ebook img

Alarm Voor De Galaxis PDF

93 Pages·2011·0.76 MB·German
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview Alarm Voor De Galaxis

Op Aarde en de andere Terraanse werelden is het eind september van het jaar 2437. Het krachtdadige ingrijpen van de Haloeters, ze kwamen met hun zwarte ruimteschepen letterlijk in de laatste minuut, heeft het zonnestelsel behoed voor de definitieve vernietiging door de Dolans. Wat in het zonnestelsel en boven Terra gebeurde, was een meedogenloos gevecht. Navenant hoog waren de verliezen die aan beide zijden werden geleden. De door de Ulebs ingezette Dolans bestaan vrijwel niet meer en het knappe verdedigingsstelsel van het zonnestelsel is er ook niet meer. Afgezien van de Haloetiaanse schepen en een paar volkomen intacte eenheden van de Solaire vloot is er niets meer wat de verwoeste moederwereld van de mensheid kan beschermen tegen verdere aanvallen. Alles bij elkaar is de huidige situatie van het zonne-imperium niet rooskleurig te noemen. Maar het kan nog erger! Indringers uit M-87 duiken op en stellen de mensheid een ultimatum! Perry Rhodan stelt alles in de waagschaal. Hij heeft geen andere keuze dan bluffen: Hij slaat ALARM VOOR DE GALAXIS ... HOOFDPERSONEN VAN DEZE ROMAN: Perry Rhodan - De opperregent neemt zijn toevlucht tot bluf. Roi Danton - Perry Rhodans zoon en koning van de interstellaire vrije handelaars. Majoor Eril Shukento - Zijn ruimtekruiser trotseert een energiecycloon. Majoor Penta Schiroff - Zijn ruimtekruiser wordt onderworpen aan een dodelijke test. Professor Arno Kalup - Deze fysicus introduceert het hyperimnestron. Icho Tolot - Het volk van Haloet moet de weg van de monsters gaan. Eynch Zigulor en Kibosh Baiwoff - Twee oude bekenden uit M-84. 'Zie, ik zal een nieuwe hemel en een nieuwe aarde scheppen, zodat men de vorige niet meer zal gedenken, noch hem ter harte neemt.' Jesaja 65,17 1. 'Wie in het vuur gaat wandelen, moet zich niet verbazen, dat hij zijn voetzolen verbrandt,' mompelde kapitein Oglu. Majoor Eril Shukento, commandant van de lichte kruiser Panto Pea liet niet merken of hij de opmerking van zijn chef had gehoord of niet. Bovendien had hij het veel te druk met het schip uit de binnenste randzone van een stralencycloon te manoeuvreren. De Panto Pea beefde opnieuw onder de vreselijke kracht van een hypergravitatorisch stootgolf front. De kogelcel maakte kreunende geluiden, alsof het schip een levend wezen was. 'Ik stel voor om naar het centrum van de cycloon op te rukken, Sir,' zei Yma Kitatse, nadat hij een paar berekeningen doorgenomen had. Shukento draaide zich om en keek zijn eerste officier peinzend aan. Op het gezicht van de luitenant lag het gebruikelijke, nietszeggende glimlachje. Alleen de zwarte ogen verraadden iets van de psychische inspanning die de man doorstond. 'Heldenmoed is de deugd van de ter doodveroordeelden,' zei Nash Oglu door de intercom. Ik waarschuw u, sir. We moeten door de zone vliegen van het sterkste stootgolffront, voordat we het centrum van de cycloon bereiken.' Eril Shukento keek op en bekeek het brede gezicht van de chefleider. 'Heb je een beter voorstel dan Kitatse?' vroeg hij koel. Nash- Nash Oglu veegde een piek zwart haar van zijn brede voorhoofd. 'Helaas niet, sir. Jammer, dat ik geen tijd meer heb om aan de opperregent te vragen waarom hij ons naar de galactische centrumsector heeft gestuurd.' Na een korte, maar hevige storing werd de verbinding verbroken. Bijna automatisch drukte commandant Shukento op de knop die het reparatiecommando alarmeerde. Sinds ze in de stralencycloon verzeild waren geraakt, had hij deze knop zeer vaak moeten gebruiken. 'We moeten een lineairvlucht riskeren,' zei hij tegen zijn eerste officier. 'Geef me alsjeblieft de koersgegevens op mijn scherm.' Even later werd zijn scherm licht en werden er gecompliceerde data zichtbaar voor de autopiloot van de lineairstuurinstallatie. Eril Shukento beet op zijn onderlip. Zijn ervaringen vertelden hem dat de kansen van de Panto Pea een op de tienduizend waren om de cycloon te overleven. De enige mogelijkheid die een succes beloofde was om in het relatief rustige oog van de stralenstorm door te stoten. Maar eerst moesten ze door een zone, die in vergelijking met hun huidige situatie alleen maar hels te noemen was. De majoor vroeg zich af, of hij zijn mannen wel door deze hel heen mocht jagen. Hij besloot tenslotte, dat hij het risico moest nemen, als hij tenminste zijn plicht niet wilde verzaken. Met kalme stem, iedere klemtoon exact uitsprekend, gaf hij zijn instructies aan zijn bemanning door, terwijl zijn vingers al over de programmeertoetsen van de automatische piloot gleden. De Panto Pea accelereerde met onregelmatig werkende impulsmotoren, werd steeds opnieuw heen en weer geslingerd door abrupt oprukkende stootgolffronten. Het super-energie-overbelastingsscherm flakkerde als een kaars in de wind; het werd blootgesteld aan continue overbelasting en zou binnen de komende tien minuten definitief instorten. Bij zeventig procent van de lichtsnelheid drukte de commandant de handel van de Kalup compensatie-converter naar voren. Het zware aggregaat binnen in het schip scheen er zich loeiend tegen te verzetten, maar tenslotte trok het bliksemsnel het structuurveld op, dat de Panto Pea van het ene moment op het andere uit het normale continuüm de mysterieuze libratiezone inslingerde van de tussenruimte. Op het reliëfpeilscherm gleden drie blauwe reuzenzonnen de nulzone binnen. Ze stonden zo dicht op elkaar, dat geen ervan alleen in het centrum te plaatsen was. Toch moest het schip er tussendoor vliegen, om in het midden van de cycloon uit te komen. Eril Shukento bracht een verbinding tot stand met de radiocentrale. Het reparatieteam had de schade snel gerepareerd. Tondo Hewitts baardige gezicht keek vragend vanaf het beeldscherm op hem neer. 'Hou de helft van onze hyperradiocapaciteit gereed voor een snelle uitzending, kapitein,' beval de commandant. 'Herkenningscode van het schip evenals boodschap over cycloon en waarschijnlijk lot van de Panto Pea.' Hewitt vloekte. Hij trok een verkrampt gezicht. 'Ik moet dus een doodsadvertentie opgeven, niet? Okay, Sir,' voegde hij er snel aan toe, toen hij zag dat Shukento zijn voorhoofd fronste. 'Ik zeg het wel, als het zover is, kapitein!' zei Eril Shukento tenslotte en verbrak de verbinding. Koel taxerend bestudeerde hij daarna de erg klein lijkende leemte tussen de drie blauwe reuzen. Hoogstwaarschijnlijk werden ze onderling beïnvloed door krachtige tegengestelde gravitatiekrachten. Die konden gevaarlijk zijn voor het schip. In het ergste geval werd de Panto Pea de tussenruimte uitgesleurd. Dan was hij verloren. Shukento's bevel aan kapitein Hewitt was gebaseerd op deze argumenten. Als het schip verloren ging, wilde hij in ieder geval proberen om een paar hyperradiosondes kwijt te raken. Bij het daarop volgende onderzoek zou men de sondes vinden en uit de berichten zekerheid verkrijgen over het lot van de Panto Pea. Een paar seconden lang werden de helblauwe ogen van de majoor troebel. Hij dacht aan de verwoeste planeten van de zonnestelsel en wist plotseling niet goed meer of iemand zich nog wel zou bekommeren over het lot van een verdwaalde lichte kruiser. Tienduizenden ruimteschepen van de solaire vloot waren de afgelopen weken verloren gegaan. Door de laatste offensieven van de Eerste Impulsmacht was het imperium vrijwel verslagen. Van de eens zo imposante gebouwen waren in het beste geval ruines overgebleven. Eril Shukento wist uit de binnengekomen verliesmeldingen, dat het oppervlak van de aarde vrijwel een enkele woestijn was geworden. Toch had ongeveer zeventig procent van de bevolking het overleefd, dankzij het vlekkeloze ondergrondse bunkersysteem, dat op initiatief van Perry Rhodan al anderhalve eeuw geleden gemaakt was. Het identificeren van de doden verliep zeer moeizaam. De Terraanse ambtenaren moesten zich voornamelijk bezighouden met de overlevenden. Dus wisten noch majoor Shukento, noch de andere mannen aan boord van de kruiser wat er van hun familieleden was geworden. Shukento's familie had in Port Elisa gewoond, een hypermoderne stad aan de oostkust van Australië. Het ondergrondse bunkerstelsel van Port Elisa was niet minder modern. Dus mocht de majoor best hopen dat zijn vrouw en kinderen nog leefden. Maar zekerheid had hij voorlopig nog niet. Hij benijdde Yma Kitatse, zijn eerste officier. Kitatse was niet getrouwd; zijn ouders leefden op een koloniale planeet en waren waarschijnlijk gespaard gebleven. 'Koers exact in het centrum, sir,' meldde Kitatse. 'Ik adviseer extra acceleratie.' Eril Shukento knikte. Met zijn rechterhand schoof hij de handel van de Kalup naar beneden. Op het reliëfscherm schenen de drie blauwe zonnen opzij te schuiven. Shukento bestudeerde geboeid het unieke bonte kleurenspel achter de sterren. Hyperenergiekrachten beïnvloedden van buitenaf de libatiezone en veroorzaakten deze effecten. 'Nog twaalf seconden tot de doorbraak,' maakte Kitatse bekend. De commandant liet de alarmsirenes even loeien. Daarna klapte hij zijn helm naar voren, zoals de andere mannen in het schip ook deden. Ongeveer negenhonderdduizend keer sneller dan de lichtsnelheid stormde de lichte kruiser door de tussenruimte binnen deze sterrendriehoek, die identiek was met het geometrische zwaartepunt van de constellatie. Majoor Shukento perste zijn lippen op elkaar, toen de beeldschermen van de panoramagalerij explodeerden en het schip als onder een denkbeeldige slag met een hamer in al zijn spanten begon te kraken. In de transparante scheidingswand met de peilcentrale vormde zich met een oorverdovende knal een spleet van een meter breed. Op alle schakelhandels en de helmen van de mannen dansten blauwe vlammetjes. Het plafond van de commandocentrale boog door, alsof het staalplastic slechts vliesdun zilverpapier was. Gele, rook steeg op uit enkele controlepanelen. Maar plotseling was alles voorbij. De stilte werkte onheilspellend. Eril Shukento en Yuma Kitatse keken naar eikaars bleke gezichten. Daarna drukte de commandant vastberaden op de knop van de omroepinstallatie. Ongelovig fronste hij zijn voorhoofd, toen tegen alle verwachting in de groene controlelamp aanfloepte. Hij schraapte zijn keel en trok de microfoon naar zich toe, nadat hij zijn helm achterover had geklapt. 'Hier, commandant!' Hij koos, zoals altijd, zorgvuldig zijn woorden. 'De sectieleiders moeten zo snel mogelijk hun rapporten doorgeven aan de centrale. Sluiten.' Na een half uur stond de omvang van de schade vast. Commandant Shukento stak een sigaret op, dacht een paar seconden lang geconcentreerd na en liet daarna zijn linkerhand neerdalen op de knop van het positronische logboek. 'Twintig september 2437, drieëntwintig uur veertien minuten standaardtijd. De Panta Pea bevindt zich na het doorkruisen van het stootgolffront van een stralingscycloon in het centrum ervan. Peil-en radioinstallatie zijn abrupt uitgevallen. We weten alleen maar dat we nog ongeveer driehonderd en honderd lichtjaren van Haloet zijn verwijderd in de buurt van de galactische centrumsector. Het schip is beperkt mobiel. Negentien mannen werden zwaar gewond, een gedood. We proberen een geschikt hemellichaam te bereiken, om daar voor reparatie te landen. Daarna zullen we onze tocht voortzetten. De geschatte vertraging bedraagt veertig uur. Sluiten.' Hij verbrak de verbinding, zag dat het lampje van de intercom flikkerde en activeerde het toestel. Het brede gezicht van Oglu keek vanaf het beeldscherm op hem neer. 'Ik heb iets gevonden, sir,' zei de chefpeiler. 'Wilt u alstublieft naar mij toe komen? De reproductie-installatie functioneert nog niet.' Shukento knikte, schakelde de intercom uit en stond op. Daarbij leek het wel alsof hij groeide, terwijl zijn magere lichaam deze optische indruk nog versterkte. Met gelijkmatige tred liep hij naar de spleet in de wand. Yuma Kitatse keek hem na en glimlachte. Kenmerkend voor Shunkento, dacht hij bij zichzelf om gebruik te maken van ieder voordeel, ongeacht of dit voordeel nu via de normale weg of door een catastrofe te behalen was. Nash-Nash Oglu draaide zich om, toen de commandant binnenkwam. Op het voorhoofd van de kapitein zat een grote buil. Alsof dit zijn mannelijke waardigheid verminderde, veegde Oglu een piek van zijn zwarte, vettig glanzende haar er overheen. 'Zelfs een halfblinde haan vindt nog wel eens een biefstuk,' verklaarde de chefpeiler, gehoor gegevend aan zijn neiging om oude spreekwoorden en citaten willekeurig en verkeerd door elkaar te husselen. 'Nou, laat me die biefstuk dan maar eens zien,' antwoordde de commandant. Het leek wel alsof hij glimlachte. Nash-Nash Oglu grijnsde en zette de reflexverschuiver van de hypertaster aan. Op het vaalwitte beeldscherm flikkerden talloze groene puntjes. Kapitein Oglu elimineerde ze met behulp van de afschermapparatuur tot er eentje overbleef. 'Afstand ongeveer negeneneenhalf lichtjaar,' las hij van de informatieprojector af. 'Aan de koers te zien een zwevende planetoïde. Regelmatig gevormd oppervlak. Middellijn van zeshonderd kilometer. Verplaatst zich tussen twee slangachtige zuilen van hete waterstof met een geweldige concentratie. Wordt vermoedelijk binnen vijfduizend jaar opgevangen door een kleine, gele ster.' 'Wilt u daarmee aangeven, dat we vijfduizend jaar moeten wachten, voordat we op "Oglu" kunnen landen...?' 'Op "Oglu"...! Hm! Teveel eer voor zo'n kleine planetoïde, sir. Vindt u ook niet?' 'In tegendeel, kapitein.' Abrupt werd de commandant weer ernstig. 'Goed gedaan, Oglu. Zodra je alle gegevens hebt, geef ze dan door aan de eerste. Hij kan de koers berekenen. Hoe staat het met onze cycloon?' 'Die trekt zich terug, sir. Over drie uur kunnen we onbekommerd verdergaan.' Hij schudde zijn hoofd. 'Eerlijk gezegd vraag ik me af, waarom de opperregent ons zo'n verre verkenningstocht liet uitvoeren in de omgeving van Haloet.' 'Hij maakt zich zorgen om onze vrienden.' Oglu's zwarte ogen fonkelden spottend. 'Dat dringt tot me door, maar ik begrijp het niet. Uitgerekend de Haloeters, die het zonnestelsel gered hebben van een definitieve vernietiging, zouden onze hulp nodig hebben...?' Eril Shukento haalde zijn schouders op. 'Misschien. Ze wonen perslot van rekening in de buurt van een deur, die onze Galaxis ooit verbond met Andromeda...' 'Die deur bestaat niet meer, mocht u de vernielde zonnezeshoek bedoelen, sir.' 'Deze niet.' Nash-Nash Oglu maakte kleine spleetjes van zijn ogen. 'Denkt u, dat er nog meer van die deuren zijn?' 'Of achterdeurtjes, kapitein. In feite weten we niet veel van de galactische centrumsector.' 'Geen wonder, sir. Alleen potentiële zelfmoordenaars wagen zich in deze heksenketel. Ik zal pas weer gerust zijn, als we thuis...' Hij zweeg. Plotseling werd zijn gezicht somber. De gedachte aan de verwoeste aarde en het ongewisse lot van zijn familie overmeesterde het gemoed van de kapitein enkele seconden. 'Terra is en blijft ons huis, Oglu,' zei de commandant zacht. 'Hoe het er ook uitziet op dit moment.' Hij draaide zich om. In de commandocentrale waren de technici intussen bezig met het vernieuwen van de beeldschermen. De grote frontsector functioneerde alweer. Daarop fonkelde een glanzende sterrenzee van het galactische centrum als een ondoordringbare muur, waarvan de naden gevuld waren met gloeiende waterstof massa's. Het was een beeld van zo'n brutale schoonheid, zoals de wezens die de planeten van deze Galaxis bevolkten waren, dacht de majoor bitter. Hij vertelde Kitatse, dat Oglu hem in het kort de gegevens van de nieuwe koers zou geven, daarna ging hij naar de grote boordcomputer in de communicatiehal. Daar liet hij zich in een van de schakelstoelen vallen stak een sigaret op en keek peinzend voor zich uit. Hij vroeg zich af, hoe dit verder moest gaan. De Dolans waren dankzij de hulp van de Haloeters wel vernietigd, maar nog steeds ging de grootste vijand schuil achter het gigantische paratronscherm, dat het

See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.