Het is hartje winter in Kabouterland. Wipneus en Pim lopen in de grote paleistuin om de vogels eten te geven. Ze worden allebei bekogeld met een sneeuwbal, maar er niemand te zien. Hoe kan dat nou? Het zijn de heksen Flie, Flaa en Floe die zich in een boom hebben verstopt. 's Nachts sluipen de heksen het paleis in en smeren de kleren van de koning en van Wipneus met ijszalf in. Ook eten de heksen alle lekkere broodjes uit de bakkerij op. En zelfs de sneeuwpoppen in de paleistuuin zijn niet veilig; ze worden allemaal door de hesken vernield. Als de koning en Wipneus 's morgens hun kleren aantrekken, krijgen ze het heel erg koud. De volgende nacht komen de heksen nog een keer. Opnieuw vernielen ze alle sneeuwpoppen. Ze strooien ook ijspoeder waardoor het paleis wordt ingesloten door omhoogstekende ijskegels. De koning verzint samen met Wipneus en Pim een plan, want zo gaat het niet langer. De volgende nacht komen de heksen terug om nog meer streken uit te halen. Maar nu worden ze gevangen met behulp van de zonneparel die de kabouters ooit van Rosalinda hebben gekregen. Ook de toverballetjes van tante Boterbloem komen goed van pas om de heksen onschadelijk te maken. De heksen zijn dan wel gevangen, maar wat er nu mee te doen? Gelukkig heeft dokter Knippeling nog een hardloopdrankje. Wie daar van drinkt, moet een uur hardlopen. En zo komen de kabouters van de heksen af