Het is zomer. Kabouter Klist is aan het werk in de tuin van het kasteel van koning Goedhart. Wipneus geniet van de zon, maar Pim heeft een probleempje. Hij was op de zolder van het kasteel. Daar staat een kist. Pim maakte de kist open en er vollg een eng, zwart beest uit! Wipneus en Pim gaan samen nog een keer kijken. En weer vliegt er een zwart beest uit dat ook nog eens hun mutsen meeneemt! In de kist ligt het Groot-Raadselboek dat Pim kwijt was. Maar er is iets niet in orde met het boek. Als Pim er overheen wrijft, wordt hij helemaal zwart. En even later is hij zelfs helemaal verdwenen. Kloddertje, de vogelgeleerde, wordt erbij gehaald. Hier zijn grootoorvleermuizen geweest, zegt hij. Wipneus gaat daarna naar de geleerde kabouter Alfabet voor raad. Alfabet heeft juist een een oude kaart van het land van de Mosemannetjes met daarop de Petriberg gevonden. Daar wonen de grootoorvleermuizen. En dan komt er ook nog