Universiteit Gent Faculteit Rechtsgeleerdheid Academiejaar 2015-2016 DE DELISCHE ZEEBOND : De kiem van een communautaire mariene zone Masterproef van de opleiding ‘Master in de rechten’ Ingediend door Anthony Roegiers (studentennr. 01000171) Promotor: prof. dr. Dirk HEIRBAUT Commissaris: Dr. Frederik DHONDT - VOORWOORD - Meestal bevat een thesisproloog alleen gezwets, meldingen waar niemand iets aan heeft. Geen mens die maalt om de studiedipjes, de onvergetelijke momenten met kroegmaten, de ouderlijke oppeppers of de beklijvend trouwhartige troostpraatjes van een bedpartner tijdens de bikkelharde opleiding aan de Gentse Universiteit. Sta mij toe dergelijke ditjes en datjes over te slaan. Wel belangrijk is dat naar oeroud gebruik de promotor wordt bedankt. Hoe kan het ook anders. Zelfs al gedroeg de dissertatiepatroon zich als een huiveringwekkende hufter of helleveeg, een scriptie waarin een literaire fuck-you-vinger wordt uitgestoken naar de begeleidende hoogleraar, rijft niet gauw een slaagcijfer binnen, en ook de omissie van bewierokende formuleverzen, zwanger van erkentenis en epiphanische extase, stemt de verbeteraar doorgaans slechtgeluimd. Professor Heirbaut, geenszins behoort U tot die dun gezaaide academische schare die een lovende eindproefinzegening tot hypocriete raaskallerij degradeert. U slaat en zalft, bemoedigt en vermaant, gunt vrijheid en stuurt bij, maar steeds met het welzijn van Uw pupillen voor ogen. Als opgeruimde poortwachter bewaakt U de toegang tot de advocatuur, wenkend naar de aspirant die in de verte komt opdagen; hij strompelt eerst, niet wetend waar de voeten te zetten tussen de ontelbare hindernissen en valkuilen; maar bij elke aanwijzing, elke opkikker die U van op afstand roept, schrijdt hij behendiger, kordater, tot de laatste spurt losbarst en U minzaam de hijgende boekenwurm toeknikt; hem rest niks anders dan te wachten tot de uitgansdeuren van de Universiteit, zoals het U belieft, ontgrendeld of verzegeld worden. Χαριν Σοι ἐχω ! 1 - INHOUDSTAFEL – VOORWOORD .................................................... 1 INHOUDSTAFEL ................................................. 2 TEN GELEIDE .................................................. 6 I. OPZET VAN HET VERHANDELINGETJE ........................... 6 II. DE ONDERZOEKSVRAAG ....................................... 6 III. AFBAKENING VAN HET ONDERWERP ............................. 7 IV. METHODE .................................................. 8 V. DE DELISCHE ZEEBOND : EEN KORTE KENNISMAKING ............. 9 EERSTE HOOFDSTUK. DE DELISCHE ZEEBOND : Enkele grondrechtelijke dimensies uitgeklaard ............... 11 I. INLEIDING ............................................... 11 II. OPKOMST EN ONDERGANG VAN DE BOND ........................ 11 III. CONSTITUTIONELE ASPECTEN VAN DE ZEEBOND ................. 15 A. Constituties in het Oude Griekenland ................. 15 B. Interstatelijke overeenkomsten in het Oude Griekenland 17 C. De Helleense statenassociaties ....................... 18 D. Het verdragsrechtelijke karakter van de Delische Symmachie ............................................ 20 E. Verhouding tussen Athene en de andere lidstaten ...... 24 IV. INSTITUTIONELE ASPECTEN VAN DE ZEEBOND .................. 25 A. Constituties in het Oude GriekenlandDe organisatie van de Delische Zeebond .............................. 25 B. De organisatie van het Attische Rijk ................. 27 V. BESLUIT : HET BELANG VAN DE CONSTITUTIONELE EN INSTITUTIONELE ASPECTEN VAN DE DELISCHE BOND VOOR DE VRIJE ZEE ..................................................... 31 TWEEDE HOOFDSTUK. MILITAIRE MACHTSUITOEFENING : Oorlogsvloten en zeeheerschappij ............................ 32 I. INLEIDING ............................................... 32 II. DE ZEEMACHT VAN DE DELISCHE UNIE ........................ 32 A. Doorvaart in vredestijd ............................... 32 B. Oorlogsvloten in het oude Griekenland ................. 33 C. Zeeheerschappij ....................................... 34 D. Militaire tactieken ................................... 35 III. DE RECHTSFACETTEN VAN DE DELISCHE ZEEMACHT .............. 38 A. Krijgsnormen in het oude Griekenland ................... 38 B. Dwingend karakter van het oorlogsrecht ................. 40 2 IV. INVLOED VAN DE DELISCHE BOND ............................ 41 A. Diplomatie ............................................ 41 B. Arbitrage ............................................. 41 C. Collectief verweer .................................... 44 V. BESLUIT : HET BELANG VAN DE MILITAIRE ASPECTEN VAN DE DELISCHE BOND VOOR DE VRIJE ZEE ......................... 45 DERDE HOOFDSTUK. MILITAIRE MACHTSUITOEFENING : Oorlogsvloten en zeeheerschappij ............................ 46 I. INLEIDING ............................................... 46 II. HET PROCESRECHT IN ATHENE ............................... 46 A. Pre-klassieke periode : de Helleense procesgeest ..... 46 a. Mythische era ...................................... 46 b. Pre-solonische era ................................. 48 c. Solonische era ..................................... 48 B. Klassieke periode : algemene kenmerken ............... 49 a. Materiële vorderingen of formele procesinitiaties ? 49 b. Onderverdeling van de geschillen ................... 51 c. Belang en hoedanigheid ............................. 52 d. Bewijsvoering ...................................... 54 e. Executie ........................................... 55 C. Berechting door een magistraat ....................... 56 a. ἀνακρισις .......................................... 57 b. ἐπ᾽αὐτοφωρῳ ........................................ 57 c. κατα το τελος ...................................... 58 D. Berechting door aristocratische instellingen ......... 59 a. Ἀρειος παγος ....................................... 60 b. Παλλαδιον .......................................... 63 c. Δελφινιον .......................................... 63 d. Φρεαττω ............................................ 64 e. Πρυτανειον ......................................... 64 E. Berechting door democratische instellingen ........... 65 a. Προβολη ............................................ 65 b. Εἰσαγγελια ......................................... 66 c. Het schervengericht ................................ 67 F. Berechting door volksrechtbanken ..................... 68 a. Overzicht .......................................... 68 b. Voorafgaande fase : ἀνακρισις ...................... 70 c. Bodemproces ........................................ 73 d. Beroep ............................................. 74 e. Verhouding tussen ἐκκλησια en δικαστηριον .......... 74 G. Berechting door private arbiters ..................... 77 H. Berechting door publieke arbiters .................... 77 a. Overzicht .......................................... 77 b. (Pseudo-)ἀνακρισις ................................. 79 c. Bodemproces ........................................ 79 d. Beroep ............................................. 80 III. MARITIEME PROCESSEN IN HET BIJZONDER .................... 82 A. Commerciële disputen ................................. 82 3 a. Algemene kwalificatie .............................. 82 b. Specifieke kwalificatie ............................ 83 c. ἀνακρισις .......................................... 83 d. Bodemproces ........................................ 86 B. Strafzaken ........................................... 87 a. Emporische misdrijven .............................. 87 b. Piraterij .......................................... 88 IV. INVLOED VAN DE DELISCHE BOND ............................ 88 V. BESLUIT ................................................. 92 VIERDE HOOFDSTUK. PUNITIEVE MACHTSUITOEFENING : De Egeïsche Zee bevrijd van piraterij ....................... 96 I. INLEIDING ............................................... 96 II. BESTRAFFING VAN MISDRIJVEN IN ATHENE .................... 96 A. De maatschappelijk functie van straffen .............. 96 B. Strafrechtelijke verantwoordelijkheid ................ 97 C. Overzicht van straffen ............................... 99 a. Doodstraf .......................................... 99 b. Verbanning ........................................ 100 c. Ontzetting uit burgerlijke rechten ................ 100 d. Opsluiting ........................................ 101 e. Verkoop als slaaf ................................. 101 f. Confiscatie ....................................... 102 g. Geldboetes ........................................ 102 III. BESTRAFFING VAN ZEEMISDRIJVEN IN HET BIJZONDER ......... 103 A. De maatschappelijk functie van straffen ............. 103 B. Berechting van piraterij in Athene .................. 104 IV. INVLOED VAN DE DELISCHE BOND ........................... 108 V. BESLUIT : BELANG VAN DE PUNITIEVE ASPECTEN VAN DE DELISCHE BOND VOOR DE VRIJE ZEE ................................. 110 VIJFDE HOOFDSTUK. ECONOMISCHE MACHTSUITOEFENING : Havenregelneverij en kustcontrole .......................... 112 I. INLEIDING .............................................. 112 II. KOOPVAARDIJ III. ....................................................... 112 A. Koopvaardij in het Oude Griekenland ................. 112 B. Algemene kenmerken van overeenkomsten in het Klassieke Athene .............................................. 113 a. Open of gesloten systeem .......................... 114 b. Consensueel of formalistisch systeem .............. 115 C. Algemene kenmerken van maritieme overeenkomsten in het Klassieke Athene .................................... 121 a. Bevoegde rechter .................................. 121 b. Documentair karakter .............................. 121 D. Overzicht van maritieme overeenkomsten in het Klassieke Athene .............................................. 122 4 a. Huur van een schip ................................ 122 b. Zeetransport ...................................... 124 c. Bodemerij ......................................... 125 d. Zekerheden ........................................ 127 E. Staatsinterventie ................................... 129 IV. VISSERIJ ............................................... 131 A. Visserij in het Oude Griekenland .................... 131 B. Visserijzones ....................................... 132 V. INVLOED VAN DE DELISCHE BOND ........................... 135 VI. BESLUIT : HET BELANG VAN DE ECONOMISCHE ASPECTEN VAN DE DELISCHE BOND VOOR DE VRIJE ZEE ........................ 137 ALGEMEEN BESLUIT ........................................... 140 BIBLIOGRAFIE ............................................... 142 5 - TEN GELEIDE - I. OPZET VAN HET VERHANDELINGETJE In dit vijfdelig artikel ga ik dieper in op de geschiedenis van het Europees zeerecht. Die omvangrijke kroniek overwoekert mijn navorsing bekrompen naar tijd en ijver. Noodgedwongen beperk ik mij daarom tot de aangevreten wortel van de communautaire maritieme samenwerking : de Delische Bond. Laat U zich derhalve niet verleiden, beste lezer, tot de gedachte dat deze armtierige pluk uit het verleden een volledig overzicht verschaft van een volkenrechtelijke ontwikkeling. De pertinentie van een historische uiteenzetting neemt immers toe naarmate meerdere periodieke motieven en tussenschakels betrokken worden bij het onderzoek. Aldus wordt een patroon uitgebaggerd, zoals een op het eerste zicht onsamenhangende stippenwolk, waarin men door de juiste punten te verbinden een herkenbare figuur doet opdoemen. Zo een uitputtende bespiegeling kan ik U bijgevolg niet openbaren. Niettemin is het zelden onnuttig de ontstaansprocessen van een hedendaags verschijnsel onder de loep te nemen, ook al beperkt men zich tot de prille aanvang van dit uitgespannen verloop. Recht komt uit de geschiedenis voort zoals het delicieuze afvalwater van een onophoudelijk drinkgelag. Zelfs de vroegste scharnieren van het historisch reactiemechanisme kunnen boeiende inzichten uitlokken. Moge deze summiere studie hierom verschoond wezen. II. DE ONDERZOEKSVRAAG De Delische Bond is opmerkelijk. Misschien werd er voor de eerste keer in de geschiedenis gestreefd naar een vrije zee met een gemeenschappelijke krijgsvloot. Ik hou U nog even in spanning, kwestie dat U niet onmiddellijk afhaakt. (Ik kan U onmogelijk het plezier ontzeggen zich te verkneukelen omwille van talloze 6 schrijffouten en rechtshistorische kemels, waartoe teisterende tijdsdruk mij door eigen aspiraties aangespoord heeft.1) De vraagstelling die deze scriptie oppompt, luidt dus : bewerkstelligde de Delische Bond een communautaire vrije zee ? In het onderhavig vlugschrift hoop ik Uw aandacht te gidsen naar aanwijzingen voor die κοινη θαλλαττη. III. AFBAKENING VAN HET ONDERWERP De Delische Bond omspande schierlijk de volle vijfde eeuw voor Christus (479 tot 403). Binnen deze periode, die samen met een anderhalve vierde eeuw voor Christus de zogenaamde Klassieke Helleense Era vormde, ligt de focus op de jaren 479-465, omdat het statenconglomeraat nadien transformeerde tot het Attisch Rijk, waarin er, naar analogie met haar Romeinse tegenhanger, eerder sprake was van bevelsmacht dan van gelijkheid. Er is een verschil tussen een mare liberum en een mare nostrum. De ontraadselde mariene zone betreft voornamelijk de Egeïsche zee. Dit was het belangrijkste actieterrein van de Bond. Doorheen de bespreking van de Delische Unie, die was samengesteld uit meerdere stadrijkjes, zal hoofdzakelijk scherp gesteld worden op Athene. De reden hiervoor hoeft geen breedvoerige onderbouwing. De Attische pennenvruchten leveren het leeuwendeel van de bewaarde literatuur uit dit tijdvak. Daarenboven was Athene de machtigste onder de bondgenoten. De natie bloeide door maritiem verkeer. Voor de analyse van vrijheid, vormt de dynamiek tussen zelfbeschikking en machtsuitoefening op de wateren de as van het onderzoek. De meest excessieve bewindstechnieken kristalliseerden immers de ondergrens van het vrijheidsconcept. Bijzondere interesse zuigt de materiële of formele inperking van rechten aan. Een beknopte weergave van algemene juridische fenomenen is 1 Om de een of andere reden wordt een dt-fout in de Nederlandse als een gênante misslag beschouwt, hoewel zo’n orthografisch onding ook maar een vergissing is. Hopelijk pronken er reeds een paar van deze schamelijke schuivers in de introductie zodat het ijs enigszins gebroken is, en U door de wet van het afnemend grensnut geen exorbitant leedvermaak ontplooid bij het lezen van de broodtekst. 7 dus betamelijk. Indien er in verhouding tot het gemeenrecht faciliteiten of uitzonderingen golden op vlak van de scheepvaart, duidde dit mogelijks op liberalisering. Bij de subsidiaire beoordeling van communiteit, gaat vooral aandacht naar de Delische federatiestructuur, die een zekere gelaagdheid voegde aan het vrijheidsconcept. Een onderscheid dringt zich op tussen navigatie- of exploitatiemogelijkheden voor Grieken enerzijds, en voor Barbaren anderzijds. Binnen de categorie van Hellenen kan er daarenboven differentiatie zijn tussen Delische bondgenoten en derde staten. IV. METHODE Hoe zal ik te werk gaan ? Om de ingeschapen gezindheid van deze Europese bakermatgemeenschappen te kennen, dient men een volksgeest te puren uit hetgeen werd overgeleverd. Mythische verhalen, redevoeringen, geschiedschrijving, en wetteksten zijn hiervoor geschikt. Deze bronnen ga ik onderzoeken. Bij het afborstelen van rechtsnormen uit de oud-Griekse πολεις, springen meerdere hindernissen tevoorschijn. In de eerste plaats is er de inlichtingenschaarste. Bovendien moet men zich binnen dit gering informatieaanbod dikwijls steunen op de filosofische fossilisatie van rechtsregels, hetgeen de betrouwbaarheid niet altijd ten goede komt. Aangezien er weinig bronnen zijn uit de periode –479 tot -465, zal er vaak een sprong in de tijd gemaakt worden, om vervolgens vanuit latere eeuwen een reconstruerende gok te wagen. 8
Description: