ebook img

Arbitrage en mededingingsrecht PDF

50 Pages·2010·0.75 MB·Dutch
by  
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview Arbitrage en mededingingsrecht

FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID UNIVERSITEIT GENT ACADEMIEJAAR 2009-2010 Arbitrage en mededingingsrecht Masterproef van de opleiding ‘Master in de Rechten’ Ingediend door Jan Dirix 20056876 Major burgerlijk recht en strafrecht Promotor: Prof. Dr. J. Erauw Commissaris: Dr. M. Piers Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Arbitrage 4 2.1 Algemeen 4 2.2 Definitie 5 2.3 Kenmerken van arbitrage 6 3. Mededingingsrecht 7 3.1 Algemeen 7 3.2 Europese bepalingen 7 3.3 Belgische bepalingen 9 3.4 Het recht van de Europese Unie en de Lidstaten 11 4. Arbitreerbaarheid 14 4.1 Wat is arbitreerbaarheid? 14 4.2 Welk recht bepaalt de arbitreerbaarheid? 15 4.2.1 Toepasselijk recht voor het arbitrale tribunaal 16 4.2.2 Toepasselijk recht voor de rechter : De exceptie van rechtsmacht 18 4.2.3 Conclusie 21 4.3 De nationale wetgevingen betreffende arbitreerbaarheid 22 4.3.1 De Belgische situatie 22 4.3.2 In rechtsvergelijkend perspectief 23 4.3.3 Arbitreerbaarheid en openbare orde 25 4.4 Arbitreerbaarheid en mededingingsrecht 25 4.5 Evolutie in de geesten : De historische context 26 5. Arbitrage en openbare orde 27 6. Dwingend recht, de rechter en de arbiter 30 6.1 Wat weten we over dwingend recht? 30 6.2 De nationale context 31 6.3 De internationale context 32 6.4 Dwingende regels 34 6.5 Bijzonder dwingende regels 35 6.6 Buitenlandse bijzonder dwingende regels 35 6.7 Arbiters en dwingend recht 36 7. Assistentie en de problematiek van de prejudiciële vraagstelling 39 8. Controle op de arbitrale uitspraak 42 9. Conclusie 44 1 “The first virtue of politics and the first element of success is perseverance” Auguste Beernaert (1829-1912) 1.Inleiding Dit werk is geschreven in Oostende in de Euphrosina Beernaertstraat, naar de bekende schilderes en tevens de zus van Auguste. Beernaert, jurist van opleiding en geboren te Oostende was eerste minister van België van 1884 tot 1894 en tijdens deze periode werd het ‘trucksysteem’ afgeschaft, werden er Paritaire Nijverheids- en Arbeidsraden opgericht en werkrechtersraden hervormd.1 De wetten op de vrouwen- en kinderarbeid en sociale woningbouw zijn ook onder zijn regering ingevoerd alsook wijzigingen aan het kiessysteem (algemeen meervoudig stemrecht).2 Hij was een bekend pacifist en nam deel aan de Vredesconferenties van Den Haag in 1899, 1907 en 1912, was lid van het Permanent Hof van Arbitrage, de International Law Association en het Instituut voor Internationaal recht en streefde naar de unificatie van het maritiem recht en het oplossen van internationale geschillen via arbitrage, waarbij hij zelf geregeld als arbiter optrad.3 in 1909 kreeg hij samen met Paul Henri Benjamin d'Estournelles de Constant de Nobelprijs voor de vrede omdat : “ Each of these men holds a prominent position in the international movement for peace and arbitration, and it is therefore fully in keeping with the spirit of Nobel's intentions that the prize should be awarded to them”.4 Onze samenleving evolueert sneller dan ooit tevoren. Technologische ontwikkelingen in de communicatie, de informatica en het transport doen grenzen en afstanden verdwijnen. De wereld als ‘global village’ is een feit en dit heeft een onmiskenbare weerslag op het recht en zijn maatschappij- ordenende functie. Aanpassen en constant inspelen op vernieuwingen en veranderingen is de boodschap. Of zoals in het management geldt: ‘change or die’. Er bestaat echter (nog) geen mondiale rechtsorde. Elk land heeft zijn eigen rechtssysteem, of meerdere systemen met daarenboven een eigen rechtscultuur. Boven ons nationaal recht met wetten,decreten en ordonnanties bevindt zich het Europese Gemeenschapsrecht, dat op tal van domeinen regelgevend optreedt. En natuurlijk spelen internationale Verdragen en Conventies een belangrijke rol. In België merken we zelfs een verschil op in rechtscultuur tussen het noorden en het zuiden van het land. Binnen één en dezelfde rechtbank leidt de formalistische visie van de ene rechter soms tot een heel ander resultaat als dat van een ander, die meer proces-economisch is ingesteld. Samen beschouwd met de fictie dat iedereen geacht wordt de wet te kennen valt op dat rechtszekerheid scheppen niet altijd evident is. Het internationaal privaatrecht is de rechtstak van de toekomst want zoals eerder aangegeven is de geglobaliseerde samenleving een feit, een keiharde 1 E. WITTE, J. CRAEBECKX EN A. MEYNEN, Politieke geschiedenis van België, Brussel, Standaard Uitgeverij, VUBpress, 1997, p. 125-126. 2 O.c., p. 120-126. Noot: In mijn ogen belangrijke politieke realisaties maar Prof. Witte beschrijft Beernaert op p.120 als “een exponent van een groep vooruitziende conservatieven… die de enorme betekenis van de arbeidsmacht begrepen..en die de doorbraak van het socialisme met man en macht wensten af te remmen”. 3 http://nobelprize.org/nobel_prizes/peace/laureates/1909/beernaert-bio.html 4 http://nobelprize.org/nobel_prizes/peace/laureates/1909/beernaert-bio.html 2 realiteit. Afstanden worden steeds kleiner, de wereld is onze achtertuin. Om nog een mooi voorbeeld vanuit Oostende te gebruiken, de wereldvermaarde garnaaltjes, een Belgisch topproduct zou topchef Peter Goossens zeggen. In de viswinkels heeft de klant de keuze tussen gepelde en ongepelde garnalen. De ongepelde dat spreekt voor zich, maar wie pelt de gepelde? Wel tot over enkele jaren werden de garnalen overgevlogen naar Marokko om er gepeld te worden door goedkopere arbeidskrachten dan de Belgische. Tegenwoordig worden de garnalen vanuit Oostende overgevlogen naar China en terug omdat dit procédé nog goedkoper is. Twintig jaar terug was dit bijna even ondenkbaar als vijftig jaar geleden vertellen dat mensen op de maan zouden gaan wandelen. De eerste les internationaal privaatrecht die ik bijwoonde was een openbaring. De professor vertelde ons dat alles wat we tot dan geleerd hadden zoals familierecht, zakenrecht, handelsrecht enzovoort ook grensoverschrijdend plaatsvond. Ik viel uit de lucht. Wat als er effectief meerdere internationale aanknopingspunten zijn in één geschil. Welk recht wordt waar toegepast en door wie?” Welcome to the world (of private international law)”! Het Wetboek van Internationaal Privaatrecht is zonder enige twijfel de mooiste en meest duidelijke wetgeving in België. Vandaar mijn keuze om een eindwerk te schrijven binnen de vakgroep Internationaal Privaatrecht. Maar het vakgebied is zo ruim dat een specifiekere keuze zich opdrong. Eindwerken of masterproeven zoals dat nu heet worden niet voor het plezier geschreven. Laten we elkaar geen Liesbeth noemen, men doet het omdat het moet. En hoe kiest een student een titel? Je kiest een onderwerp waarvan je denkt dat het je zal boeien, want voor je eraan begint weet je er eigenlijk niets van. Dus koos ik een onderwerpen waarover ik eigenlijk niets wist. Arbitrage en mededingingsrecht. Als criminoloog ben ik altijd voorstander geweest van allerhande vormen van buitengerechtelijke en alternatieve geschillenoplossingen, weliswaar in het strafrechtelijke kader. Herstelbemiddeling, dader-slachtofferbemiddeling, trektochten naar Compostella, enz. Eerst proberen bemiddelen, dan pas naar de rechtbank. Het is goedkoper, sneller en de partijen in het conflict zijn actiever en directer betrokken bij de behandeling van hun zaak. Als we even terugkeren in de geschiedenis en kijken naar de evolutie in het strafrecht dan wordt één en ander duidelijk. Vroeger was strafrecht een puur private aangelegenheid, partijen losten hun geschil zelf op door het nemen van wraak, het zogenaamde ‘lex talionis’ principe, beter bekend als oog om oog, tand om tand. Wegens overmatig geweld begon de overheid te interveniëren door introductie van het zogenaamde zoengeld. De vergelding kon afgekocht worden door het betalen van een schadevergoeding aan de familie van het slachtoffer. De publieke overheid werkte als een soort bemiddelaar tussen partijen, hetgeen enkel lof verdient. Een minder positieve evolutie was dat doorheen de tijd, de staat, lees de soevereine vorst zichzelf als belangrijkste slachtoffer begon te beschouwen. De schadevergoeding werd een geldboete die betaald moest worden aan de overheid en de benadeelden verkregen een secundaire positie in het geschil. Door het onttrekken van het conflict aan de betrokkenen evolueerde het strafrecht sterk naar het publieke domein. Daar vinden we het verband met het onderwerp van deze masterproef. Arbitrage is een wijze van geschillenbeslechting waarin partijen een zeer grote vrijheid genieten. Zij bepalen zelf volgens welke regels hun geschil beslecht zal worden. Dit hoeven zelfs geen rechtsregels te zijn. Verwijzingen dat arbiters moeten beslissen volgens ‘de geldende handelsgebruiken’ of volgens het de niet neergeschreven regels van de ‘Lex Mercatoria’ zijn geen ongewone zaak. De partijen kunnen ook bepalen waar hun geschil beslecht zal worden om zo te komen tot een neutrale plaats voor de regeling van hun conflict. Het voordeel hiervan is een grotere onpartijdigheid omdat geen van beiden 3 dan het ‘thuisvoordeel’ heeft. Deze vrijheid staat in schril contrast met het mededingingsrecht, dat in essentie publiek recht is en gestoeld is op Europese leest. De klassieke ‘summa divisio’ tussen privaat en publiek recht is gedeeltelijk achterhaald. We mogen niet vergeten dat deze opdeling reeds teruggaat tot bij de Romeinen. In de ‘Institutiones’ 1. 4 van Keizer Justinianus en zijn juridisch adviseur Tribonianus wordt privaatrecht omschreven als ‘ad singulorum utilitatem’, tot nut van enkelingen. De ‘res publica’ daarentegen, het publieke belang, is de zaak van iedereen. Zoals oude mensen vaak (in mijn ogen verkeerdelijk) geneigd zijn te zeggen : “In onze tijd was het allemaal veel simpeler”, hebben ze in de context van dit eindwerk toch wel gelijk. Want het klassieke onderscheid tussen publiek en privaat is in deze ver zoek. In de verhouding tussen arbitrage en mededingingsrecht (of competitierecht) vind er een complexe vermenging plaats van publieke en private belangen of zoals de Engelsen zeggen : “There is a total confusion”. Het grote probleem dat zich stelt is het volgende. Partijen komen geldig overeen om de eventuele geschillen die tussen hen, in hun contractuele relatie kunnen rijzen te laten beslechten door een onafhankelijk en onpartijdig scheidsgerecht. Maar die contractuele relatie kan een bepaalde invloed hebben op de concurrentie in de markt van vraag en aanbod. Dus de scheidsrechters of arbiters, die hun rechtsmacht bekomen op grond van de wil van de partijen, op grond van de partijautonomie, kunnen dus geconfronteerd worden met het publieke belang, hetgeen de opdracht die aan hen is toegewezen ver te buiten gaat. Zij zijn aangesteld om een oplossing te vinden voor het probleem tussen beide contracterende partijen, maar die beslissing kan een grote invloed hebben op de economische ordening. Anders gesteld, wanneer arbiters zich dienen uit te spreken over mededingingsrecht dan komt bovenop de privaatrechtelijke component zich een publiekrechtelijke component ‘enten’. Wat willen we nu onderzoeken? De titel zegt alles maar enige verduidelijking en verdieping is op zijn plaats. Een beperkte voorkennis van arbitrage en economisch recht is aangeraden bij het lezen van dit werk. Gezien het beperkte opzet van deze paper zal het niet mogelijk zijn erg exhaustief in te gaan op beide concepten, arbitrage en mededingingsrecht, maar een korte inleiding van beide begrippen is onontbeerlijk. Eerst bespreken we kort beide begrippen afzonderlijk met hun respectievelijke kenmerken. Vervolgens onderzoeken we de verenigbaarheid van beiden, de gelijkenissen en tegenstellingen. Ten slotte worden enkele problemen verder uitgediept, zoals dearbitreerbaarheid, de toepassing van dwingend recht, de prejudiciële vraagstelling en de openbare orde, maar hierover verder meer. 2. Arbitrage 2.1 Algemeen Arbitrage is privaatrecht bij uitstek. Partijen kunnen zo goed als de hele procedure zelf vorm geven binnen het door de wet toegestane kader weliswaar. Maar toch deze vrijheid is vrij groot. Arbitrage is een alternatieve wijze van geschillenbeslechting in tegenstelling tot de geschillenbeslechting voor de overheidsrechtbanken. In de Verenigde Staten wordt arbitrage beschouwd als één van de vele vormen van “ADR” (Alternative Dispute Resolution). Het is echter oppassen geblazen bij het gebruik van deze term omdat arbitrage een buitenbeentje is binnen de alternatieve afhandeling van geschillen. Het voornaamste verschil met bemiddeling is dat bij arbitrage de partijen overeenkomen om hun geschil te laten beslechten door een arbitraal tribunaal. Eens vaststaat dat er een geldige arbitrageovereenkomst is, en de arbiter(s), meestal 1 of 3 in aantal, concluderen dat het voorliggende geschil onder de rechtsmacht van het arbitrale tribunaal valt, dan volgt er een 4 (arbitrale) uitspraak. De partijen komen dus voor het ontstaan van een geschil, of na dat er een geschil gerezen is, overeen dat ze opteren voor arbitrage, dan zijn ze gebonden door de arbitrale uitspraak. Dit is het grote verschil met bemiddeling, waar de partijen zich tevens akkoord moeten verklaren met de door de bemiddelaar(s) voorgestelde oplossing. Arbitrage is derogatie.5 Partijen beslissen autonoom, binnen de wettelijk toegestane grenzen, hun geschil te onttrekken aan de overheidsrechtbanken. “Un mode de juridiction non-étatique, à base conventionelle,…”.6 Belangrijk is dat het geschil door een overeenkomst niet aan de rechtsmacht van één Staat onttrokken wordt, maar aan de rechtsmacht van alle staten. Arbitrage is een alternatieve en private (in tegenstelling tot de traditionele rechtsgang) wijze van geschillenbeslechting. 2.2 Definitie In elke poging tot definiëring van een concept, in elk onderzoek is het nuttig om te weten vanwaar u kijkt en in ons geval is dat België. De rechtsvergelijking leert ons dat er op internationaal vlak veel juridische begrippen bestaan met een gelijkaardige maar daarom niet steeds gelijke inhoud. Een goede definitie is die van Carbonneau: “Arbitration is a private, generally informal, and nonjudicial trial procedure for adjudicating disputes. It functions as an alternative to judicial litigation by providing binding determinations through presumably less expensive, more efficient and expert, and nonetheless fair proceedings…The parties confer upon the arbitrators full legal authority to adjudicate disputes, i.e., to render a final disposition of the matters submitted that can be enforced through coercive legal means. Party agreements sets the process in motion, but it does not dictate the outcome. Once the parties entrust the arbitral tribunal with the authority to rule, they-subject to settlement- relinquish control of the dispute and of its resolution to the arbitrators”.7 Internationaal privaatrecht is hoofdzakelijk nationaal recht.8 Met betrekking tot arbitrage zou men tot eenzelfde conclusie kunnen komen. Een land moet binnen het eigen rechtssysteem arbitrage toelaten en organiseren, meer bepaald door het toekennen van rechtsmacht aan arbitrale tribunalen door de mogelijkheid te scheppen om het geschil te onttrekken aan de jurisdictie van de rechtbanken en hoven. Hetgeen niet uitsluit dat er verschillende nationale systemen hun invloed zullen hebben op een bepaald geschil indien er een internationaal aspect bij betrokken is. Artikel 1676 lid 1 Ger. W. stelt dat elk geschil dat reeds is ontstaan of nog kan ontstaan uit een bepaalde rechtsbetrekking, waarover een dading mag worden aangegaan bij overeenkomst aan arbitrage kan worden onderworpen. In de Belgische rechtsleer wordt arbitrage gedefinieerd als: ”..het opdragen van rechtsprekende macht aan één of meerdere arbiters om definitief een einde te stellen aan een bestaand of toekomstig geschil”.9 De partijen onttrekken dus hun geschil aan de 5 G. DE LEVAL, Institutions judiciaries- Introduction au droit judiciaire privé, Ed. Collection scientifique de la Faculté de Droit de Liège, 1993, p. 23. 6 Ibid., p. 23 7 N. SHELKOPLYAS, The application of EC law in arbitration proceedings, Europa Law Publishing, 2003, p. 4. 8 J. ERAUW, Handboek Belgisch internationaal privaatrecht, Mechelen, Kluwer, 2006, p. 5. 9 PH. DE BOURNONVILLE, L’arbitrage, Brussel, 2000, p. 55; J. ERAUW en M. PIERS, Handboek Belgisch internationaal privaatrecht, Mechelen, Kluwer, 2006, p. 229; M. HUYS en G. KEUTGEN, L’arbitrage en droit Belge et international, Brussel, Bruylant, 1981, p. 48; J. LINSMEAU, L’arbitrage volontaire en droit privé Belge, Brussel, Bruylant, 1991, p. 18. 5 gewone rechtbanken.10 Een definitieve beslissing impliceert dat er geen beroep tegen mogelijk is, hoewel partijen hierin kunnen voorzien bij overeenkomst. Voorts bepalen zij vrij de zetel van arbitrage en het toepasselijk recht, zelfs een verhaal bij de overheidsrechter kan uitgesloten worden, op voorwaarde dat imperatieve wetsbepalingen en de (internationale) openbare orde wordt gerespecteerd. 2.3 Kenmerken van arbitrage Een arbitrale procedure wordt gekenmerkt door confidentialiteit en de uitspraak wordt slechts bekendgemaakt met de voorafgaande instemming van de betrokken partijen. Vaak zijn het dan nog slechts maar beknopte weergaven of een kleine samenvatting. Dit draagt ertoe bij dat arbitrage gehuld is in een mysterieuze sfeer. En wat weinig zichtbaar is spreekt altijd tot de verbeelding, de menselijke nieuwsgierigheid naar het onkenbare. Arbitrage komt voor in verschillende vormen, denken we bijvoorbeeld aan de geschillencommissie reizen die zetelt als een arbitraal tribunaal, maar we beperken ons in dit onderzoek tot de nationale en internationale handelsarbitrage. Arbitrage is ook niet goedkoop, het gaat meestal om grote internationale contracten waar veel geld mee gemoeid is, hetgeen ook niet onaantrekkelijk is als onderzoeksobject. Over de hoge kostprijs is nog wel iets te zeggen. De gemiddelde duur van een arbitrale procedure is veel korter dan de gemiddelde procedure voor een overheidsrechter omdat er in principe tegen een arbitrale uitspraak geen beroep mogelijk is. Tenzij de partijen hier zelf in wensen te voorzien maar dit komt niet zo vaak voor. Als de optelsom gemaakt wordt van de kosten van een voorziening in Beroep, eventueel een voorziening in Cassatie en de vele jaren die zo’n aanslepende procedure kan duren, dan zal arbitrage toch nog de meest voordelige oplossing blijken te zijn. Het is een vaststaand feit vele staten grote voorstanders zijn van private geschillenbeslechting of arbitrage. Het is ook geen geheim dat op internationaal vlak het mededingingsrecht vroeger werd gezien als één van die onderwerpen waren waarover arbitreren niet was toegestaan. Deze vaststelling klinkt veel beter in het Engels : “the subject of the dispute was not capable of settlement by arbitration”. Maar doorheen de tijd zijn de meningen hieromtrent veranderd en nu ?..... Het doel is inzicht te krijgen in de relatie tussen arbitrage en mededingingsrecht en onmiddellijk wordt een eerste probleem zichtbaar. Hoe verenigen we het private karakter van arbitrage met het algemene belang van het mededingingsrecht? Beiden worden eerst kort afzonderlijk besproken alvorens over te gaan tot de essentie van de zaak namelijk hoe verloopt de interactie tussen arbitrage en mededingingsrecht. Wanneer worden arbiters geconfronteerd met mededingingsrecht en welke problemen manifesteren zich dan? Arbitrage is een alternatief voor geschillenbeslechting voor overheidsrechtbanken. Internationale arbitrage biedt als men er goed over nadenkt een reeks van mogelijke alternatieven.11 Een ander groot voordeel is dat een gedeelte van de werklast van de rechtbanken wordt overgenomen en dat is weer een van de redenen waarom de meeste landen echte voorstanders zijn van arbitrage. Het Verdrag van New York van 1958 over de erkenning en tenuitvoerlegging van in het buitenland 10 M. PIERS en H. VERBIST, “Concessiegeschillen en arbitrage. Welk recht bepaalt vatbaarheid voor arbitrage?”, NjW 2005, p. 619. 11 P. LANDOLT, o.c., p. 140. 6 gewezen scheidsrechterlijke uitspraken is waarschijnlijk nog een van de beste bewijzen dat arbitrage zeer belangrijk is in de wereld. Het is door meer dan 120 landen ondertekend. 3. Mededingingsrecht 3.1 Algemeen Traditioneel behoort het mededingingsrecht tot het economisch recht. Samen met de wet op de handelspraktijken en de bescherming van de consument vormen zij de kern van het economisch structureel sturingsbeleid. Mededinging is een marktmechanisme dat door een zo goed mogelijke afstemming van vraag en aanbod van goederen en diensten zorgt voor een optimale prijs/kwaliteitsverhouding. Het Belgische mededingingsrecht is sterk gewijzigd door de 'Wet tot bescherming van de economische mededinging, gecoördineerd op 15 september 2006' of korter de W.B.E.M.12, zowel inhoudelijk, institutioneel als procedureel. De nieuwe wet is eigenlijk een omzetting in het nationale recht van nieuwe communautaire regelgeving, de zogenaamde “Moderniseringsverordening”13 die op 1 mei 2004 in werking is getreden. Artikel 101 VWEU(ex artikel 81,1 EG) verbiedt alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemingsverenigingen en alle onderling afgestemde gedragingen die de handel tussen lidstaten ongunstig kunnen beïnvloeden wegens het niet verenigbaar zijn met de gemeenschappelijke markt en somt een aantal verboden gedragingen op. Lid twee verklaart alle overeenkomsten en besluiten strijdig met dit artikel van rechtswege nietig. Artikel 101, 3 VWEU(ex artikel 81,3 EG) bepaalt dat in bepaalde gevallen, zoals bij verbetering van de productie of technische of economische vooruitgang, de bepalingen van het eerste lid buiten toepassing kunnen worden verklaard. 3.2 Europese bepalingen Artikel 101 VWEU (ex artikel 81) “Onverenigbaar met de interne markt en verboden zijn alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen welke de handel tussen lidstaten ongunstig kunnen beïnvloeden en ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging binnen de interne markt wordt verhinderd, beperkt of vervalst en met name die welke bestaan in: a) het rechtstreeks of zijdelings bepalen van de aan- of verkoopprijzen of van andere contractuele voorwaarden; b) het beperken of controleren van de productie, de afzet, de technische ontwikkeling of de investeringen; c) het verdelen van de markten of van de voorzieningsbronnen; 12 B.S. 29 juni 2006. 13 Verordening nr. 2003/1van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag van 25 maart 1957, Pb.EU 2003, L1/1. 7 d) het ten opzichte van handelspartners toepassen van ongelijke voorwaarden bij gelijkwaardige prestaties, hun daarmede nadeel berokkenend bij de mededinging; e) het afhankelijk stellen van het sluiten van overeenkomsten van de aanvaarding door de handelspartners van bijkomende prestaties welke naar hun aard of volgens het handelsgebruik geen verband houden met het onderwerp van deze overeenkomsten. 2. De krachtens dit artikel verboden overeenkomsten of besluiten zijn van rechtswege nietig. 3. De bepalingen van lid 1 van dit artikel kunnen echter buiten toepassing worden verklaard — voor elke overeenkomst of groep van overeenkomsten tussen ondernemingen, — voor elk besluit of groep van besluiten van ondernemersverenigingen, en — voor elke onderling afgestemde feitelijke gedraging of groep van gedragingen die bijdragen tot verbetering van de productie of van de verdeling der producten of tot verbetering van de technische of economische vooruitgang, mits een billijk aandeel in de daaruit voortvloeiende voordelen de gebruikers ten goede komt, en zonder nochtans aan de betrokken ondernemingen a) beperkingen op te leggen welke voor het bereiken van deze doelstellingen niet onmisbaar zijn, b) de mogelijkheid te geven, voor een wezenlijk deel van de betrokken producten de mededinging uit te schakelen. Artikel 102 VWEU (ex artikel 82 EG) Onverenigbaar met de interne markt en verboden, voor zover de handel tussen lidstaten daardoor ongunstig kan worden beïnvloed, is het, dat een of meer ondernemingen misbruik maken van een machtspositie op de interne markt of op een wezenlijk deel daarvan. Dit misbruik kan met name bestaan in: a) het rechtstreeks of zijdelings opleggen van onbillijke aan- of verkoopprijzen of van andere onbillijke contractuele voorwaarden; b) het beperken van de productie, de afzet of de technische ontwikkeling ten nadele van de verbruikers; c) het toepassen ten opzichte van handelspartners van ongelijke voorwaarden bij gelijkwaardige prestaties, hun daarmede nadeel berokkenend bij de mededinging; d) het feit dat het sluiten van overeenkomsten afhankelijk wordt gesteld van het aanvaarden door de handelspartners van bijkomende prestaties, welke naar hun aard of volgens het handelsgebruik geen verband houden met het onderwerp van deze overeenkomsten. Artikel 102 VWEU (ex artikel 82 EG) handelt over misbruik van machtspositie op de gemeenschappelijke markt of een wezenlijk deel ervan. Deze bepalingen en de definitie van 'markt' en 'machtspositie' dienen verder uitgediept te worden. In de ruime zin behoren de artikels de oude 8 83-89 E.G. ook tot het mededingingsrecht maar in de bespreking beperken we ons hoofdzakelijk tot Artikel 101 VWEU (ex artikel 81 EG) en Artikel 102 VWEU (ex artikel 82 EG). De Belgische wetgeving ter zake is een bijna letterlijke overname van de Europese regels. Het is interessant te bestuderen hoe de situatie was respectievelijk voor en na deze wetswijzigingen. Is er een uitbreiding of een beperking van de mogelijkheid tot arbitrage? Is het mededingingsrecht, geheel of slechts deels, dwingend of van openbare orde? Een vergelijking tussen de kenmerken en de finaliteit van arbitrage met die van de rechtbanken zal enkele interessante inzichten kunnen verschaffen. 3.3 De Belgische bepalingen Art.2 WBEM § 1. Zijn verboden, zonder dat hiertoe een voorafgaande beslissing vereist is, alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemingsverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen welke ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging op de Belgische betrokken markt of op een wezenlijk deel ervan merkbaar wordt verhinderd, beperkt of vervalst en met name die welke bestaan in : 1° het rechtstreeks of zijdelings bepalen van de aan- of verkoopprijzen of van andere contractuele voorwaarden; 2° het beperken of controleren van de productie, de afzet, de technische ontwikkeling of de investeringen; 3° het verdelen van de markten of van de voorzieningsbronnen; 4° het ten opzichte van handelspartners toepassen van ongelijke voorwaarden bij gelijkwaardige prestaties, hen daarmee nadeel berokkenend bij de mededinging; 5° het afhankelijk stellen van het sluiten van overeenkomsten, van de aanvaarding door de handelspartners van bijkomende prestaties welke naar hun aard of volgens het handelsgebruik geen verband houden met het onderwerp van deze overeenkomsten. § 2. De krachtens dit artikel verboden overeenkomsten of besluiten zijn van rechtswege nietig. § 3. De bepalingen van § 1 zijn niet van toepassing op : 1° elke overeenkomst of groep van overeenkomsten tussen ondernemingen, 2° elk besluit of groep van besluiten van ondernemingsverenigingen, en 3° elke onderling afgestemde feitelijke gedraging of groep van gedragingen die bijdragen tot verbetering van de productie of van de verdeling of tot verbetering van de technische of economische vooruitgang of die de kleine en middelgrote ondernemingen de mogelijkheid bieden om hun concurrentiepositie op de betrokken markt of op de internationale markt te verstevigen, mits een billijk aandeel in de daaruit voortvloeiende voordelen de gebruikers ten goede komt, en zonder nochtans aan de betrokken ondernemingen : a) beperkingen op te leggen welke voor het bereiken van deze doelstellingen niet onmisbaar zijn; b) de mogelijkheid te geven, voor een wezenlijk deel van de betrokken producten de 9

Description:
Arbitrage en mededingingsrecht. Masterproef van de opleiding. 'Master in de Rechten'. Ingediend door. Jan Dirix. 20056876. Major burgerlijk recht en 618. 38Rechtbank van Koophandel, Brussel, 20 september 1999, Matermaco SA v. PPM Cranes Inc. et al., XXV. Yearbook Commercial Arbitration
See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.