Amusement in Sint‐Niklaas Onderzoek naar de lokale wetgeving rond vermakelijkheden en hoe men hiermee omging in Sint‐Niklaas in de periode 1900 ‐ 1930 Masterproef voorgelegd aan de opleiding Geschiedenis van de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte tot het behalen van de Academische Graad van Master in de Geschiedenis Academiejaar 2009‐2010 Katrien De Smet ‐ 00602850 Promotor: dr. Christophe Verbruggen‐ Leescommissarissen: dr. Donald Weber en prof. dr. Steven Vanderputten Universiteit Gent Examencommissie Geschiedenis Academiejaar 2009-2010 Verklaring in verband met de toegankelijkheid van de scriptie Ondergetekende, ………………………………………………………………………………... afgestudeerd als Licentiaat / Master in de Geschiedenis aan Universiteit Gent in het academiejaar 2008-2009 en auteur van de scriptie met als titel: ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………… verklaart hierbij dat zij/hij geopteerd heeft voor de hierna aangestipte mogelijkheid in verband met de consultatie van haar/zijn scriptie: o de scriptie mag steeds ter beschikking worden gesteld van elke aanvrager; o de scriptie mag enkel ter beschikking worden gesteld met uitdrukkelijke, schriftelijke goedkeuring van de auteur (maximumduur van deze beperking: 10 jaar); o de scriptie mag ter beschikking worden gesteld van een aanvrager na een wachttijd van … . . jaar (maximum 10 jaar); o de scriptie mag nooit ter beschikking worden gesteld van een aanvrager (maximumduur van het verbod: 10 jaar). Elke gebruiker is te allen tijde verplicht om, wanneer van deze scriptie gebruik wordt gemaakt in het kader van wetenschappelijke en andere publicaties, een correcte en volledige bronverwijzing in de tekst op te nemen. Gent, ………………………………………(datum) ………………………………………( handtekening) “Een leven zonder feesten is als een hele lange weg zonder kroegen.” Demokritos van Abdera, 460 v.C. – 380/379 v.C. Amusement in Sint‐Niklaas Onderzoek naar lokale wetgeving rond vermakelijkheden en hoe men hier mee omging in Sint‐Niklaas 1900‐1930 Voorwoord Een thesis schrijven over ‘vermakelijkheden’ leek me iets vreemds, omdat ik er me weinig kon bij voorstellen. Wanneer mijn promotor mij dit voorstel deed en vermeldde dat het dan bijvoorbeeld zou gaan over cafés of dansgelegenheden, leek mij dit meteen weliswaar heel interessant. Toen ik dan met dit onderwerp naar huis kwam, waren de reacties zeer verschillend. Sommigen vonden het interessant, anderen niet relevant, nog anderen vonden dat dit onderwerp dan weer zeer goed bij mij paste en wilden zelfs met mij op ‘prospectie’ gaan naar de cafés in Sint‐Niklaas. Vooral twijfel overheerste echter. Velen vonden dat zo’n onderwerp niet echt ‘serieus’ was en zeker niet serieus genoeg om er een eindwerk over te schrijven. Nochtans is de studie van de vermakelijkheden heel belangrijk voor de sociale geschiedenis. Als we immers willen te weten komen waarmee men zich bezighield wanneer men niet aan het werk was, moet er nagegaan worden wat de ontspanningsmogelijkheden waren in een bepaalde periode en hoe de bevolking daar gebruik van maakte. Op café, in de bioscoop of tijdens het bal laat de mens zich van een andere kant zien dan tijdens zijn werkzaamheden. De studie van de interactie tussen de mensen tijdens die ontspanningsmomenten, van de manier waarop de overheid omgaat met de verschillende ontspanningsmogelijkheden en van de reactie daarop van de uitbaters van de gelegenheden die ontspanning aanbieden, is dus bijzonder interessant om de eigenheid van de mens in een bepaalde periode te typeren. Dergelijke studie verbreedt en vervolledigt m.a.w. het beeld dat we van de mens krijgen in een bepaalde periode van zijn geschiedenis. Op café, op de kermis, tijdens het bal of in de bioscoop komen mensen met mekaar in contact en wordt het sociaal weefsel gesmeed dat een maatschappij vormt en in stand houdt. Meer nog dan de werkvloer zijn deze plaatsen en ontspanningsmomenten wellicht bepalend voor de manier waarop mensen met mekaar omgaan en naar de wereld kijken. Men komt er immers niet alleen met andere mensen in contact, maar ook met nieuwigheden en trends die een maatchappij in een bepaalde richting voortstuwen. Zelfs nu nog spelen deze gelegenheden een belangrijke rol in het leven van vele (vooral jonge) mensen. Uitgaan, of het nu op café, naar een fuif of naar de bioscoop is, brengt hen in 1 contact met elkaar en vormt mee hun persoonlijheid en de manier waarop ze naar de wereld kijken. Hoe ik aan deze thesis moest beginnen bleef in het begin een raadsel. Naast de goede raadgevingen van mijn promotor en van Cor, die me goed op weg hebben gezet, ging ik eerst op zoek naar andere eindwerken waarvan het onderwerp inhoudelijk in de buurt kwam van het mijne. De meest relevante thesissen waren voor mij de thesissen over herbergen, niet alleen omdat ik zo al informatie kon inwinnen over een deel van mijn thesis, maar ook omdat hun inhoudstafel zeer interessant was en mij op het juiste spoor zette. Dankzij deze thesissen werd me ook duidelijk dat voor de studie van sommige onderdelen van mijn thesis (herbergen, cinema en dancings) anderen mij waren voorgegaan en dat gaf me toch wel een geruster gevoel. Ik ben er mij zeer goed van bewust dat deze studie niet allesomvattend is en dat er na mij waarschijnlijk nog heel wat werk zal moeten worden verricht, ook opzoekingswerk, aangezien bronnen niet altijd even makkelijk te vinden zijn. Maar ik hoop dat deze scriptie toch al een beeld kan schetsen van hoe men op lokaal vlak op een bepaald ogenblik is omgegaan met vermakelijkheden. Ik heb het vele werk natuurlijk niet alleen verricht en vaak heb ik van verschillende kanten steun gekregen. Ten eerste wil ik mijn promotor bedanken omdat hij toch diegene is die me dit onderwerp aangeraden heeft en omdat hij me geholpen heeft waar nodig. Ten tweede gaat een belangrijke ‘dank u’ naar Cor Vanistendael. Hij heeft als het ware het pad voor dit onderzoek geëffend en mij met raad en daad bijgestaan. Ook Joeri, Jelka, Fio, Michelle en Simon moeten worden bedankt. Zij steunden mij onvoorwaardelijk en brachten vele uurtjes met mij door in de bib. Evert verdient ook een bedanking, omdat hij mij moest trotseren op momenten dat ik gestresseerd was en dus niet echt aangenaam gezelschap kon genoemd worden. Hij zorgde ook voor de prettige afleiding na een zware thesisdag. Tenslotte wil ik vooral mijn mama bedanken voor de goede zorgen de voorbije maanden en de steun als het eens wat minder ging en mijn papa voor de vele uren die hij heeft opgeofferd om alle teksten na te lezen. Graag wens ik u dan nu veel leesplezier. 2 Inhoudsopgave VOORWOORD 1 1. INLEIDING 5 1.1. PROBLEEMSTELLING 5 1.2. BRONNEN EN BRONNENPROBLEMEN 8 1.3. LITERATUUR 8 1.4. AFKORTINGEN 9 1.5. CONTEXTUALISERING 9 1.5.1. DE STAD SINT‐NIKLAAS: HISTORISCHE, POLITIEKE, SOCIO‐ECONOMISCHE EN CULTURELE ONTWIKKELINGEN 9 1.5.2. CULTURELE ACHTERGROND 21 1.5.2.1. ALGEMEEN 21 1.5.2.2. VERMAAK = VOLKSVERMAAK 23 2. HET HERBERGWEZEN 27 2.1. INLEIDING 27 2.2. DE GESCHIEDENIS EN BENAMING VAN DE HERBERG 29 2.3. HERBERGDICHTHEID 31 2.4. DE FUNCTIE VAN DE HERBERG 34 2.5. WETGEVING OP NATIONAAL NIVEAU 36 2.5.1. ALGEMEEN 36 2.5.2. OVER HET SLUITINGSUUR 39 2.6. HERBERGEN IN SINTNIKLAAS: LOKALE WETGEVING EN PRAKTIJK 40 2.7. CONCLUSIE 46 3. HET CAFÉ CHANTANT 47 3.1. DE GESCHIEDENIS VAN HET CAFÉ CHANTANT 47 3.2. HET CAFÉ CHANTANT IN SINTNIKLAAS: LOKALE WETGEVING EN PRAKTIJK 50 4. DANSPARTIJEN 56 4.1. DE GESCHIEDENIS VAN HET PUBLIEKE BAL 56 4.2. HET BAL IN SINTNIKLAAS: WETGEVING EN PRAKTIJK 59 4.2.1. LOKALE WETGEVING 59 4.2.2. DE PRAKTIJK 66 4.2.3. DE VERGELIJKING MET ANDERE STEDEN 68 4.3. CONCLUSIE 72 5. HET BIOSCOOPWEZEN 74 5.1. GESCHIEDENIS VAN DE CINEMA IN BELGIË 75 5.2. DE WETGEVING IN BELGIË 83 5.3. DE VERGELIJKING MET NEDERLAND 84 5.4. BIOSCOPEN IN SINTNIKLAAS: WETGEVING EN PRAKTIJK 85 5.5. BESLUIT 95 6. KERMISSEN 97 6.1. GESCHIEDENIS VAN DE KERMIS 97 6.2. DE ATTRACTIES 102 6.3. DE REVELATIE VAN DE KERMIS: DE CINEMABARAK ONDER DE LOEP 104 6.4. KERMIS IN SINTNIKLAAS: MET Z’N ALLEN DE LUCHT IN. 107 3 7. CONCLUSIE 116 8. BIBLIOGRAFIE 119 8.1. ONUITGEGEVEN BRONNEN 119 SINT‐NIKLAAS, STADSARCHIEF 119 8.2. PERIODIEKEN 120 8.3. LITERATUUR 120 8.4. INTERNETBRONNEN 122 BIJLAGEN 123 BIJLAGE 1: CAFÉS IN SINTNIKLAAS, 19001910: VOORLOPIGE TELLING 123 BIJLAGE 2: WETGEVING ROND HERBERGEN: CATEGORIEËN EN BIJHORENDE STRATEN, 1922 131 BIJLAGE 3: WETGEVING ROND HERBERGEN: CATEGORIEËN EN BIJHORENDE STRATEN, AANPASSINGEN UIT 1927 131 BIJLAGE 4: VOORBEELD VAN EEN STADSTICKET 132 BIJLAGE 5: LIJST MET KERMISATTRACTIES 133 4 1. Inleiding 1.1. Probleemstelling In deze masterproef worden verschillende soorten openbare vermakelijkheden in de stad Sint‐Niklaas onderzocht tussen de jaren 1900 en 1930. Dit onderzoek omvat dus een periode van zowat 30 jaar en is relatief breed opgezet omdat het één van de eerste onderzoeken is naar dit onderwerp in Sint‐Niklaas. Er is gekozen voor die brede invalshoek, om zoveel mogelijk aspecten van het ontspanningsleven bloot te leggen. Aangezien voor de meeste deelaspecten van deze masterproef immers nog geen onderzoek verricht is, moet er op een groot aantal vragen een antwoord gezocht worden.1 We zullen we ons vooral baseren op de wetgeving terzake en officiële stadsdocumenten. Het onderzoek naar wetgeving impliceert immers meerdere vragen waarvan het antwoord een beter licht kan werpen op wat amusement in onze periode precies inhield. Zo is er de vraag of deze wetgeving gemakkelijk tot stand kwam en of men er zich aan hield. Kwamen er klachten, hoe ging men hiermee om en werd er wel gecontroleerd? Door ons op de wetgeving te baseren, krijgen we m.a.w. de mogelijkheid om diep door te dringen in de ‘onderbuik’ van de vermakelijkheden. We krijgen een uniek zicht achter de schermen, waardoor wat zich voor het voetlicht bevond helderder voor de dag komt. Deze wetgeving is trouwens ook erg belangrijk omdat ze de basis kan vormen van verder onderzoek naar vermakelijkheden. Aangezien in deze thesis de verschillende soorten van vermakelijkheden behandeld zullen worden, zal de vraagstelling telkens aangepast zijn aan het onderwerp. Daarom zal nu een overzicht gegeven worden van de verschillende hoofdstukken en per hoofdstuk zal de vraagstelling nog extra toegelicht worden. De hoofdstukken zijn zo ingedeeld, dat er telkens een ander aspect van het uitgaansleven belicht wordt. Binnen dat hoofdstuk wordt dan telkens eerst kort de algemene context en de geschiedenis geschetst. Daarna 1 Elke Magerman maakte reeds een thesis over de bioscopen in Sint‐Niklaas: E. Magerman, De wereld achter het witte doek: een geschiedenis van de bioscopen in SintNiklaas (18972000), Leuven (onuitgegeven licentiaatverhandeling Katholieke Universiteit Leuven), 2007, 143 p. 5
Description: