ebook img

Armoede in Amsterdam-Noord. Eerste deelstudie van project PDF

187 Pages·2002·0.88 MB·Dutch
by  
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview Armoede in Amsterdam-Noord. Eerste deelstudie van project

ARMOEDE IN AMSTERDAM-NOORD Eerste deelstudie van project ‘Landschappen van armoede’ Annelou Ypeij Erik Snel Godfried Engbersen Werkstukken Sociale Vraagstukken en Beleid Armoede in Amsterdam-Noord: eerste deelstudie van project ‘Landschappen van armoede’ / Annelou Ypeij, Erik Snel & Godfried Engbersen. Trefw.: Armoede – Beleving van armoede – Bestaansstrategieën – Sociale ondersteuning. Rotterdam: RISBO Contractresearch BV / Erasmus Universiteit Rotterdam. Januari 2002, 2e druk Verkoopprijs: € 18,90- (inclusief BTW en administratiekosten en exclusief verzendkosten) Exemplaren van deze uitgave zijn te bestellen bij: Secretariaat RISBO Erasmus Universiteit Rotterdam Postbus 1738 3000 DR Rotterdam tel: 010-4082124 fax: 010-4529734 © Copyright RISBO Contractresearch BV. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de Directie van het Instituut. ISBN 9076613-15-X Inhoudsopgave Inhoudsopgave iii Voorwoord vii Hoofdstuk 1 Inleiding: ‘Landschappen van armoede’ 1 1.1 De leefwereld van de armen: empirische tekorten 1 1.2 Het onderzoeksproject ‘Landschappen van armoede’ 3 1.3 Methoden en technieken van het onderzoek in Amsterdam-Noord 5 1.4 Opzet van het verdere rapport 9 Hoofdstuk 2 Moderne armoede: theoretische perspectieven op armoede 11 2.1 Inleiding 11 2.2 Drie thesen over armoede 13 2.3 Centrale concepten: bestaansstrategieën en sociale steun 19 Hoofdstuk 3 Amsterdam-Noord: de lokale gevolgen van economische herstructurering 27 3.1 Inleiding 27 3.2 Het ontstaan van Amsterdam-Noord 30 3.3 Economische herstructurering op buurtniveau 32 3.4 Een blik op Amsterdam-Noord als geheel 39 3.5 Besluit 43 Hoofdstuk 4 Profielschets van de respondenten 45 4.1 Algemeen beeld 45 4.2 Inkomenssituatie 46 4.3 Woonlasten en schulden 50 4.4 Materiële en sociale deprivatie 52 4.5 Tussentijdse conclusie 57 iii Inhoudsopgave Hoofdstuk 5 Arm zijn in een rijk land: de beleving van de financiële situatie 59 5.1 Inleiding 59 5.2 Arm zijn in een rijk land 60 5.3 Armoede in de persoonlijke biografie 62 5.4 Het vermijden van een psychische kwetsuur 67 5.5 Ouderen, alleenstaande moeders en werkloze mannen 72 5.6 Conclusies 73 Hoofdstuk 6 Beleving en ervaringen in de buurt 75 6.1 Inleiding 75 6.2 Het samenleven in de buurt 75 6.3 Autochtonen versus allochtonen 79 6.4 Veranderingen in het samenleven in de buurt 86 6.5 Conclusies 89 Hoofdstuk 7 Armoede, schaamte en identiteit 91 7.1 Inleiding 91 7.2 ‘Hollandse netheid’ 93 7.3 Hedendaagse netheid in Amsterdam-Noord 94 7.4 Asocialiteit en armoede 97 7.5 Schaamte en het gevaar van asocialiteit 100 7.6 Conclusies 102 Hoofdstuk 8 Bestaansstrategieën van arme huishoudens 105 8.1 Inleiding 105 8.2 Budget-management 107 8.3 Strategische samenstelling van de familiehuishouding 120 8.4 Meervoudige inkomensstrategieën 122 8.5 Conclusies 125 Hoofdstuk 9 Sociale netwerken en steun 129 9.1 Inleiding 129 9.2 Patronen van sociale ondersteuning 130 9.3 Processen van sociale uitsluiting 136 9.4 Conclusies 144 iv Inhoudsopgave Hoofdstuk 10 Het armoedebeleid en de burger 147 10.1 Inleiding 147 10.2 Armoedebeleid in Nederland en in Amsterdam 148 10.3 Inkomensverbetering voor de minima? 155 10.4 Werk als oplossing voor armoede? 160 10.5 De kloof tussen burger en instanties 164 10.6 Tussenbalans 167 Literatuur 173 v Voorwoord Op deze plaats willen wij een woord van dank richten aan alle personen en instellingen die hun medewerking hebben verleend aan dit onderzoek. In de eerste plaats willen we de respondenten danken voor hun betrokkenheid en het vertrouwen dat zij in ons werk hebben gesteld. Vooral de vele uren die ze voor ons wisten vrij te maken, de gastvrijheid waarmee ze ons bij hen thuis ontvingen en het geduld waarmee ze onze vele vragen hebben beantwoord, waarderen wij zeer. Hun verhalen, meningen en geschiedenissen hebben ons veel inzicht gegeven en vormen de basis voor de navolgende analyse. Verder zijn wij veel dank verschuldigd aan iedereen die ons van achtergrondinformatie voorzag en contacten heeft gelegd met respondenten. Het betreffen: Hannie Bakker (Buurthuis De Evenaar), Mohammed Belkasmi (ArRahman), Dini Bergh (Anbo), Margot Bleumer (Bureau Werkwijzer), Wim Blok (Stichting Baan), Dick Bot (Rosaschool), Dhr. G.G. Broersma (Anbo), Buurtconcierges van Vogelbuurt, Chris Buys (Sociale Dienst), Mw. A. Dik (Arbeidsbureau), Abdel Elamri (Stiban), dhr. Faydali (Stichting Turks Islamitisch Centrum), dhr. T. Groen (GAK), Ans Hageman (Anbo), Paula Irik (Disk), Anne Jacobsen (Buurthuis De Meeuw), Henk Janissen (Experimentele Werkplaats), Sylvia Korevaar (Sociale Dienst), Stella Kroese (Bewonersorganisatie Disteldorp), Bertus van der Kuil (Samenwerkingverband tegen Verarming, Armoede en Verrijking), Dhr. en mw. G.B. Kuster (Anbo), Piet van der Lende (Bijstandsbond), Tom Montagne (Buurtconcierge Van der Pekbuurt), Paul Scheerder (Leefkringhuis), Anja Snabel (Buurtbeheer Vogelbuurt), Marijk Spaan (Bewonersorganisatie Vogeldorp), Aline Terpstra (Rosaburg), Louise Terstroot, Sybren van der Veen (Politie), Piet de Vreede (FNV), Clementine Vooren, Rinus Wiebenga (Woningbedrijf Amsterdam-Noord), Wil van Zijl (Initieven Betaalbaar Wonen). Een speciaal woord van dank gaat uit naar het bestuur en de leden van de Belangenvereniging Baanloze Scheepsbouwers waar we altijd welkom waren voor een kop koffie en een gesprek. vii Voorwoord Tot slot willen we onze collega-onderzoekers danken voor hun inzet. Ida Dral, Gülcan Engin, Tamara van der Hoek en Rita Schriemer hielpen de interviews af te nemen. Seraphim Karyotis verleende ondersteuning bij de verwerking van het materiaal en Richard Staring speelde een belangrijke rol bij de inhoudelijke discussies. Godfried Engbersen (Projectleider Landschappen van armoede) Rotterdam, januari 2002 viii Inleiding: ‘Landschappen van Hoofdstuk 1 armoede’ 1.1 De leefwereld van de armen: empirische tekorten Hoewel de afgelopen jaren veel onderzoek is gedaan naar armoede, zowel in Nederland als internationaal, blijft onze kennis van dit verschijnsel in zekere zin beperkt en eenzijdig. Armoede wordt vooral statistisch geteld en gemeten, maar over de leefwereld van de armen en over de wijzen waarop zij pogen te 'overleven' vernemen we weinig. Dit gebrek aan kennis over wat armoede voor de armen zelf betekent, is een groot gemis. Arme mensen zijn immers geen marionetten die louter gestuurd worden door politiek- economische krachten. Om te begrijpen hoe macro-structurele processen uitwerken op het niveau van buurten, huishoudens en individuen is het van betekenis om inzicht te verwerven in alledaagse verschijningsvormen van armoede. Relevante vragen hierbij zijn: hoe zijn huishoudens in zo'n kwetsbare positie verzeild geraakt? Hoe beleven zij de situatie van armoede? En vooral: hoe gaan zij met die situatie om? Welke bestaansstrategieën ontplooien burgers en huishoudens, die in een kwetsbare situatie verkeren? Zo’n bottom-up of inside-perspectief doet meer recht aan de weerbaarheid en veerkracht van arme huishoudens. Het laat zien welke strategische wijzen van handelen arme huishoudens ontplooien om in de elementaire levensbehoeften (huisvesting, kleding, eten) te voorzien en om de aansluiting met het gemiddeld welvaartspeil van de samenleving niet te verliezen. Een dergelijk perspectief geeft een nauwkeuriger beeld van wat armoede en sociale uitsluiting in de praktijk betekenen dan de gebruikelijke koopkracht en woonlastenplaatjes die het politieke debat domineren. Dergelijk onderzoek laat met name de differentiatie zien binnen de diverse groepen die gewoonlijk tot de 'sociale minima' worden gerekend. Sommigen slagen er veel beter in om rond te komen met een inkomen rond het sociaal minimum of slagen er – op formele of informele – wijze in om extra-inkomsten of sociale steun te verwerven. Anderen lukt dat minder goed en leiden soms een marginaal en geïsoleerd bestaan (Engbersen 1990, Snel en Engbersen 1997). 1 Hoofdstuk 1 Er zijn meer empirische tekorten aan te wijzen in het bestaande armoede- onderzoek. Veel onderzoek richt zich op individuele kenmerken van huishoudens onder of rond de armoedegrens. We hebben daardoor redelijk zicht op de achtergrondkenmerken van arme huishoudens en weten wat de belangrijkste risicogroepen met betrekking tot armoede zijn. Veel minder is echter bekend over de sociale inbedding van deze huishoudens in bepaalde buurten. Wat betekent het om in een buurt met verhoudingsgewijs veel arme huishoudens en uitkeringsgerechtigden te leven? Welke sociale en culturele patronen ontwikkelen zich in dergelijke buurten? Het antwoord op dergelijke vragen kan uit het bestaande armoede-onderzoek niet worden opgemaakt. De vragen die hier zijn opgeroepen – over de actieve bestaansstrategieën van arme huishoudens, de beleving van armoede en de maatschappelijke consequenties van de concentratie van armoede in bepaalde buurten – vergen ons inziens een andere onderzoeksbenadering dan in het Nederlandse armoede-onderzoek gebruikelijk is. Het meeste onderzoek naar armoede in Nederland betreft statistische bewerkingen van grootschalige databestanden. Dergelijk onderzoek is vooral van belang om de omvang van armoede en diverse kenmerken van de armoedepopulatie vast te stellen. Dit type grootschalig, maar naar haar aard extensief onderzoek is echter ontoereikend om een antwoord te geven op meer vragen over de beleving en sociale inbedding van armoede, alsmede op vragen over de bestaansstrategieën van arme huishoudens. Onderhavig onderzoek is daarom anders van aard. Het is een voorbeeld van intensief en kwalitatief onderzoek onder arme huishoudens. De empirische basis voor de studie, waarvan hier verslag wordt gedaan, wordt gevormd door tachtig soms zeer langdurige interviews met arme huishoudens uit Amsterdam-Noord. Soms werd vele uren en gedurende meerdere keren met de betrokkenen gesproken. Het onderzoek is echter niet alleen gebaseerd op interviews. De hoofdonderzoeker woont inmiddels anderhalf jaar in de onderzoekswijk en ook dat draagt bij aan een gedegen inzicht in de sociale processen die zich in arme buurten als de onderhavige kunnen afspelen. Een verantwoording van de in dit onderzoek gebruikte methoden en technieken wordt hierna in dit hoofdstuk gegeven (par. 1.3). Eerst wordt echter deze deelstudie over arme huishoudens in Amsterdam-Noord geplaatst in het bredere onderzoeksproject over ‘Landschappen van armoede’ (par. 1.2). Dit hoofdstuk eindigt met een kort overzicht van de opzet en verdere inhoud van dit rapport (par. 1.4). 2

Description:
Werkplaats), Sylvia Korevaar (Sociale Dienst), Stella Kroese. (Bewonersorganisatie New York: Alfred A. Knopf Inc. Wouden, H.C. van der, (1996).
See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.