Orwells eerste boek is een verslag van zijn ervaringen als zwerver en bohémien tussen 1927 en 1932, waarvan anderhalf jaar als aankomend schrijver in Parijs. Over deze periode in zijn leven schreef Mary McCarthy: 'Met opzet bewoog hij zich in de onderlagen van de maatschappij tussen menselijke wrakken en drijfhout. Hij hield een soort inspectietocht van de geografie en de instellingen van dat gebied aan gene zijde: werkhuizen, volkslogementen, Leger-des-Heilsonderkomens, goedkope kamers, de gevangenis..'
Aan de grond in Londen en Parijs is het resultaat van deze ontdekkingsreis door de wereld van de armoede en het uitzichtloze leven aan de zelfkant: een rauw en onverbloemd geschreven document dat nog steeds niet opgehouden heeft de lezers aan het denken te zetten.
Aan het begin van zijn schrijversloopbaan heeft de Britse schrijver (1903-1950) een vijftal jaren doorgebracht tussen de allerarmsten, eerst in Parijs en later in Londen. In Parijs heeft hij nog een dak boven zijn hoofd met af en toe een baantje in een restaurant. In Londen slaapt hij in speciale onderkomens voor daklozen en moet hij de vernederingen ondergaan van de zogenaamde liefdadigheid. Orwell is altijd een vurig socialist geweest die zich het lot van de armen en misdeelden aantrok. Aan het einde van zijn verslag schetst hij het beeld van een gemiddelde zwerver, waarbij hij probeert alle vooroordelen jegens deze grote groep mensen weg te nemen. Orwell toont zich al op jonge leeftijd een boeiend verteller met een nauwkeurig oog voor details en een fijnzinnig gevoel voor humor. Uitstekende vertaling. De kleurige omslag toont een rij werklozen in Parijs, wachtend op werk of eten. Prettige, vrij kleine druk.
C.J. Meyer
(source: Bol.com)