S U B U R B I A .nl A P n T t s o E j n e O c h R o v G R E T A E O A H O T J MN . w w A w R e gi W e Al b e L rt u b b e r s ‘ Je moet toch wel OOM WANJA - Anton Tsjechov een hersenloze bar- Regie en vertaling Albert Lubbers Dramaturgie Alex Mallems baar zijn, om al dat Oom Wanja Wim Danckaert moois in je kachel te Astrow Mathias Sercu Sonja Jessica Zeylmaker verbranden en iets Maria Els Ingeborg Smits Anton Tsjechov Jelena Angelique de Bruijne te vernietigen, wat nooit meer Professor Serebrjakow Wim van der Grijn Telegin Willem Schouten terug zal komen. In plaats Marina Ingeborg Uyt den Boogaard Knecht Guillaume Ramaekers van zijn verstand en talent te Decor Marlies Schot Kostuums Dorien de Jonge gebruiken om iets te maken Lichtontwerp Reinout Hofman Regie-assistentie en inleiding Guillaume Ramaekers en te onderhouden, heeft de Techniek Arne Haijtink (Evelements) Grafisch ontwerp Studio Ron van Roon mens alleen maar vernietigd. Fotografie affiche Jaap Vrenegoor Scènefotografie Claudia Kamergorodski Er zijn steeds minder bossen, Russisch diner Marijn Klaver (Klaver Catering) de rivieren drogen op, het wild Productieleiding Josta Visser Publiciteit Tim Beldman sterft uit. En iedere dag wordt Assistentie publiciteit Iris Schiffers Zakelijke leiding Jort Vlam de aarde armer en lelijker.’ Artistieke leiding Albert Lubbers Uit: Oom Wanja Negen redenen U BENT 150 Jaar geleden werd de Russische verhalen- en toneelschrijver Tsjechov geboren. om van Tsjechov Tegenwoordig is hij nog steeds één van de MIJN modernste auteurs ter wereld. Mte OhEoDudEeRn Door Elke Schmitter Vertaling Chiara Tissen 1 Bovenal: Iemand die vrouwen begrijpt. Van zijn moeder hield hij. Zijn vader, voor wie hij als kind doodsbang was, verachtte hij uiteindelijk. Maar omdat hij eigenlijk niet in staat was tot totale verachting, heeft hij zich ten slotte aan de mannelijke zwakheden gewijd. En wel met zoveel begrip, dat ook mannen van hem hou- den. Niet op de laatste plaats de grote ego’s die het theater bestie- ren, de regisseurs. Hij is een schrijver die iedereen begrijpt en die door iedereen begrepen wordt. 2 Zoveel gebeurt er niet in zijn stukken. Een heel klein beetje intrige, een sluipend faillissement, vergeefse liefde, af en toe een schot (achter de deur). Tussendoor: eten en drinken. Wodka en thee. Gepraat. De tijd tikt langzaam verder. Als een Masja, een Sonja of Jelena aan het raam staat en de tuin inkijkt, dan is het heel stil om haar heen wanneer ze zegt: ‘Het regent.’ Het regent, dat betekent zoveel als: Niet de tijd vergaat, in de provincie, maar het leven. Het betekent dat het verschrikkelijk is voor een vrouw om aan het raam te staan en naar het weer te kijken. Maar beter zo, met de rug naar de anderen toe, dan het gezelschap te moeten aan- schouwen: de ouderwordende echtgenoot, de beschonken dokter, behoeden. ‘Ik herinner me: mijn vader begon me op te voeden, of de verdrietige oom. Het regent: Daarbuiten gebeurt iets. Het regent: liever gezegd te slaan toen ik nog geen vijf jaar oud was. Hij kas- Je kan er niet uit. Het regent: Dat getik gaat op je zenuwen werken. tijdde me met een roe, trok me aan m’n oren, sloeg me tegen mijn Het regent: Vertroebeld uitzicht, geen uitzicht. Het regent: Dat kan je hoofd en iedere morgen als ik wakker werd, was het eerste wat ik tenminste zeggen zonder tirades te hoeven houden of diepzinnigheid dacht: word ik vandaag geslagen?’ te veinzen. Het regent: Luistert er eigenlijk wel iemand naar me? Angst leert je goed te kijken en te luisteren, te voorvoelen. Vijf Niet alleen regisseurs, ook toneelspelers houden van hem. Je kan broers en zussen, hij ertussen. In zo’n klein huis, dat je overal het zoveel doen met zijn zinnen. Vooral met die heel eenvoudige. Met zin- kermen kan horen. Je merkt hoe verschillend mensen zijn. Je ziet nen die mensen zeggen wanneer ze niet meer weten hoe nu verder. wat hen irriteert, waar ze verlegen van worden of opgewonden, je Hij is een toneelspelers-auteur. leert om hun stemming te ruiken. Alleen laat zo’n kind zich later nauwelijks zonder verwondering aanraken.’ Ik ben als kind zo wei- 3 Hij kende ze goed, zijn mensen. Aanvankelijk omdat het van nig geliefkoosd, dat ik, nu ik volwassen ben, vriendelijkheid als iets levensbelang was. Zijn vader was een strenggelovig despoot; ongewoons, iets buitensporigs ervaar.’ Hij kende ze goed, zijn men- het aan zien komen van diens driftbuien kon hem wellicht voor pijn sen. Zoals hij het leven kende. Hij is een realistisch auteur. 4 Elke vorm van ellende was hem vertrouwd. ‘Wat adellijke schrijvers van nature meekrijgen, daarvoor betalen mensen zonder rang of titel met de prijs van hun jeugd. Schrijft u daar toch eens een verhaal over’, raadde een collega hem aan (en bedoelde zichzelf), ‘ hoe een jonge man, zoon van een lijfeigene die zelf een of andere klungelige winkelbediende was, koorknaap, Gymnasiast en student, opgevoed tot eerbied voor belangrijke mensen, tot het kussen van papenhanden, tot een buiging voor andersdenkenden, tot dankbaarheid voor elk stukje brood, die vaak in elkaar geslagen is, die zonder overschoenen naar school ging, die gevochten heeft, die- ren mishandeld, die graag bij rijke familieleden ging eten, die zonder noodzaak huichelde tegenover God en de mensen, alleen maar van- uit het bewustzijn van zijn minderwaardigheid – schrijft u, hoe deze man druppelsgewijs het slaafse uit zichzelf perst en hoe hij op een mooie ochtend wakker wordt en merkt dat er door zijn aderen geen slavenbloed meer, maar echt, menselijk bloed vloeit.’ Lang duurde het niet. Als medicijnenstudent schreef hij al voor literaire tijdschrif- ten, vooral korte verhalen en humoresken, wel zo’n honderd per jaar. Zijn humor werd subtieler met de tijd, maar galgenhumor werd het nooit, noch werd hij door wrok geleid. Zijn talent werd erkend; op zijn 28ste ontving hij de Pushkinprijs. Hij genoot van het succes voor zover dat ging. (niet zo heel ver.) Hij was een bescheiden auteur. 5 Hij ging niet alleen met collega-schrijvers om. Als arts bestreed hij met succes een cholera-epidemie, tegen hongers- nood organiseerde hij hulpacties. Als bekroond schrijver reisde hij in z’n eentje naar Siberië. Maandenlang trok hij door sneeuwstor- men en moerassen om het gevangeneneiland Sachalin te bezoe- ken, de bewoners te behandelen en om te documenteren hoe de mensen er afgeranseld werden en hoe ze in hun ketenen crepeer- den. Van het schandaal maakte hij ‘een Schandaal’. Dat was zijn antwoord op de beroemde Russische vraag: ‘wat kunnen we eraan doen?’ (‘Tschto djelat?’). Hij is een nauwkeurig auteur. 6 Nooit schreef hij propaganda, ook niet voor het leven zelf. Wie hem verweet dat het in zijn literatuur aan deugd, mooie zons- ondergangen en aan parels ontbrak, antwoordde hij: ‘Mee eens, parels zijn prachtig maar een schrijver is toch geen banketbakker of kapper, of cabaretier.’ Bij sommige van zijn komedies zit je te huilen in de zaal. Daarte- genover staat weer dat je om andere gebeurtenissen, die in wezen diep tragisch zijn, vaak moet glimlachen en soms zelfs schateren. Hij is een merkwaardig auteur. 7 Zijn ironie werkt nog steeds. Hoewel zijn personages mijlen- ver van ons verwijderd lijken: De vermoeide Russische adel, de versmaadde meisjes, corrupte ambtenaren, de salonfilosofen en officieren, de voedsters en lakeien, de arme boeren en ongelukkige echtgenotes - , zijn het zielsverwanten. Verveling en rusteloosheid, gedweep met de natuur, een vaag maar indringend verlangen naar ‘verwerkelijking’. Met een champagneglas in de hand, afkeer heb- ben voor alles wat modern is, dat alles kennen wij net zo goed als de verwondering over hoe goed we het eigenlijk hebben terwijl de wereld om ons heen uiteenvalt. Hij is een modern auteur. 9 Hij was dol op zijn personages, ook al laat hij ze drinken en zwetsen of spartelen in hun eigen halfslachtigheid. Zijn thea- 8 Hij schrijft uitsluitend mooie zinnen, laconiek, stil, niet termensen ontwikkelen zich niet. Ze zijn met zichzelf bezig, ruziën protserig. In de Humoresken voor de krant leerde hij de kunst hier en daar, verbazen zich, praten een beetje en keren zich weer van het weglaten; dat heeft hij volgehouden. In zijn stukken speelt in zichzelf. Hij is hun dokter. Hij kan ze niet genezen, maar be- het meeste zich tussen de zinnen af. Ook in ‘Oom Wanja’. schrijft hun ziekten en hun onvolmaakte troost. Jelena: wat een heerlijk weer vandaag… niet te heet…’ Ook deze dialoog staat in ‘Oom Wanja’: (pauze) Sonja: Ik ben lelijk. Wanja: mooi weer om je op te hangen. Jelena: Je hebt heel mooi haar. (Telegin stemt zijn gitaar. Marina loopt om het huis en lokt de kip- Sonja: Nee! Als een vrouw lelijk is, dan zeggen ze tegen haar: ‘je pen.) hebt hele mooie ogen, je hebt heel mooi haar’…Ik hou al zes jaar Marina: kiep, kiep, kiep. van hem… Hij is een onverbiddelijk auteur. Hij begrijpt vrouwen. Anton Tsjechov is de dichter van de ontgoocheling en de onttovering, van het twijfelen en het talmen. Een levensschets van deze grote Russische schrijver, bij zijn 150ste geboortedag. Voor altijd, wellicht Door Mathias Greffrath • Vertaling Chiara Tissen H et pure Azië! Zo’n Azië, dat ik mijn ogen niet geloof. 60.000 inwoners houden zich bezig met eten, drinken en paren. Andere interesses – geen… Ze zijn allemaal muzikaal, hebben fantasie, esprit, zijn nerveus, gevoelig, maar dat gaat allemaal zinloos verloren… Tien jaar nadat hij Taganrog in het voorjaar van 1877 met zijn diploma op zak verlaten had, keerde Doctor in de Medicijnen Anton Tsjechov nog één keer terug naar de stad waar hij op 17 januari 1860 geboren was. Het was geen senti- mental journey maar een reis ondernomen uit vermoeidheid, uit de melancholie van het succes, gedreven door de angst verslonden te worden. De verhalen, die hem zo geliefd maakten bij de lezers van de Pe- tersburger Nieuwe Tijden sprankelden niet meer zo als in de voor- gaande jaren. Zijn zogenaamde ‘ontwikkelde’ vriendinnen verweten hem deze half dubbelzinnige vertellingen en misdaadverhalen. Een bekend romancier, die hij als arts behandelde, waste hem de oren: Hij mocht zijn talent niet vergooien. Ik was als door de bliksem getroffen. En zoals altijd knaagde de familie aan hem: de eeuwige huwelijksperikelen en de drankzucht van zijn broer Alexander en de verslaving van zijn Broer Nikolaj, die in de ondergrondse leefde. Al- lemaal hadden ze geld nodig. Geld, geld en nog eens geld. In Melichowo, April 1897 Taganrog is een prachtige stad. Als ik zo’n getalenteerd Architect – de kunst om levendige taal was als u, zou ik haar afbreken. De door Russen, Grieken en Arme- in een elegante vorm te gieten, niërs, door handelaren, matrozen en boeren bevolkte havenstad aan heb ik van hem, was een kin- de Zee van Asow was in verval. Twee decennia lang had Tsjechovs dervriend, die de catechismus vader, de zoon van een vrijgekochte lijfeigene, er een kruidenierswin- links liet liggen en over Goethe, kel gedreven. Pawel Tsjechov, een magere kletsmajoor, had weinig Shakespeare en Pushkin vertelde zakelijk talent. Tegenover zijn klanten hield hij moraliserende praat- en die een abonnement had op jes, zijn vrouw noemde hem ‘Hoogheid’. Zijn leerknechten, die vijf satirische tijdschriften uit Sint jaar lang zonder loon, in stofjassen zonder zakken voor hem werkten, Petersburg, de enige drukwer- mishandelde hij zo erg, dat de bedienden ingrepen – bij zijn zonen ken in het hele tsaristische rijk had hij de vrije hand. waarin vrij geschreven mocht worden. Tsjechov hield tot aan ‘Tirannie en leugens hebben onze kindertijd misvormd’ zijn dood contact met hem. Na schooltijd stonden de kinderen achter de toonbank om haring en muizenvallen te verkopen. Of de specialiteit van het huis, het Een oom nam de jonge scholier Jalta, 1894 medicament ‘vogelnest’; een mengsel van minerale olie, strychnine mee naar het theater. Anton en een of andere bijtende oplossing, dat als vruchtafdrijvend middel schreef kluchten voor amateurs, was geliefd bij zijn welgestelde vrou- verkocht werd. Toen Pawel Tsjechov een keer een rat in de olijfolie welijke medeleerlingen. Zijn eerste overleverde tekst schreef hij op een vond, was hij te gierig om de olie weg te gooien en te lui om het op tuinhek. Een kritisch bericht in krijt aan het buurkind: Veeg de melk te warmen en te zeven. Maar hij was ook weer te vroom om niets te toch van je mond,/ kortgerokte, onbekende dichteres!/ Ga met je doen, dus liet hij een priester komen, die toen maar alles zegende. poppen spelen, / je verzen zijn niet ritmisch en niet rond. Tirannie en leugens hebben onze kindertijd zo misvormd, dat ik misselijk word, als ik eraan terugdenk. Eén passie had deze kleinze- In april 1876 vluchtte vader Tsjechov in het holst van de nacht de rige tiran evenwel toch: kerkmuziek. Toen er geen vrouwenstemmen stad uit, om aan schuldeisers en schande te ontsnappen. Hij dook te vinden waren voor het koor van de Hoefsmid, waarvan hij dirigent in Moskou onder bij zijn oudste zonen en haalde later zijn vrouw en was, rekruteerde hij zijn zonen, die vanaf toen op zondagmorgen de jongste kinderen op. Anton, net 16, handelde de zaken met de met hun blote knieën op de koude plavuizen moesten zingen; ze schuldeisers af, gaf bijles, deed de winkel van de hand en stuurde zongen zo mooi, dat men de ouders Tsjechov benijdde. En het resul- geld naar Moskou. Toen hij zelf eenmaal in Moskou aan zijn medicij- taat? Ik ben niet gelovig. nenstudie begon, werd hij kostwinner voor het hele gezin. Bovendien werd hij het opperhoofd: de grote broers, getalenteerd, maar oneven- De school werd voor Tsjechov en zijn broers hun toevluchtsoord. wichtig, waren niet opgewassen tegen de verhuizing naar de metro- Daar werd niet geslagen, daar leerden ze andere kinderen met een pool. Alexander probeerde schrijver te worden, werd douanebeambte ander soort ouders kennen. De priester, die godsdienstonderwijs gaf en verviel tot drankzucht; Nikolaj, de schilder en tekenaar, raakte Zijn toon veranderde. In drie verhalen uit deze jaren zijn al de con- touren van het Tsjechov-universum te ontwaren: De Steppe, de Aanval en Een Saaie Geschiedenis. De eerste novelle verhaalt over een lange reis door het oneindige Russische landschap, waarbij een jongen met een kinderlijke, alles in zich opnemende blik in de opwindende, onbegrijpelijke wereld van de volwassenen verkeert. De tweede gaat over het zedelijk instorten van een student, die na een zorgeloze toer langs de bordelen van Moskou in een psychose terechtkomt. Ten slotte Een Saaie Geschiedenis. De levensschets van een beroemd arts, voor wie alles verbrokkelt, omdat aan alle gedachten en gevoelens en denkbeelden, die ik over alles gevormd heb iets gemeenschappelijks ontbreekt, wat dit allemaal tot een geheel zou kunnen maken. Elk gevoel en elke gedachte bestaat afzonderlijk in mij,… niets van wat men een algemeen ideaal of de Tsjechov in zijn werkkamer, Jalta 1900 God van de levende mensen noemt. En als dat niet voorhanden is, dan is er helemaal niets voorhanden. Ook tegenover de enige die verloren tussen de Bohémiens. Beiden waren ze, evenals de rest van hem dierbaar is, zijn pupil, uit hij zich niet. En, wat nog erger is, hij de familie, gedurende hun hele leven van Anton afhankelijk. kan ook de jonge vrouw geen raad geven die hem in de grootste ver- twijfeling vraagt: wat moet ik doen? ‘Op mijn woord van eer, Katja, Hij schreef, alleen voor het geld. Eerst satirische en sentimentele ik weet het niet…’ Ik kijk haar aan en schaam me dat ik gelukkiger artikelen: over de Mimmi’s en de Fannie’s in de achterkamertjes van ben dan zij. … het ontbreken van datgene wat de collegae filosofen het variété, over burgermansbruiloften in de provincie en over het de Idee noemen, heb ik pas kort voor de dood gemerkt…, maar de dubieuze amusement van de Moskouse middenklasse. Hij schreef ziel van dit arme mensenkind heeft nooit enig toevluchtsoord ge- snel en licht, aan de keukentafel, ’s nachts, na de colleges en de kend en zal die haar leven lang ook niet kennen. ‘Hoeveel van uw lijkschouwingen in de armenafdelingen van de ziekenhuizen. Door mentale inrichting is nog onbeschadigd’ vraagt Virginia Woolf zich af de journalistiek ontwikkelde hij gevoel voor dialoog: voor die tussen in een Essay, ‘nadat u Een Saaie Geschiedenis gelezen heeft?’ boeren, handelaren, professoren en adellijken. En hij kreeg oog voor bijzonderheden. Bij hem, zo zal later in de Meeuw, de romantische De onttovering van het beschermende vaderland; de ziel die in ver- Kostja over de geroutineerde Trigorin zeggen, heb je niet het schit- warring gebracht kan worden door een overvloed aan gevoeligheid; terende licht van de sterren…, bij hem flikkert de scherpe rand van de vervreemding van naasten, van zichzelf; de verbrokkeling van een kapotgeslagen fles – en klaar is de nacht vol maneschijn. Zijn kennis en van gevoelens – dat zijn de Tsjechoviaanse motieven die toekomst zag hij nog altijd als arts; de literatuur was zijn minnares, de 20ste eeuw aankondigen. Hij toont ze koel; hij kent geen excuus de geneeskunde zijn echtgenote. voor het ongeluk, geen ‘kwade genius’, geen ‘structurele macht’. Er zijn (in ieder geval niet in de verhalen) geen dramatische sensaties. Tsjechov met L.S. Misinowa, Hij ontkent een grote Catharsis zoals het Laatste Oordeel, maar zaait Melichowo, Mei 1897 daarentegen onzekerheid. Laat ons ontredderd achter. daar had gedocumenteerd. De De mensen gaan niet naar de Noordpool. Ze gaan naar kantoor, gegevens over hun voeding en maken ruzie met hun vrouw en eten soep. Tsjechovs mensen zijn hun ziekten had hij bijgehouden, eenzaam, maar geen zelfmoordenaars; wanhopig, maar ook weer maar ook informatie over details makkelijk af te leiden van hun ellende; verhard, maar nooit ver- van executies en over de incom- steend. Ze weten hoe het zit, maar ze doen niets. Ze vertrekken… petentie en de indolentie van de maar nooit helemaal. Gouverneurs. Uiteindelijk schreef Van Ivanov, de held uit zijn eerste toneelwerk, die verward tegen hij een sociaalwetenschappelijke het verwijt dat hij harteloos zou zijn, inbrengt: kan best, kan best. reportage in kil helder proza. Het U als buitenstaander ziet dat waarschijnlijk duidelijker…, tot aan boek had zijn werking. De regering stuurde een onderzoekscommissie, de Bruid in Tsjechovs gelijknamige laatste vertelling, die haar koffer Tsjechov zamelde geld in, en zorgde voor boeken in de bibliotheek en pakt om te vertrekken, voor altijd…nam ze aan. In deze dramaturgie op de scholen van Sachalin. van besluiteloosheid, van twijfel, van dralen, van hang naar bevrij- ding en van zelfoverschatting is Tsjechov onze tijdgenoot. Vanaf die tijd tonen de foto’s een in zichzelf gekeerde, iele Tsjechov. En het Tsjechov-lachje verschijnt waarover Samuel Beckett zou zeg- Hij vereert Tostoj, waardeert Gorki, maar hij gelooft niet in de gen: there never was a smile like his. Hij heeft nog 14 jaar te leven. Russische Intelligentsia. Tsjechov, als arts, wist sinds zijn 24ste levensjaar, dat tuberculose Ten zuiden van Moskou kocht hij voor zichzelf en zijn familie het - toen nog een ongeneeslijke ziekte - zijn lichaam aanvrat. Ook zijn kleine landgoed Melichowo. Hij plantte bomen en struiken, werkte broer Nikolaj leed aan tuberculose en stierf in 1889. De geliefde ou- onbezoldigd in het ziekenhuis, vocht tegen cholera en hongersnood. dere broer, die veel van de verhalen van zijn jongere broer geïllustreerd Hij zette zich in voor zijn jonge collegae, leende geld en financierde had. Tsjechov, toen 30 jaar oud, forceerde een breuk. Tegen de raad ook een bibliotheek voor Taganrog. Hij vluchtte weg van het klimaat van zijn artsen, het protest van zijn uitgever en tot verdriet van enige en van zijn familie, naar de zwarte zee, naar Nice, naar Biarritz. liefhebbende en geliefde jonge dames, ging hij op reis naar het eiland Help! Veel te veel Russen hier. Ook Poliakov (de spoorwegmiljonair) Sachalin. Naar deze Goelag in het uiterste oosten van het Russische en zijn familie. Zowel de oude als de jonge Russische mannen heb- rijk werden criminelen, onaangepasten en oppositievoerders verban- ben gezichten als van fretten, de vrouwen gaan nog wel. De hoeren nen. Sachalin is de plek van het meest onverdraaglijke lijden waar- hier zijn afstotelijk, gierig en schaamteloos – en voor de respecta- toe een vrij of onvrij mens in staat is. bele familievaders, die hier heen gekomen zijn om van hun werk Een half jaar was hij onderweg, Tsjechov. Drie jaar lang verwerkte hij uit te rusten is het moeilijk om zich in te houden en niet onhebbe- de 10.000 systeemkaarten waarop hij de levens van de gevangenen lijk te worden. Poliakow ziet erg bleek.
Description: