ebook img

ambulante psychiatrie en zingeving PDF

98 Pages·2016·1.24 MB·Dutch
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview ambulante psychiatrie en zingeving

AMBULANTE PSYCHIATRIE EN ZINGEVING Mogelijkheden voor geestelijke verzorging? Zingevingsvragen bij mensen met een Ernstige Psychische Aandoening die ambulant wonen. Is er ruimte voor een geestelijk verzorger in het ambulante veld? Auteur: S.C. (Suzanna) Louwerse (S0818569) Scriptiebegeleider: prof. dr. J.B.A.M (Hans) Schilderman Radboud Universiteit Nijmegen Theologie & Religiewetenschappen Master Geestelijke Verzorging Apeldoorn, Maart 2016 Masterscriptie Geestelijke Verzorging Inhoudsopgave Afbeelding voorkant: De tuin van de inrichting (fragment). Van Gogh, 1889 “Echte antwoorden bestaan niet, zij ontstaan voortdurend” Gelreziekenhuis, Dienst Geestelijke Verzorging 2 Masterscriptie Geestelijke Verzorging Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 3 Hoofdstuk 1 Inleiding en probleemstelling .......................................................................................... 5 1.1 Aanleiding ................................................................................................................................ 5 1.2 Mensen met een psychische aandoening ............................................................................... 5 1.3 Zingevingsproblematiek .......................................................................................................... 6 1.4 Veranderingen in wetgeving en financiering. ......................................................................... 7 1.5 Probleemstelling, doelstelling en vraagstelling van het onderzoek. ....................................... 8 Hoofdstuk 2 Ambulante psychiatrie en zingeving ............................................................................. 10 2.1 Wat is een Ernstige Psychische Aandoening? ....................................................................... 10 2.2 Zingevingsproblematiek ........................................................................................................ 14 2.3 Zorg voor mensen met een Ernstige Psychische Aandoening............................................... 20 Hoofdstuk 3 De plek van de geestelijk verzorger in de ambulante zorg ........................................... 24 3.1 Van pastorale zorg naar geestelijke verzorging .................................................................... 24 3.2 Modellen van ambulante geestelijke verzorging .................................................................. 26 3.3 Overzicht van de modellen. ................................................................................................... 33 Hoofdstuk 4 Onderzoeksopzet en bespreking resultaten ................................................................. 37 4.1 Onderzoeksmodel ................................................................................................................. 37 4.2 Conceptueel model ............................................................................................................... 38 4.3 Operationalisering ................................................................................................................. 39 4.4 Onderzoeksopzet ................................................................................................................... 40 4.5 Analyse zingeving .................................................................................................................. 43 4.6 Analyse van de expertise van de geestelijk verzorger........................................................... 46 4.7 Analyse van de onderbrenging van de geestelijk verzorger. ................................................ 50 4.8 Controlevragen ...................................................................................................................... 54 Hoofdstuk 5 Conclusie en discussie ................................................................................................... 56 5.1 Samenvatting en conclusie .................................................................................................... 56 5.2 Discussie ................................................................................................................................ 58 5.3 Bredere betekenis van het onderzoek en aanbevelingen ..................................................... 61 5.4 Tot slot ................................................................................................................................... 64 Bijlage I: Literatuurlijst .......................................................................................................................... 66 Bijlage IIa: Uitnodiging interview .......................................................................................................... 71 Bijlage III: Functioneel model van zingeving ......................................................................................... 72 3 Masterscriptie Geestelijke Verzorging Inhoudsopgave Bijlage IV: Uitgewerkte interviews ........................................................................................................ 73 4 Masterscriptie Geestelijke Verzorging Inleiding en probleemstelling Hoofdstuk 1 Inleiding en probleemstelling 1.1 Aanleiding Werkzaam in het buurtpastoraat van 2009 tot en met 2013 kon ik als projectmedewerker presentie- pastoraat, aanwezig zijn voor mensen in de wijk Malburgen in Arnhem. Vanuit een kapel/ontmoetings- ruimte verbonden aan de parochie vond het contact plaats met diverse wijkbewoners. In deze kapel en bij andere activiteiten in de wijk, op straat en op de markt kwam ik in contact met mensen die, naar ik later ontdekte, woonbegeleiding ontvingen vanuit het RIBW1. Ik schoof nu en dan aan bij een eet- groep voor mensen uit de psychiatrie en wijkbewoners die georganiseerd werd door de RIBW in een ruimte grenzend aan de kapel/ontmoetingsruimte. In het contact ontdekte ik dat het gesprek al snel over zingeving ging, als men ontdekte dat ik vanuit een parochie aangesteld was. Eerst werden vragen gesteld, maar vaak ging het daarna over de eigen situatie en wat zij met kerk of zingeving hadden. Problemen en vragen die hiermee samenhingen kwamen aan de orde. Er lagen vragen, er was een behoefte aan het gesprek over zingeving en zingevingsproblematiek. Werkend vanuit de presentie en vanuit de kapel werd me hier een rol toegedicht. Deze scriptie is geschreven ter afronding van de master Geestelijke Verzorging. Bovenstaande situatie en een stage die ik liep bij GGNet in Apeldoorn, waren uitgangspunt voor dit onderzoek. Kan er niet een geestelijk verzorger worden aangesteld voor mensen met een psychische kwetsbaarheid die niet in de instelling wonen, maar daarbuiten? Om tot een vraagstelling te komen, in dit hoofdstuk eerst een verdere inleiding op het onderwerp. In de laatste paragraaf wordt de vraagstelling geformuleerd. 1.2 Mensen met een psychische aandoening Spreken we over psychiatrie, dan denken mensen vaak aan ‘gekte’. Men heeft er beelden bij, soms gevoed door verhalen van overlast gevende mensen. In de krant verschijnt een bericht over een brand in een appartement, omwonenden zijn bekend met deze persoon, en weten dat hij/zij begeleiding heeft vanuit de psychiatrie. De moordenaar van Els Borst bleek ook een psychiatrisch patiënt te zijn. Via de media kreeg dit veel aandacht. De beeldvorming over mensen met een psychische aandoening wordt mede door dit soort voorvallen bepaald. Vraag je mensen persoonlijk of zij binnen de eigen familie of vrienden of kennissenkring mensen ken- nen met psychische problemen, dan blijkt dat veel mensen hier van dichtbij mee te maken hebben. Een familielid, of een dochter van een vriendin, mensen uit de buurt. Men kent bijvoorbeeld iemand die een korte tijd is opgenomen, of een therapie heeft gevolgd, iemand die plots is uitgevallen met de studie vanwege een psychose of men is geconfronteerd met (een poging tot) zelfdoding. Verhalen van mensen komen op deze manier dichterbij. Naast de beeldvorming uit de media en de ervaringen uit eigen contacten is psychiatrie ook zichtbaar op straat en in de stad. In de winkelcentra, voor de supermarkt of in het park, en vaak in de buurt van stations verblijven mensen die dak- of thuisloos zijn. Een behoorlijke groep van mensen met een psy- chische aandoening functioneert aan de rand van de samenleving. Een deel van hen wordt opgevangen in de maatschappelijke opvang. Soms ook bij laagdrempelige kerkelijke opvangplekken. Reacties van de omgeving op een psychische ziekte kunnen heel verschillend zijn. Er is begrip en hulp of geduld voor het verhaal, maar niet zelden is er onbegrip, onbekendheid en angst. Verhalen over wat 1 Regionale Instelling voor Beschermd Wonen. 5 Masterscriptie Geestelijke Verzorging Inleiding en probleemstelling mensen met een psychische aandoening meemaken, confronteert de ander met wat normaal of ‘gekte’ is. De omgeving wordt geconfronteerd met de eigen waarden over wat ‘normaal’ is. In 2013 werd door Sire in samenwerking met Samen Sterk tegen Stigma een campagne gestart voor mensen zonder psychische ziekte: ‘Voor iedereen die denkt dat iemand die stemmen hoort niet op een goed gesprek zit te wachten’ en ‘Voor iedereen die iemand met een angststoornis maar eng vindt.’ Onder deze slogans, werd een telefoonnummer geplaatst waar men naar toe kon bellen. De campagne sloeg aan, en laat zien dat er nog te winnen is in de acceptatie en omgang met mensen met een psychische ziekte. Dit onderzoek gaat over mensen met een psychische aandoening. Vanwege meerdere factoren wor- den mensen korter in de kliniek en vaker thuis behandeld. Een deel van hen is langdurig afhankelijk van zorg. Leven met een psychische ziekte en je leven er niet (meer) door laten beheersen is dan een levensopgave. De laatste tijd is er meer aandacht voor de rouw die dat geeft. Het loslaten van het leven wat verwacht en gehoopt was. Het leven wordt ‘in de war geschopt’ en een nieuw perspectief is niet voor iedereen zomaar voorhanden. Geconfronteerde worden met ziek-zijn en de gevolgen ervan, is veelal geconfronteerd worden met de zwakte en kwetsbaarheid van de mens. Het dwingt tot omgang met de waarheid van het leven. Op de voorkant een tekening gemaakt door Vincent van Gogh toen hij opgenomen was in de kliniek, een psychiatrisch ziekenhuis. Tijdens zijn opname in de kliniek waren er perioden dat hij in de tuin en buiten de muur van de kliniek kon gaan om te tekenen of te schilderen. Toen het beter ging, vertrok hij via Parijs naar een woning boven een Auberge in Auvert-sur-Oise. Vincent als voorbeeld van iemand die gedurende zijn leven, als mens te dealen had met zijn psychische gesteldheid. 1.3 Zingevingsproblematiek Geconfronteerd worden met een psychische aandoening gaat veelal samen met geconfronteerd wor- den met zingeving. Elk mens, gelovig, religieus of niet, stelt zichzelf mogelijk weleens vragen over het leven: ‘Waarom wordt mijn buurman niet ziek en ik wel?’. En voor iedereen is er bewust of onbewust wel een reden om ‘s morgens toch weer op te staan. Hoewel veel mensen het gevoel ook kennen van korte of langere tijd geen reden te voelen om op te staan. Word je geconfronteerd met een gebeurte- nis die je leven en/of je levensverhaal ontwricht dan is die reden dikwijls ver te zoeken. Mensen die opgegroeid zijn binnen een bepaald geloof of religieuze traditie vinden soms troost in hun geloof, bij rituelen of geloofsopvattingen of zij ontvangen hulp van de gemeenschap waar zij toe be- horen. Steun ontvangen of begeleiding bij vragen rondom zingeving is van oudsher een taak van de kerk, later werd dit ook een taak van de geestelijk verzorger in de instelling. De plek van geloof en zingeving in het leven van mensen is geenszins vanzelfsprekend. Er zijn een aan- tal ontwikkelingen gaande in zowel de omgeving als in mensen zelf. Deze ontwikkeling heeft zowel gevolgen voor de begeleiding van mensen bij zingeving als voor de begeleider zelf. Hoewel kerken groeien in de Bible Belt, neemt het aantal kerkgangers en voorgangers in katholieke parochies en de Protestantse Kerken Nederland drastisch af. Minder voorgangers hebben meer, vaak buitenkerkelijke taken uit te voeren. De positie van de grote kerkgenootschappen in de Nederlandse samenleving wordt ontegenzeglijk zwakker en de buitenkerkelijkheid neemt toe. Secularisatie zet zich voort, dit werd geconcludeerd in het rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau uit 1997 over Secularisatie en alternatieve zingeving 6 Masterscriptie Geestelijke Verzorging Inleiding en probleemstelling in Nederland2. Tussen 1970 en 2008 sloten in ons land 900 kerken hun deuren, gemiddeld 24 per jaar. De afgelopen jaren zijn dat er jaarlijks zo’n 50, dus één per week3. Uit het rapport ‘God in Nederland’ uit 20064, kwam naar voren dat de visie op religie zoals die door mensen wordt gezien verandert. De innerlijke ervaring wordt gezien als kennisbron. De visie op religie is niet zozeer gekoppeld aan groepsgebeuren of iets wat met kerkelijkheid te maken heeft, maar meer als iets persoonlijks wat je zelf bijeen moet zoeken uit het beschikbare aanbod van tradities. In het rapport ‘Geloven binnen en buitenverband’ uit 2014 wordt doorgegaan op deze godsdienstige ontwikkelingen. De sluiting van kerken in Nederland gaat gepaard met religieuze individualisering. Zelf- spiritualiteit, de zin van het leven zoeken in je eigen unieke innerlijke ervaring en de ontwikkeling van je eigen vermogens, wordt massaal onderschreven in Nederland5. Er is dus een afname van het aantal kerken, en een afname van kerkelijkheid van mensen. Daarmee is het zoeken naar zin, geloof, religie, meer een ‘project’ geworden. De mogelijkheden zijn groot, maar vaak versnipperd. De bronnen van zingeving, vroeger veelal de kerk, zijn bovendien meer divers en minder vanzelfsprekend en vindbaar geworden. Net zo goed als elke Nederlander, krijgen mensen met een psychische aandoening met deze ontwik- kelingen te maken. Omdat meer mensen thuis zorg ontvangen, zullen mensen meer aangewezen zijn op de ‘begeleiders’ in zingeving buiten de instelling. Geestelijk verzorgers uit instellingen hebben en krijgen veelal weinig ruimte voor de begeleiding in het ambulante veld. Pastores en dominees of voor- gangers van andere geloofsgemeenschappen zijn niet altijd toegerust voor de omgang met deze spe- cifieke problematiek. Tegelijk vraagt het zoeken naar zin meer van de individuele mens. Vroeger kon je daarvoor terecht bij je eigen kerk of andere geloofsgemeenschap. In deze tijd is het aanbod van zingevingskaders meer divers. Het vinden van een geloofsplek vraagt meer van het individu. Zin geven aan je leven, het delen van vragen over de zin van het bestaan, de vanzelfsprekendheid van hoe struc- turen en morele kwesties ‘horen’, het is individueler en vraagt meer inzet en vaardigheden van het individu. 1.4 Veranderingen in wetgeving en financiering. De wetgeving en financiering van de zorg voor mensen met een psychische aandoening is anno 2015 volop in beweging. GGZ-instellingen hebben afspraken gemaakt om het aantal bedden te reduceren. De tendens is minder instroom van mensen in de instelling en meer zorg aan huis. Afgestemd op de thuissituatie. Het is een beweging in de richting van een participatiemaatschappij. De veranderingen zijn reeds zichtbaar. De zogenaamde buitenhuizen zijn inmiddels gesloten en men- sen die al jaren in de instelling wonen worden en zijn verplaatst naar een zelfstandige woonplek of een verzorgingshuis. In de lokale krant verschijnt een artikel waarin de directie van de GGZ-instelling uitlegt dat intramurale zorg afneemt deels omdat de behandelmethoden om mensen thuis te behandelen de laatste jaren sterk zijn verbeterd. Speciaal toegeruste activiteitencentra zijn inmiddels gesloten, men dient zich bij het algemene activiteiten-aanbod voor alle stadsbewoners aan te sluiten. Sociale wijk- teams worden soms ingezet om te indiceren en men krijgt te maken met het Wmo-loket. De verande- ringen geven voor mensen met een psychische aandoening, veelal onzekerheid over de toekomst. Men 2 Becker e.a. (1997), p 7. 3 Expertisecentrum (2014). 4 De Hart (2007), p 122 e.v. 5 De Hart (2014), p 127. 7 Masterscriptie Geestelijke Verzorging Inleiding en probleemstelling weet qua werk, behandeling en wonen de komende jaren niet altijd goed wat de ontwikkelingen voor hen te betekenen hebben. Wonen in een eigen huis, doet een ander appél op mensen. De zorg voor mensen met een psychische aandoening vraagt meer van de ‘tolerantie’ van burgers. Binnen de instellingen waar mensen meer dan 24 uur verblijven, is recht op begeleiding bij zingevings- vragen wettelijk vastgelegd in de Kwaliteitswet6, de dienst geestelijke verzorging voorziet daarin. In de ambulante zorg is dit een ander verhaal. Niet elke geestelijk verzorger krijgt van de GGZ-instelling de ruimte om ook buiten de instelling actief te zijn. Mensen zijn aangewezen op voorgangers van kerken en andere religieuze instellingen. Echter met het sluiten van de kerken, zijn ook de taken van de voor- gangers zwaarder geworden, en veelal meer binnenkerkelijk gericht. Bovendien is niet elke voorganger toegerust voor de omgang met mensen met een psychische aandoening. 1.5 Probleemstelling, doelstelling en vraagstelling van het onderzoek. Bovenstaande aan- en inleiding leiden tot de volgende probleemstelling van dit onderzoek. De probleemstelling van dit onderzoek luidt: Er is een toename van het aantal mensen met een psychische aandoening die buiten de GGZ- instelling verblijven en behandeld worden. Tegelijk is er een afname van kerken en pastorale zorg vanuit kerken en andere levensbeschouwelijke instellingen, en is het vinden van antwoor- den op vragen over zin, vaker een individueel levensproject geworden. De begeleiding die de dienst geestelijke verzorging intramuraal kan bieden in een GGZ-instelling wordt ambulant niet vanzelfsprekend vergoed. Wie pakt de vraag naar zingeving op voor mensen met een psychi- sche aandoening in de ambulante setting? Is er ruimte voor een ambulant geestelijk verzorger? Doelstelling van dit onderzoek is Het verkrijgen van kennis en inzicht over de zingevingsvragen van mensen met een Ernstige Psychische Aandoening in de ambulante setting. Enerzijds om deze vraag naar zingeving, die door versplintering van de zorg niet altijd zichtbaar is in de am- bulante zorg, zichtbaar te maken. Anderzijds om de mogelijkheid te verkennen voor onderbrenging van een geestelijk verzorger in de ambulante setting. In de ambulante setting, hebben mensen met een Ernstige Psychische Aandoening (EPA) te maken met meerdere zorgaanbieders7. Daarbij kan gedacht worden aan woonbegeleiding, de huisarts, een FACT- team en aan bijvoorbeeld kerken. Goede zorg, is de stelling in dit onderzoek, omvat, net als in een kliniek, ook ruimte voor zingeving. De onderzoeksvraag luidt: Wat zijn de verwachtingen van zorgaanbieders in het ambulante veld met betrek- king tot de inzet van een ambulant werkende geestelijk verzorger ten behoeve van mensen met een Ernstige Psychische Aandoening? De onderzoeksvraag is opgedeeld in drie sub-vragen: 6 Kwaliteitswet Zorginstellingen art. 3 (1996). 7 Een zorgaanbieder is een bepaald zorgtype waar een organisatie aan gekoppeld is. 8 Masterscriptie Geestelijke Verzorging Inleiding en probleemstelling Welke zinvragen herkennen lokale zorgaanbieders in het ambulante veld, bij men- sen met een Ernstige Psychische Aandoening die ambulant wonen? Welke expertise kan de geestelijk verzorger toevoegen aan de zorg voor mensen met een Ernstige Psychische Aandoening die ambulant wonen, volgens de lokale zorgaanbieders in het ambulante veld? Welke mogelijkheden zien de lokale zorgaanbieders, werkzaam in het ambulante veld, voor onderbrenging van een geestelijk verzorger bij een van de zorgaanbie- ders? Drie kwesties samenhangend met de onderzoeksvraag worden eerst verder uitgewerkt. Dit gebeurt in het volgend hoofdstuk. De eerste kwestie betreft de doelgroep, mensen met een EPA. Om welke men- sen gaat het en waar worstelen zij mee? De tweede kwesties is de zingevingsproblematiek. Waarom is zingeving van belang en welke functie heeft zij? Hoe begeleid je zingeving? Tenslotte de derde kwestie. Hoe ziet de zorg eruit aan mensen met een EPA in het ambulante veld? Hier wordt de actuele wetge- ving en financiering beschreven. Na de bespreking van deze kwesties begint hoofdstuk 3 met een ‘bezinning’ op het beroep en de ta- ken van de geestelijk verzorger. Hoe heeft ’t beroep zich ontwikkeld en welke taken horen daarbij? Kun je dit zomaar verplaatsen naar de ambulante zorg? Een voorbeeld laat zien wat voor consequen- ties dit kan hebben voor de inhoud van het vak. In aansluiting hierop worden zes modellen gepresen- teerd voor een ambulante geestelijk verzorger aangehaakt bij zes zorgaanbieders. De zorgaanbieders die hier worden onderscheiden zijn: De GGZ, het FACT-team, woonbegeleiding (Woon), de gemeente (Wmo), de huisartsenpraktijk (HAP) en de gezamenlijke religieuze instellingen (Kerk). In hoofdstuk 4 wordt vervolgens een praktijkonderzoek besproken en geanalyseerd met één verte- genwoordiger van elk van de zes modellen. In hoofdstuk 5 tenslotte, worden de conclusies bespro- ken en geplaatst in een breder perspectief. De scriptie wordt daarmee een bruikbaar middel voor een bespreking van het onderwerp met partners in het ambulante veld. 9 Masterscriptie Geestelijke Verzorging Ambulante psychiatrie en zingeving Hoofdstuk 2 Ambulante psychiatrie en zingeving Vier op de tien mensen in Nederland krijgt te maken met een psychische ziekte. Dit varieert van matige en kortdurende aandoeningen tot ernstige aandoeningen waarbij er veel belemmeringen worden er- varen in het dagelijks functioneren. In de beleidsstukken van onder meer de GGZ en van de Rijksover- heid wordt gebruik gemaakt van de term Ernstige Psychische Aandoening. Met name voor deze groep is de zorg sterk aan het veranderen. Dit onderzoek beperkt zich tot deze groep. In de eerste paragraaf volgt een nadere omschrijving wat een EPA is en wat dat betekent voor iemand. Welke klachten erva- ren mensen? Na deze omschrijving volgt de zingevingsproblematiek. Waarom is zingeving van belang en hoe onderscheid je zingeving van andere zorg? In de derde paragraaf wordt vervolgens de vraag beantwoord welke zorg er is voor mensen die ambulant wonen. 2.1 Wat is een Ernstige Psychische Aandoening? In Nederland heeft 4 op de 10 mensen te maken met een psychische ziekte8. Dit varieert van mensen die een korte periode in de knoop zitten tot mensen die zo ernstig in de war zijn, dat ze langdurig opgenomen zijn en hun leven lang zorg nodig hebben. In dit onderzoek gaat het over mensen die te maken hebben met een EPA. Mensen ontvangen intramuraal zorg of deels intramuraal. Voor dit on- derzoek betreft het de groep die ambulant woont, of grotendeels ambulant woont. Wanneer er gesproken wordt over een EPA, dan zijn daar verschillende omschrijvingen over te vinden. In het Engels wordt gesproken over ‘serious or severe (and persistent) mental illness (S(P)MI). Spreken we in Europa over EPA, dan gaat het over een kleine groep patiënten met een ernstige ziekte die in zorg zijn bij de GGZ. In Nederland wordt veelal de definitie van Kroon e.a. (1998) gehanteerd: Een patiënt met een psychiatrische stoornis volgens DSM, die niet klachtenvrij is (wisseling in ernst en intensiteit is mogelijk), met een langdurig beloop (>2 jaar) en beperkingen in het sociaal en maatschappelijk functioneren9. 2.1.1 Psychiatrische stoornissen Indien we spreken over psychiatrische stoornissen dan zijn er een aantal stoornissen te onderscheiden. Hieronder worden enige van deze stoornissen die veel voorkomend zijn bij mensen met een EPA, be- handeld10. Schizofrenie en andere psychotische stoornissen Schizofrenie kenmerkt zich door psychotische perioden met zogenoemd ‘positieve’ symptomen als wanen, hallucinaties en verwardheid. Schizofrenie is een ingewikkelde ziekte met vaak ernstige psy- chische en sociale gevolgen. Er is niet één enkele oorzaak voor schizofrenie, maar vele tegelijk. Het is niet gemakkelijk schizofrenie vast te stellen: er zijn veel verschijnselen die in allerlei combinaties bij schizofrenie voorkomen. Het verloop van schizofrenie is niet eenduidig: bij sommige mensen gaat het over, terwijl anderen niet herstellen of juist verder achteruitgaan. Iemand met schizofrenie kan in een psychose terechtkomen. Dan heeft hij last van bijvoorbeeld stemmen horen, hallucinaties, onsamen- hangend praten, chaotisch gedrag of vreemde lichaamsbewegingen. 8 GGZ Nederland (2009), p 9. 9 Delespaul e.a. (2013), p 428. 10 Zie: Vandereycken e.a. (2008). 10

Description:
Werkzaam in het buurtpastoraat van 2009 tot en met 2013 kon ik als projectmedewerker presentie- pastoraat, aanwezig zijn voor mensen in de wijk Malburgen in Arnhem. Vanuit een kapel/ontmoetings- ruimte verbonden aan de parochie vond het contact plaats met diverse wijkbewoners. In deze kapel.
See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.