2013 no. 32 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSVERORDENING van 17 mei 2013 houdende regels tot het cremeren van lij- ken (Crematieverordening) Uitgegeven, 24 mei 2013 De minister van Justitie en Onderwijs, A.L. Dowers Pagina 2 Afkondigingsblad van Aruba 2013 no. 32 ___________________________________________________________________ IN NAAM VAN DE KONING! DE GOUVERNEUR van Aruba, In overweging genomen hebbende: dat het wenselijk is dat er meer mogelijkheden zijn in de wijze van lijkbezorging en dat het wenselijk is om aan de groeiende behoefte aan een wettelijk raamwerk tege- moet te komen; dat het in verband daarmee wenselijk is om eenduidige eisen te stellen aan de crema- tie van lijken in crematoria, Heeft de Raad, met gemeen overleg der Staten, vastgesteld onderstaande landsverordening: Hoofdstuk I Algemene Bepalingen Artikel 1 1. Lijkbezorging kan, naast hetgeen is bepaald in de Begrafenisverordening (AB 1999 no. GT 6), eveneens geschieden door crematie. 2. Crematie van het lijk van een overleden persoon of doodgeboren kind ge- schiedt uitsluitend in een crematorium, dat in het bezit is van een vergunning als be- doeld in artikel 4. Artikel 2 1. De houder van een crematorium houdt een register van alle daar gecremeer- de lijken, met een nauwkeurige aanduiding van de bestemming, die aan de as is ge- geven en van degene op wiens aanwijzing zulks is geschied. 2. Het in het eerste lid bedoelde register is openbaar en wordt bij opheffing van het crematorium overgebracht naar het archief van het land. 3. Het model van het register wordt bij landsbesluit, houdende algemene maat- regelen, vastgesteld. Hoofdstuk II Crematoria Artikel 3 1. Het is verboden een crematorium, dat niet op de voet van het bepaalde bij of Pagina 3 Afkondigingsblad van Aruba 2013 no. 32 ___________________________________________________________________ krachtens deze landsverordening is gevestigd of in werking is, als zodanig in werking te brengen of te houden. 2. De met het toezicht belaste ambtenaren, genoemd in artikel 37 van de Begra- fenisverordening, kunnen, in afwachting van de onverwijld door hen in te roepen be- slissing van de Minister, belast met de Volksgezondheid, een crematorium doen slui- ten voor een periode van ten hoogste 48 uur, indien niet wordt voldaan aan de artike- len 1 en 7. Een beslissing als bedoeld in de eerste volzin wordt aan belanghebbende meegedeeld. Artikel 4 1. Het vestigen, uitbreiden of wijzigen van een crematorium behoeft vergun- ning van de Minister, belast met de Volksgezondheid. 2. De Minister, belast met de Volksgezondheid kan aan de vergunning voor- schriften verbinden of deze onder beperkingen verlenen. 3. Bij of krachtens landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan van de houder, aan wie een vergunningsrecht is verleend, een bedrag worden bepaald van de te heffen vergunningsrechten en de termijn waarbinnen aan deze eis moet zijn vol- daan. 4. Bij niet voldoening aan het vergunningsrecht binnen de in het derde lid be- doelde termijn is de Minister, belast met de Volksgezondheid bevoegd te bepalen dat het crematorium wordt gesloten. Artikel 5 1. Een besluit tot het verlenen van een vergunning voor het vestigen van een crematorium wordt niet genomen, dan nadat mededeling is gedaan van het verzoek- schrift in een of meer lokale nieuwsbladen of op de voor publicatie van officiële me- dedelingen gebruikelijke wijze. 2. Een verzoek voor vergunning wordt geweigerd indien: a. bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, is bepaald dat een of meer wij- ken, buurten of straten worden aangewezen waarin vergunningen niet worden verleend; b. bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, is bepaald dat een of meer wij- ken, buurten of straten worden aangewezen waarin vergunningen niet dan onder bij dat landsbesluit vastgestelde voorwaarden mogen worden verleend. 3. Alvorens te beslissen kan de Minister, belast met de Volksgezondheid, zich doen voorlichten door deskundigen en kan bepalen dat zowel de verzoeker als zij die de bezwaren hebben kenbaar gemaakt op die bezwaren worden gehoord. Pagina 4 Afkondigingsblad van Aruba 2013 no. 32 ___________________________________________________________________ Artikel 6 Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden de gevallen gere- geld waarin een verleende vergunning door de Minister, belast met de Volksgezond- heid kan worden ingetrokken. Hoofdstuk III Verlof tot crematie en termijnen Artikel 7 1. Geen crematie van een lijk geschiedt zonder schriftelijk verlof van de amb- tenaar van de Burgerlijke Stand, dat kosteloos en vrij van zegel wordt afgegeven en waarin de plaats van crematie wordt vermeld. 2. Verlof tot crematie wordt niet verleend, zolang niet is overgelegd een van de schriftelijke verklaringen als bedoeld in de Landsverordening overlijdensverklaringen (AB 1999 no. GT 7). Artikel 8 1. De ingevolge artikel 7, tweede lid, overgelegde stukken worden bij de akte van overlijden gevoegd. 2. Bij gebreke van een akte worden de overgelegde stukken bewaard door de ambtenaar van de Burgerlijke Stand. Artikel 9 Ten aanzien van de termijnen bij crematie is artikel 6 van de Begrafenisveror- dening van overeenkomstige toepassing. Artikel 10 Ten aanzien van lijken die worden binnengebracht ter crematie, kan bij lands- besluit, houdende algemene maatregelen, van het bepaalde in dit hoofdstuk worden afgeweken. Artikel 11 1. Overblijfselen van lijken en kisten, die bij roering van een graf of grafkelder te voorschijn mochten komen, mogen worden gecremeerd met inachtneming van de bepaling voor roering en opgraving als bedoeld in artikel 9 en 31 van de Begrafenis- verordening door degene die het in artikel 4 van de Begrafenisverordening bedoelde verlof heeft aangevraagd, dan wel degene, die redelijkerwijs geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden. 2. Ten aanzien van de in het vorige lid bedoelde crematie zijn de bepalingen Pagina 5 Afkondigingsblad van Aruba 2013 no. 32 ___________________________________________________________________ van dit hoofdstuk niet van toepassing. Hoofdstuk IV Bestemming en bewaring van as Artikel 12 1. Na de crematie wordt de as geborgen in een bus, die hermetisch wordt ge- sloten en waarop de naam, de voornamen en de datum van overlijden of levenloze geboorte van de overledene of doodgeborene alsmede een registratienummer in on- uitwisbare letters en cijfers staan vermeld. 2. Binnen achttien jaren na het plaatsen van het in het eerste lid bedoelde op- schrift mag dit niet van een ongeopende asbus worden verwijderd of daarop onlees- baar worden gemaakt. Artikel 13 1. Nadat de as in de bus is geborgen, kan zij worden verstrooid. 2. Het verstrooien van de as is slechts toegestaan: a. op een terrein dat bestemd is om permanent as op te verstrooien; b. in open zee. De bestemming van een terrein om permanent as op te verstrooien vindt niet plaats dan met vergunning van de Minister van Algemene Zaken. 3. Mits is voldaan aan het in artikel 12 bepaalde, is de invoer van de as van in het buitenland gecremeerde lijken toegelaten. Bij aankomst dient te worden overge- legd een desbetreffende verklaring van overlijden of van levenloze geboorte of een daarmee overeenstemmend document waaruit de identiteit van de gecremeerde per- soon of het doodgeboren kind blijkt. Artikel 14 1. Een asbus kan worden bijgezet: a. in een in het bijzonder daarvoor bestemd gedeelte van het crematorium, of b. op een afzonderlijke plaats op een begraafplaats, of c. in een bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te regelen bewaarplaats die buiten een crematorium of begraafplaats is gelegen. 2. Nadat de as in de bus is geborgen kan deze worden overgebracht naar dege- ne die de zorg voor de asbus op zich neemt. Artikel 15 Ten aanzien van de registratie van de bijzetting op bewaarplaatsen, genoemd in artikel 14, eerste lid, is artikel 20 van de Begrafenisverordening van overeenkomstige toepassing. Pagina 6 Afkondigingsblad van Aruba 2013 no. 32 ___________________________________________________________________ Artikel 16 Een bewaarplaats als bedoeld in artikel 14, eerste lid onder c, wordt niet in ge- bruik genomen dan met vergunning van de Minister van Algemene Zaken. Artikel 17 Omtrent de bestemming en bewaring van as kunnen bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, nadere regels worden gesteld. Hoofdstuk V Toezicht en strafbepalingen Artikel 18 Ten aanzien van het toezicht op de naleving van het bepaalde in deze landsver- ordening is artikel 37 van de Begrafenisverordening van overeenkomstige toepassing. Artikel 19 Met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de derde categorie wordt gestraft: 1. hij die een lijk verbrandt in strijd met of anders dan met inachtneming van hetgeen is bepaald bij de artikelen 1, tweede lid, en 7; 2. hij die verlof geeft tot crematie in strijd met artikel 7, tweede lid; 3. hij die een lijk cremeert voordat dit ingevolge artikel 9, juncto artikel 6 van de Begrafenisverordening is toegestaan; 4. hij die artikel 12 overtreedt, alsmede hij, die een asbus opent anders dan bij toepassing van artikel 13; 5. hij die as verstrooit of een asbus verzendt, verwijdert, bewaart of vervoert in strijd met of anders dan met inachtneming van hetgeen is bepaald bij of krachtens arti- kel 13. Artikel 20 Met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de tweede categorie wordt gestraft: 1. hij die het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2, 3, 4, 15 en 16 overtreedt; 2. hij die het bepaalde krachtens artikel 20 overtreedt, voor zover dit uitdrukkelijk als strafbaar feit in de zin van het onderhavige artikel aangeduid. Pagina 7 Afkondigingsblad van Aruba 2013 no. 32 ___________________________________________________________________ Artikel 21 De bij of krachtens deze landsverordening strafbaar gestelde feiten zijn over- tredingen. Artikel 22 Voor zover in deze landsverordening niet anders is bepaald, zijn de bepalingen van de Begrafenisverordening voor zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing. Artikel 23 Deze landsverordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar plaatsing in het Afkondigingsblad van Aruba. Gegeven te Oranjestad, 17 mei 2013 F.J. Refunjol De Minister van Volksgezondheid en Sport, R.W.M. Visser De Minister van Algemene Zaken, M.G. Eman De Minister van Justitie en Onderwijs, A.L. Dowers