ebook img

ANTON VAN DUINKERKEN Brabantse herinneringen PDF

309 Pages·2013·24.26 MB·Dutch
by  
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview ANTON VAN DUINKERKEN Brabantse herinneringen

ANTON VAN DUINKERKEN Brabantse herinneringen ANTON VAN DUINKERKEN Brabantse herinneringen MCMLXIV UITGEVERIJ HET SPECTRUM I UTRECHT ANTWERPEN Tweede druk C1:I r964 by Het Spectrum Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door nriddel van druk, fotocopie, nricrofilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, nricrofilm or any other means without written permission from the publisher, INHOUD J I. De Sint ozefstraat 9 II. De School van Brogtrop 21 III. De Ruwenberg 33 IV. De Belgische Vlucht 49 v. Schouwtoneel der Zaligheid 58 VI. Gezicht op Ypelaer 72 VII. Waar draaiboom sluit noch hek 88 VIII. Lof van de Selecta 103 IX. Monseigneur Frencken IIO x. Scheut 135 x1. De Tussentijd 147 XII. De Geest op het Groot-Seminarie 157 XIII. Het Tijdperk van de Priesterdichters 167 XIV. Een Tweespraak zonder Einde 179 xv. Doctor Moller 185 XVI. Begin van Roeping 208 XVII. De Weerstand 219 XVIII. De Eerste Vergadering 228 XIX. Tweeërlei Geestverwantschap 243 xx. Uitgescheiden 255 XXI. Aan de Leergangen 265 XXII. Rond Carnaval 287 XXIII. De Doorbraak 297 I De Sint Jozefstraat MIJN VADER STIERF IN HET ONZE LIEVE VROUWENZIEKENHUIS te Amsterdam op de eerste Kerstdag van 1940 kort na middernacht. Ik had hem daarheen gebracht op 6 December zonder te kunnen vermoeden, dat hij, 63 jaar oud, de operatie niet zou overleven, die hij ondergaan moest. Hij was een forse man, sterk van lijf en leden, tot de dood van mijn moeder in Juli 1939 kerngezond, altijd graag in de buitenlucht, liefhebber van jagen en varen, niet van hengelvissen, en daarbij toegerust met een ontvankelijkheid voor geluk zoals ik nooit meer nadien bij enig mens heb opgemerkt. Het is niet genoeg te zeggen, dat hij doorgaans vrolijk of goed geluimd was. Als volwassen zoon heb ik hem aandachtig kunnen waarnemen onder omstandigheden, die smartelijk voor hem waren. Ook dan verliet zijn ongewone begaafdheid met geluk hem geen ogenblik. Men heeft hem onrustig gezien over het lot van een broer van mij, die zonder enig bericht, tien dagen na de capitulatie nog niet terug was uit de oorlog. De indruk, dat mijn vader zijn optimisme bewaarde, was vals. In zulke dingen mocht iemand, die hem goed kende, hem geen optimist noemen, op zijn hoogst een man, die grote uiterlijke tekenen van berusting toonde. Hij was iets anders dan optimistisch. Hij was gelukkig. Om zakendoen gafhij niets. In zijn hart had hij er het land aan. Waarschijnlijk is hij geen bekwame fabrikant geweest, al kwam hij uit een familie, die zich had opgewerkt in de industrie en hiervoor bijna man voor man onmiskenbare aanleg bezat. Hij leek bonkiger en boerser gebouwd dan zijn broers of dan zijn vader en diens broers, die ik meest nog goed heb gekend. Pikzwart haar en een donkere, maar twinkelende oogopslag gaven hem in zijn volle man- 9 nenjaren het voorkomen van een zuiderling, die een zwerver zou kunnen zijn, wanneer zijn stap niet de vaste zekerheid van een doelbewust man had laten opmerken. Niets, dat hem vreugde gaf, was in staat hem te vermoeien. Tegen zijn uithoudingsvermogen onderweg of op reis legden al zijn genoten het af Als hij bij het laden van vaten bier een handje hielp, stond het personeel verbluft over zijn kracht en vaardigheid. Op het kantoor zat hij tegenover een oude, deftige oom van hem, wiens gesprek hem weinig inter esseerde. Hij verkwikte de man minder door te luisteren dan door geluk uit te stralen. Zelf moet hij geweten hebben of voorvoeld, dat hij naar Amster dam kwam om te sterven. Op 4 December onthaalde hij mijn broers en zusters, die in Brabant woonden, op een groots souper. Daags daarna verzorgde hij de Sinterklaasklomp van zijn klein kinderen en maakte lopende zaken in orde. Op 6 December was hij om half elfbij mij in huis, in de Lomanstraat. Nauwelijks had hij zijn lippen aan de koffie gezet, of ik werd opgebeld door het dagblad De Tijd met het bericht, dat dr. H. W. E. Moller overleden was en met het verzoek, een artikel ter herdenking door te bellen. Ik zag, dat het doodsbericht van Moller mijn vader schokte. Ook hij had Moller herhaalde malen ontmoet, evenals ik voor het laatst op II Oktober 1940 te Leiden. Hij eerbiedigde hem spontaan zonder van nature veel te voelen voor Mollers ongeduldige voortvarend heid. Terwijl ik mijn in memoriam-artikel door de telefoon dicteerde, speelde mijn vader met de kinderen, die dol op hem waren. Hij lichtte een van de meisjes op om haar te laten kijken in de wieg van het toenmaals jongste broertje. Ik weet nog, dat terwijl ik dit zag, mij de liturgische gedachte aan de tweestrijd van dood en leven door de geest schoot, maar ik geloofde mijn vader op zijn woord, dat de operatie weinig te beduiden zou hebben en dat hij met Kerstmis weer thuis zou zijn. Hij stond er beslist op, met ons in een restaurant te eten. Toen tussen twee gerechten bleek dat we geen vleesbonnen of boterbon nen genoeg bij ons hadden, moesten die in een taxi worden opge haald, terwijl wij in afwachting een goede fles wijn dronken. Aan tafel had mijn vader nooit haast. Hij hield van gastmalen met lange gesprekken, liefst vertellingen over de jacht of het buitenleven. IO Misschien woonden er tegelijk met hem mensen in Bergen op Zoom, die de omgeving van de stad evengoed kenden als hij, maar hij heeft, geloof ik, geen tijdgenoten gehad, die de bewoners van deze omgeving beter kenden. Het brouwersvak bracht hem in zijn jeugd in tientallen dorpsherbergen, toen nog ouderwetse uitspan ningen, waar hij met paard en rijtuig heenging. Hij was dijkgraaf van de polders tussen Bergen op Zoom en Tholen, bezocht de ingelanden regelmatig, beheerde bossen van zijn familie op de zandgronden, jaagde met vrienden op allerlei terreinen en hield van lange wandelingen. Door het oponthoud in onze laatste maal tijd was het ruim vier uur geworden, voordat wij van tafel opston den om naar het gasthuis te gaan. Hier moest hij worden ingeschreven als patiënt en enkele forma liteiten regelen op een bureautje aan de ingang, waar een vriende lijke kloosterzuster ons ontving. Toen mijn vader gestorven was, bracht deze zelfde zuster mij naar een kleine kapel, waar hij lag opgebaard. Ze ging daar met mij binnen. Ik zag, dat zij schrok. In zijn dood scheen mijn vader wel dertig jaar jonger geworden, sterk vermagerd door zijn ziekte en getekend door een bovenwereldse zorgeloosheid. De zuster, die bij zijn aankomst getroffen was door de geluksuitstraling van zijn karakter, bezag zijn lijk met aandach tige piëteit en zei toen: 'Ik zou hem nauwelijks herkend hebben; zoals hij hier ligt, kon hij eerder een broer van u zijn dan uw vader!' Hierna liet ze mij met hem alleen. In die ogenblikken, misschien vijf, ten hoogste tien minuten, beleefde ik als in een onweergeef baar visioen mijn jeugd. Dit was mijn vader van dertig jaar geleden, zoals ik hem gekend had in de Sint Jozefstraat te Bergen op Zoom met diezelfde glimlach tussen schuchterheid en onbezorgdheid. Hij had zijn stoel in de hoek bij het venster, dat in de zomer open stond, zodat de postbode de brieven voor ons niet in de bus deed, maar met een opmerking over het weer aanreikte. Veel brieven kwamen er niet, maar wel catalogen van zaadhandelaren, drukwerken met op ware grootte afgebeelde sigaren, prijscouranten van constructie fabrieken en van duitse handelaars in feestartikelen. Deze prenten boeken herinner ik mij als mee van mijn oudste speelgoed, nadat mijn vader ze lang bekeken had. Beviel hem iets uit de aanbieding, dan schreef hij een witte briefkaart, waarop de bergenopzoomse beierse Bierbrouwerij Asselbergs van Heyst en Co. als afzender ge- II

Description:
van Antigone aan Créon om naar de stem van de bloedverwant- schap te luisteren. Maar de klank van Willem Smulders en Anton van Delft, dan dat van de vlaamse priester Aloïs Walgrave, college-leraar studeerde hij het toneelstuk Jeremias van Anton van Delft in, dat in 1924 te Waalwijk werd
See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.