna.t , biajd-,v t.o beivjoveogeegnli j;k . le—, vr. zich
Actionnaire, (cid:9) actiehouder, aandeelhouder. (iemand ) toevoegen, tot ambtgenoot nemen.
Actionner, va. in rechten betrekken. Adjoint, m. medehelper, adjunct ; bijgevoegd
Aetivenzent, adv. bedrijvend, met ijver. woord, tusschenwoord n. (cid:9) ( zaak.
Activer, va. doen werken, aan den gang bren- Adjonction, f. toevoeging van een persoon of
gen, de uitvoering bespoedigen. Adjuvant, m. hulpofficier, adjudant.
Activite, f. werkzaamheid, bedrijvigheid, nij- Adjudicataire, in. & f. aan wien bij openbare
verheid, vlijt f.; werkelijke dienst m. veiling iets toegewezen wordt.
Aetrice, f. tooneelspeelster ; bewerkster. Adjudicateur, in. toewijzer.
Actotuessttalnitde ,m f. . wezenlijkheid f.;- tegenwoordige Adjudicatif, a. toewijzend.
Actuel, a. werkelijk ; thans beataande. Adjudication, f. toewijzing f., toeslag m.
Actuellement, adv. tegenwoordig, than; nu. Adjuger, va. toewijzen, toeslaan ; toekennen.
Acuite, f. scherpheid, acherpte f. Adjuration, f. bezwering ; smeekbede.
Aeuleiforme, a. angelvormrg. Adjurer, va. bezweren ; smeekend bidden.
Aenmino, a. scherp, stekelig (van bladeren). Adjuvant, a. ondersteunend ; sm. genees-
Acuponeture, f. naaldsteek m., doorsteking middel n.
van een ziekelijk deel. Admettrc, VA. toelaten, laten gelden, aanne-
Acut, a. schcrp (liever Ldp. ). men ( ale waar), lijden, gedoogen.
Acutangle, a. scherphoekig. Adminicule, m. bewrjs ; hulpmiddel.
Acutangulaire, acutangule, a. scherphoekig. Administrateur, m. bestuurder, waarnemer ;
Adage, M. puntig spreekwoord n., apreuk f. bewindhebber.
Adagio (a-da-dji-o), m. adagio n.; —, adv. Administratif, a. beheerend, het openbare
Adamantin, a. diamantachtig. (langzaam. bestuur betreffend, administratief.
Adamique, van Adams tijd. Administration, f. bestuur, beheer, bewind
Adaptation, f. aanpassing. n., administratie f.; toediening.
Adapter, va. aanpassen, doen overeenkomen ; Administrativement, adv. volgena de regelen
a'—, vr. toepaiaelijk zijn, passen, (ook fig. ) der administratie ; op administratief gezag.
Asiatic (-ti), Ind. moeseline. (tie f. Administratrice, f. bestuurster.
Addition. f. bij-, toevoeging ; optelling, addi- Administrer, va. besturen, beheeren ; toedie-
A.dditionnel, a. bijgevoegd. nen ; — un 'unlade, een zieke budienen ;
Additionner, va. optellen, addeeren. bewijzen bijbrengen. —des preuves,
Addueteur, m. trekker, trekapier. Admirable, a., -ment, adv. bewonderens-
Ademption (an-psi) , f. herroeping eener waardig ; wonderbaarlijk.
erfmaking. Adnzirateur, m. bewonderaar.
Adenemphraxie, f. klierverstopping. Admiratif,a. verwondering aanduidend ; point
Adenite, f. klierontsteking. —, uitroepingsteeken n.
8 (cid:9) Adm(cid:9) Aft
AAAdddzemmmlviiierrrneaa rittni,r ogievennea, o., mbff.e. e fwbn.b e oaezwanwijnodnonne.n (cid:9)erddemeenrre ia;nl aisgjr'ks,— thveee,r i.rvd rr,u .ok m(nk tilevinjtakg rnh.i cekihcd--. AAAAddeddcuuuuhlllltttttbeeeerrrrreeeeik,n,Rr em,,r. ,v e.a- cab.& h.ri tvne bee rforke.v vusoatekvlerisergscr.p,h s oeepvnle e.lg eresrtp e;e eolilvgde ,;r ovspnereevecalhslstt.ec rh t;.
, AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAdddddmdddddrddrdctzddgatbbt(bdrdddddimeeiemmtumooaiooooeoeloococeoe.ooooooonnngi;rwgnlhlnnnnrhprdj irr nuuuippod,s eegekasas aa s;a'aionneai tsnb ;etblsneets s;d trssthit aeebnarevur teec e icieiia.feoe,eikt(eeineorad,ro,ir)a k,lh,rte'ueeorarnu b,—e e enc niei,n,nn,a ngakmnd,kn,g inv onur(cid:9) h,rpvlm s sa,e .oeee,t;ceaetn, a pz,lt,vra ge . fvbnn vue,.)nn.eao.nf smel.v,. .ae z,a .v.o na. .e aia , a-'o f ; eaeedr i—.ta ;tt maot.. a.aa.ef ..so feaoeer fe ;nsf e d—aaaman. kn. ..nz- nent.rer' ag ar, sn—n, eat bt hvs oli ef ilisv ajaket rlcek.n(tb ncravotnieeloc enennlenrbideiheamraibhrtnai throc nt .nndroidmiuerys dknmo t.i- geunisjp.dredu erdmr ,nener dcoeozt,aeiii egmjeimoeud .g nn encgclenov,nocnaen ooeli,ulif n ,h shrelinne ini atnie;b . ntpljaan rnccc.o t lrijrgc ge kventga ,l iesroeaghgd(tsagop aipjeg.oracotn etntwrc.enke en c;coos,ulianrbee(me e ne fgh i,cnnheg-twltl(irbv anhi,nwm eiouhnoei avteee gtkeaieergekeiav ptdinbrdrrmawdji lrflkidbe k anek e)n vdtiejke;h.dneseenerbvk . nndnfiedee datioe m se. nnnnsaee .nes ,gern)ucn. no ; n,cnn ;g .e den tzh t; gp; .nrkea;.,nh;io. )im u i i s blacv e (ae p—ocnsa w;ajswnhkleaeea ee'hgrraipav—bzidrjr.nnrtoern nk tkeebiazeifra g sdnsbgrs..ldisilaia, re,)kesecvc k.tv poclre. vtndanihet eeapheeeneosri ln -rnrl-n-.;-,l.;,,.f. AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAcdddjddddddtddkddd.akieveeeeieeeeeeeeteoerrvucuovvevvvurrrvrrrvrvrevyrrrrygrerneroerrioeiiieoearoeeeaoosooeeeennii,dscsffrrrtof nrtennerrtgirrnrgnllmmcioaaepti.e inie,siopbnebs'hast1dsortcteoa rirtrmmpp,,a.aeiiaeghiaer aeaitehi0,n v,nuemofcj.tat ,n. aittio ,trnnp, ,i,iaem e vee rr(cid:9)at ,(ei ri& . leqbes de.efloe a,,h,,eesa.,amia ae,au , ae ou ,.,ei.lf ,n,. v .;ilt.. ,la .ue c, faa. ,e me. o,me s fmtb m e,.a.f lla h,Anl.c.aecmp ., ,b ut,u.t fur amt . ve. fg..thht l.. eial.ack . fconcde;.a tfg u,-j eel elytfg .o neh& rrlhw.&hu.uere-rlee ei.lrnec u ragevpu, dtntuvktnmbctwc)an u lorzochnie lcllvlct u.e hacahr,reer,theouvouo dnst ahffaho naetehlgtiti tiv(cid:9)ttlpece..eesrlcevcosadtthrngenhd tui tidtrhknlcogmtls thhogmsrmleetlndg,e,eclute notce.eeebzc tr tlun, gieo heben,ecvlhnnddo mkn &heigeem dcisbtetglnhrtiedei,fshdnsao.etgmuiotj h n. ieie .h, rnct eetdgrtege gme(cid:9)gi go mwbvrktpretahhetalmrgiv ee e. isodri(doaranmild kelrbo e.n,.vnai pdeeuema ri .pt d;nzien;beopn -jm(cid:9)gept,gg lvncn .vi .i.maar,idade nreswhz g djc fg ). gins erupn oiniiolw.tnunee t oneeef uvtn(ois,mnifimrge dokoo vbigtje.dcoc,edbtn t . . erorerr eh sakhddf p(cid:127)s,id fvlr uetn jt.tk uf.itevt. odker e.ujd d r. ne ak—oreokv er ensnf.d(e.;lganme. ck i lse.en(ej,.nhc utk kcn e i l.iofenw—hr).in nd. n.hodn ed igegtjeti-.n,.--.-- .
AAAAAAAAdvtddddadddzwordaooorooroieucreojtnauuueazhtsrreesgccictesssnsieiciaite, sseaergse d,nsse aslr s w'ne,rvfe,t.a— e . tga,aam tnn ndroegrm ,vdt, r;,ee p n, eeamp .namhsan a.a'cgaat— a. .a.r, nn. hmo i rsvv.dc,rdmmp; eieg hv,eiff r.rrregnmtit zze.evg ge anapwrne.keeci ce.rch,o-hlo znh gvh-patwoa ,te lanpf intcan.enoned hpdsdpntlgi rstl d.geliadia l..nedehiga emjgneteapns,nir a e db l;t;nkre- , rsd,g tnli scoe opeilwhgueimfomre sirli;n entif hfujgtand.se er ae.tlfie enind.j nr k -;.;, AAAAAAAAAAlebe.eefeeseCkfrrrrofrtrare.ooioolou ortb lspassoeogeptiptths,maleih aatinhortitott e ,efeebtvi irr.em,oqur i,ea a eenu,xgn.r m,, ,,ae eaf l h.u.na.,f f a fe.mnbldc. ..ut al e.h sd urci .keaton tschewvtubmezhuteelsonataunenpstaltsri ac wkdmdmmtcdhe rehieuo.ihnrc. tn w mdeilbvggui.hta d, c emndm,rhiv oedet.reeb r.edi stoenlet unl kdrllcdlu eeephecnnulthl a.ri b tjilnbegkueot.hcr tleee.h niftdt.-; ,
AAsdsdvlcnriuhm.ool rai o;et tn,cbe phaeurth.asr,et t,rn-e eerdm emi;kg .fs.,el in-dktoftrl,eo ilco taeirsd,et vefffr..e , h npa.lv nuldeimiiegsr t,; r fibljiekkdsftrleoervo. ieenr,, AAAvlfffaffofaaafohdbbrkeiulroeild,m,a atvdei.naoo id.enn hlnn,ae e fiwfm,d .,s ae zmilnengddane,kee nmmlei lj;eiok nnsoezd' s—azh amienm,i d avm,k. rse..p ner ae;lan afkcfizgr, a.wf aadmabole.og lr.-
AAAAAAdddddduuuuuulillllteattteeeert,,rri , mo eaavn,t.. . i , &vo vmonlf e.l., wfi eve. calfnje.hso ,isv tnefbeeklrnririmekvj,, ufa halpkluonal cwo u;hfii b.ejmi,ona nonsga.vt g.rr e.ei rjdksopecrehilj t.ne .r . AAAAA.flffffiffffjfaaaakaiciii rbbwbteilllao,iii rsrssfs,de.s eamezvmnanae.a.t en,vkn te ,ftar .,zm., w mvd.ea i.rkn lzakgvwfee hnnarezk .;,iwk dasea,'a nk—wndka.g,i nlegvglir.en .g gez. (cid:9)nwhaeki (wdd oefnr.;-.