Als alles op de schop gaat 1 t Bert Kok a Alexandra Jacobs Willy Nijhof a Bart Paumen g Monique Verharen (red.) p o h c Een onderwijsbiografie s over een integraal veranderingsproces e d p o s e l l a s l a Bohn Stafleu van Loghum Houten 2008 © 2008 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevens be- stand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, het- zij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën of opnamen, hetzij op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet 1912 j° het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. Samensteller(s) en uitgever zijn zich volledig bewust van hun taak een betrouwbare uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor drukfouten en andere onjuistheden die eventueel in deze uitgave voorkomen. isbn 978 90 313 5249 4 nur841, 844 Ontwerp omslag en binnenwerk: Bottenheft, Marijenkampen Bohn Stafleu van Loghum Het Spoor 2 Postbus 246 3990 GA Houten www.bsl.nl 4 Inhoud Woord vooraf 9 Inleiding 11 1 verbreding 17 Inleiding 19 1 Korte historische schets 19 2 De bestaande opleidingen in een nieuwe (brede) jas? 24 3 Sociaal agoog: een uniek vierde uitstroomprofiel 27 4 Tot slot 30 2 de projectorganisatie 37 Inleiding 39 1 De inrichting van de projectorganisatie 39 2 De instelling van de werkgroepen 42 3 Samenhang creëren 49 4 Tot slot 54 Ter lering 55 3 onderwijsvisie 59 Inleiding 61 1 Synergie omwille van de veiligheid 61 2 Kanttekeningen bij de aanbevelingen 67 3 De constructievoorschriften vanuit de programmastructuur 74 4 onderwijsontwerp 85 Inleiding 87 1 Ontwerpeisen gesteld aan de programmastructuur en onderwijsontwerp 87 2 De voorgestelde ordening en inrichting van het onderwijs 89 3 Werken met heuristiek 94 5 4 Onderwijsontwerp en onderwijsuitvoering tegen de achtergrond van financiën en normering 98 5 Het resultaat van ons innovatieproces: het curriculum 105 6 Biedt de onderwijsconstructie nu voldoende mogelijkheden voor ‘vraaggestuurd competentiegericht maatwerk’ (VCM)? 109 Bijlage 113 5 het verplatten van de organisatie 121 Inleiding 123 1 De opdracht 124 2 De werkgroep Organisatiestructuur 125 3 De organisatiestructuur komt in zicht 127 4 En zo ziet het er uiteindelijk uit 131 5 Waar staan we nu: 2008? 135 Ter lering 136 6 flexibilisering 137 Inleiding 139 1 Kantelen om te flexibiliseren 141 2 Vraagsturing en studieloopbaanbegeleiding (programmalijn 1) 142 3 Organisatie van maatwerkonderwijs (programmalijn 5) 148 4 Flexibilisering is meer dan het volgen van minoren en het inrichten van vrije studieruimte 151 Ter lering 153 7 cultuur 157 Inleiding 159 1 Eerst fuseren en reorganiseren, de cultuur komt vanzelf wel (of toch niet?) 159 2 Over cultuur, perspectieven en dynamiek 161 3 Welnu, waarheen leidt de weg 166 4 De crisis vormt de reden tot optimisme 169 Ter lering 174 8 reflectie 179 Inleiding 181 1 We zijn gegaan voor een 8, we hebben gewerkt voor een 10, het resultaat is een 6 181 6 2 Het klantenperspectief 186 3 Wie is de mooiste in het land? 190 Ter lering 191 Literatuur 199 Over de auteurs 203 Woord vooraf Politici, beleidsmakers, docenten en publiek uiten met regelmaat kritiek in de media omtrent de veelheid en snelheid van veranderingen in het onderwijs. De parlementai- re enquêtecommissie Dijsselbloem vormt met haar rapport nog maar het topje van de ijsberg van alle kritiek in de samenleving. Weliswaar gaat dit rapport over het voortge- zet onderwijs, maar ook het hoger onderwijs en zeker het hoger beroepsonderwijs kan een aantal zaken leren, zowel van de publieke discussie als van de resultaten van de enquêtecommissie. Hierbij denk ik aan het kritisch zijn ten aanzien van de nood- zaak van veranderingen, de zorgvuldigheid van processen en, vooral, de zorgvuldig- heid bij het controleren of gestelde doelen behaald zijn. Dit boek gaat over een stevige verandering op de werkvloer van een hogere beroepsop- leiding. Over nieuwe methodieken, over nieuwe leerdoelen, over een andere locatie, over een andere organisatie en over een nieuwe stijl van omgaan met elkaar. Met recht een integraal veranderingsproces, met elementen van reorganisatie en organisa- tieontwikkeling. Het gaat over een groep professionals met een nieuwe opdracht, wis- selingen van leiding en ondersteuning door externe adviseurs. Het gaat over situaties uit de praktijk, vergelijkbaar met vele andere plaatsen in het Nederlandse hoger be- roepsonderwijs van de laatste jaren. De auteurs zijn zelf actoren geweest in het veranderingsproces. Het boek is daarom ook te lezen als een verslag van eigen ervaringen en visies van direct betrokkenen. Met hun gedetailleerde beschrijvingen hebben de auteurs de valkuilen van de eigen perceptie een tegenwicht geboden. De kritische kanttekeningen die het boek bevat zijn op te vatten als een uitnodiging tot reflectie, te waarderen als uitingen van trans- parantie en een poging om de intersubjectiviteit van de ervaringen te vergroten. Het is belangrijk dat bij het onderwijs betrokkenen hun opinies kunnen toetsen aan feiten. Dit boek draagt feitenmateriaal aan over voorwaarden, processen en resultaten van complexe veranderingen. Het levert hiermee een interessante bijdrage aan de dis- cussie over effecten van veranderingen op datgene waar het uiteindelijk om te doen is: de kwaliteit van het onderwijs. marianne dunnewijk lid College van Bestuur van Hogeschool Zuyd voorjaar 2008 9 Inleiding In 2002 wordt in Nederland de Nederlandse Accreditatie Organisatie opgericht. Samen met de invoering van het bachelor-masterstelsel (‘ba-mastelsel’) betekent dit een belangrijke verandering voor het Nederlandse hoger onderwijs. In de tweede helft van 2003 wordt een verdrag getekend om te komen tot één organisatie voor Vlaanderen en Nederland en wordt de NVAO operationeel. Het bestaande visitatiestelsel is dan omgebogen tot een accreditatiestelsel. De invoering van externe kwaliteitszorg (visitatie en accreditatie) heeft een grote invloed op het onderwijsproces gehad. Kwaliteit van het onderwijs moet worden aan- getoond (Van Hout e.a., 2006). Zeggen dat je het goed doet, volstaat niet. De NVAO beoordeelt de basiskwaliteit van de opleiding aan de hand van in de wet vastgestelde onderwerpen. Het aantonen van basiskwaliteit en het ten behoeve daarvan aanleveren van onder- steunend bewijsmateriaal bepalen het al dan niet voortbestaan van de opleiding. Als alles ‘op de schop’ gaat in een onderwijsorganisatie, kan de basiskwaliteit onder druk komen te staan. Bij de faculteit Sociale Studies van de Hogeschool Zuyd is daad- werkelijk alles ‘op de schop’ gegaan en hebben alle betrokkenen (docenten en studen- ten) mogen ervaren hoe zeer een integraal veranderingsproces ingrijpt in de organisatie, de ontwikkeling en de uitvoering van onderwijs. Een ‘biografie’ wordt doorgaans geschreven wanneer het heftigste al achter de rug is. Dat geldt ook voor onze ‘biografie van een onderwijsorganisatie’. Niet voor niets spre- ken we van onze biografie; wij zijn ons ervan bewust dat wij de lezer meenemen op een reis die wel door alle medewerkers van de faculteit Sociale Studies is gemaakt, maar zeker niet door iedereen hetzelfde is (wordt) beleefd of gewaardeerd. Elke bijdra- ge in dit boek schetst een perspectief op een deelgebied van het integrale verande- ringsproces dat doorlopen is. In hoofdstuk 1 wordt de route naar de ‘brede bacheloropleiding’ geschetst en wordt tevens toegelicht op grond van welke argumenten HSZuyd in het algemeen en de faculteit Sociale Studies in het bijzonder de koers bepaald heeft. Hoofdstuk 2 belicht de wijze waarop de projectorganisatie tot stand is gekomen, is ing ericht, heeft geopereerd en ook weer is opgeheven. Vele piketpalen zijn geslagen, 11 B. Kok et al., Als alles op de schop gaat, DOI 10.1007/978-90-313-7689-6_1, © 2008 Bohn Stafl eu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij B.V. inleiding talrijke ‘go-’ en ‘no go’-momenten zijn de revue gepasseerd. Waar gehakt wordt, vallen spaanders. Hoofdstuk 2 schetst de knelpunten en de (leer)mogelijkheden van de pro- jectorganisatie SAMBA Zuyd. De projectorganisatie, beschreven in hoofdstuk 2, omvat twee projecten: – ontwikkeling van de brede bacheloropleiding Social Work; – inrichting van de faculteit Sociale Studies. Hoofdstuk 3 belicht het eerste project: de ontwikkeling van de brede bacheloroplei- ding Social Work. De schrijvers gaan in dit hoofdstuk op zoek naar het fundament onder de onderwijsinnovatie: de onderwijsvisie. Daar waar de onderwijsvisie ‘het beste van twee werelden’ wil behouden (doelend op een mengvorm van de onderwijsvisie in respectievelijk Maastricht en Sittard) en wil vertalen in een constructieve basis voor verd ere onderwijsontwikkeling, wijzen de schrijvers op het risico van het maken van onduidelijke en niet voldoende concreet gedefinieerde keuzes. In hoofdstuk 4 wordt de ontwikkeling van de brede bacheloropleiding Social Work, beschreven in hoofdstuk 3, meer concreet uiteengezet. De schrijvers belichten de ge - zochte synergie, plaatsen kanttekeningen bij de aanbevelingen gemaakt door de werk- groep Onderwijsvisie en bekijken van hier uit de mate van concretisering van de cons tructievoorschriften, geformuleerd door de werkgroep Programmastructuur. Tot slot wordt bekeken in hoeverre het beleid nu als voldoende doorgevoerd ‘vraagge- stuurd competentiegericht maatwerk’ (VCM) aangemerkt kan worden. In hoofdstuk 5 wordt het tweede project, ‘de verplatting van de organisatie’, centraal gesteld en worden de consequenties van deze verplatting voor de inrichting van de faculteit Sociale Studies en de opleiding Social Work beschreven. Dit hoofdstuk volgt niet voor niets pas ná de onderwijsvisie en het onderwijsontwerp. Een van de knel- punten in het veranderingsproces is dat het project ‘de verplatting van de organisatie’ pas laat in het traject daadwerkelijk gestalte krijgt. Het hoofdstuk biedt inzicht in de consequenties van deze verplatting voor de (organisatorische) inrichting van de facul- teit Sociale Studies en de opleiding Social Work. Waar in hoofdstuk 4 gericht aandacht wordt besteed aan de didactische implicaties en uitwerking van VCM, wordt in hoofdstuk 6 de complexiteit van de organiseerbaarheid van VCM en flexibilisering belicht. Dit hoofdstuk maakt duidelijk dat flexibilisering eisen stelt aan een organisatie. Eisen die eerst ingewilligd moeten worden alvorens succesvol organiseren en uitvoeren een kans van slagen heeft. Hoofdstuk 7 maakt duidelijk dat mensen in interactie bepalen op welke wijze een integraal veranderingsproces gestalte krijgt. Er is geen receptuur voor organisatie- verandering zo mooi en kloppend, of die staat wel onder druk van de mensen die er- 12