ebook img

07.08GT91.072 Regeling in-, uit- en doorvoer verdovende middelen PDF

2021·0.06 MB·Dutch
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview 07.08GT91.072 Regeling in-, uit- en doorvoer verdovende middelen

************************* AB 1991 no. GT 72 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 oktober 2013 ************************* ==================================================================== Intitulé : Ministeriële regeling ter uitvoering van artikel 6, eer- ste lid, van de Landsverordening verdovende middelen (AB 1990 no. GT 7) Citeertitel: Regeling in-, uit- en doorvoer verdovende middelen Vindplaats : AB 1991 no. GT 72 Wijzigingen: Geen ===================================================================== Artikel 1 Deze regeling verstaat onder: de Minister : de minister van Publieke Werken en Volksge- zondheid; de landsverordening : de Landsverordening verdovende middelen (AB 1990 no. GT 7); het verdrag : het Enkelvoudig Verdrag inzake verdovende mid- delen, 1961, met bijlagen (Trb. 1963, no. 81); verdovende middelen : alle stoffen als bedoeld in de artikelen 3 en 4 van de Landsverordening verdovende middelen; invoer : elke invoer, voor zover geen doorvoer op de voet van artikel 12; uitvoer : elke uitvoer, al dan niet uit het vrije ver- keer, voor zover geen doorvoer op de voet van artikel 12. Artikel 2 Het verlof voor invoer en voor uitvoer van verdovende middelen, als bedoeld in artikel 6 van de landsverordening, kan schriftelijk worden aangevraagd onder vermelding van naam, voornamen, beroep en adres van de aanvrager en van de plaats waar het bedrijf wordt uitge- oefend, of, indien de aanvraag geschiedt door een naamloze vennoot- schap, een coöperatieve of andere rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging of een stichting, onder vermelding van haar naam en de plaats waar het bedrijf wordt uitgeoefend. Artikel 3 1. Invoer en uitvoer van verdovende middelen is uitsluitend ge- oorloofd aan of ten behoeve van hem die hiertoe het in artikel 2 van deze regeling bedoelde verlof heeft verkregen en wie tevens door of namens de Minister een certificaat, betrekking hebbende op die invoer of uitvoer, is verstrekt en wel: a. voor zover betreft ruw opium en cocabladeren, enkel voor wettige doeleinden; b. voor zover betreft bereid opium en bereidingen van bereid opium, enkel voor wetenschappelijke of politionele doeleinden; c. voor zover alle overige verdovende middelen betreft, enkel voor ge- neeskundige of wetenschappelijke doeleinden. 2. Voor de invoer van de verdovende middelen, vermeld op lijst III van het verdrag, is geen invoercertificaat, zoals bedoeld in het eerste lid, vereist. ************************* AB 1991 no. GT 72 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 oktober 2013 ************************* ==================================================================== Artikel 4 1. Bij invoer van verdovende middelen, uitgevoerd uit een land dat het stelsel van in- en uitvoercertificaten op de in te voeren mid- delen toepast overeenkomstig de bepalingen van het verdrag, moeten de- ze vergezeld zijn van een exemplaar van de vergunning tot uitvoer uit dat land of van een in artikel 31, twaalfde lid, van het verdrag be- doeld certificaat tot wijziging van bestemming. 2. Elke ingevoerde zending moet ten invoer in het vrije verkeer of tot opslag in entrepot worden aangegeven en ter visitatie aangebo- den binnen de geldigheidstermijn en volgens de aanwijzingen van het invoercertificaat, waarvan een exemplaar, evenals het in het eerste lid bedoelde document, aan de met de visitatie belaste ambtenaren ter intrekking moet worden overgegeven. Bij uitslag uit entrepot anders dan ten uitvoer is een nieuw invoercertificaat nodig, dat op gelijke wijze moet worden behandeld als in het eerste lid ten aanzien van in- voer rechtstreeks van buitenslands is bepaald. 3. Ingevoerde zendingen van verdovende middelen welke niet vol- doen aan het gestelde in het eerste lid van dit artikel, worden door de met de visitatie belaste ambtenaren vastgehouden. Artikel 5 1. Bij uitvoer van verdovende middelen - uitslag uit entrepot met bestemming ten uitvoer hieronder begrepen - moeten deze vergezeld zijn van een geldig uitvoercertificaat in tweevoud. Beide exemplaren moeten door of vanwege de belanghebbende voorzien zijn van een nauwkeurige vermelding van aantal, aard en merken van de colli's waarin de verdo- vende middelen verpakt zijn. Bij het verlaten van het Arubaans grond- gebied moet een exemplaar dat de zending blijft vergezellen door de met de uitklaring belaste ambtenaren zijn afgetekend en het andere aan hen ter intrekking zijn overgegeven. 2. Voor uitvoer bestemde zendingen van verdovende middelen, welke niet vergezeld zijn van twee exemplaren van een geldig uitvoercertifi- caat, worden door de met de uitklaring belaste ambtenaren vastgehou- den. Artikel 6 Invoer van verdovende middelen, met uitzondering van ruw opium, medicinaal opium, bereidingen van ruw of medicinaal opium, 20% of min- der morfine bevattende, bolkaf, cocabladeren, Indische hennep en de bereidingen van Indische hennep, wordt beperkt tot die middelen welker vervaardiging in Aruba niet of niet voldoende in de behoefte voorziet, en tot een hoeveelheid welke door de Inspecteur voor geneesmiddelen in verband met het verbruik is vastgesteld. Artikel 7 1. De uitvoer van diacetylmorfine (heroïne), haar zouten en be- reidingen, welke diacetylmorfine of haar zouten bevatten, is verboden, tenzij de regering van een land waar diacetylmorfine niet wordt ver- vaardigd, uitvoer van één van deze stoffen onder overlegging van een invoercertificaat aanvraagt en de zending gericht wordt aan het in het invoercertificaat vermelde regeringsbureau. 2. Invoer van een van deze stoffen mag slechts geschieden, indien diacetylmorfine binnenslands niet wordt vervaardigd en dan door bemid- deling van de Inspectie voor geneesmiddelen. 2 ************************* AB 1991 no. GT 72 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 oktober 2013 ************************* ==================================================================== Artikel 8 1. Indien dit niet reeds uit de aangiften duidelijk blijkt, moet bij invoer en bij uitvoer van verdovende middelen in mindere hoeveel- heid dan in de bijbehorende certificaten is vermeld, van de aanwezige hoeveelheid van iedere soort steeds nauwkeurige mededeling worden ge- daan aan de met de aftekening of intrekking belaste ambtenaren. 2. Andere verschillen met de certificaten en het brengen van wij- ziging in de hoeveelheid onderweg zijn niet toegelaten. In elke aan- gifte ten in- of uitvoer, waarbij aan de met de inklaring, visitatie of uitklaring belaste ambtenaren niet tegelijkertijd een certificaat of vergunning voor de aanwezige verdovende middelen wordt overgelegd, moeten deze met name zijn genoemd. 3. Uitvoer van zendingen gericht aan een postbusadres of aan een bank ter rekening van een andere persoon dan die genoemd in het uit- voercertificaat, is niet toegestaan. Artikel 9 1. Invoer of uitvoer van ruw opium en van cocabladeren, anders dan als postzending, mag slechts geschieden langs de kantoren van de douane. 2. Uitvoer van zendingen gericht aan een postbusadres of aan een bank ter rekening van een andere persoon dan die genoemd in het uit- voercertificaat is niet toegestaan. Artikel 10 Bij uitvoer van ruw opium naar landen welke het verdrag niet heb- ben aanvaard, doch wel het Opiumverdrag van 1912, moet elk colli, het- welk meer dan 5 kilogram ruw opium inhoudt, voorzien zijn van het merk "Ruw Opium". Dit merk moet zijn aangebracht op de omhulling aan de adreszijde, met letters ter hoogte van ± 3 cm, welke niet met behulp van water kunnen worden verwijderd. Artikel 11 Voor de uitvoer van Indische hennep, van de uit de Indische hen- nep getrokken hars, alsmede van de gebruikelijke bereidingen waaraan deze hars ten grondslag ligt (zoals hashish, esrar, chiras en djamba), worden uitvoercertificaten slechts verleend met inachtneming van de bepalingen van artikel 11 van het verdrag. Artikel 12 Verlof tot doorvoer van verdovende middelen, met uitzondering van bereid opium en van bereidingen van bereid opium, al dan niet gepaard gaande met overlading of met tijdelijke opslag in entrepot of elders, wordt geacht door de Minister te zijn verleend voor elke zending ten aanzien waarvan is of wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: a. zij moet vergezeld zijn van een de zending juist omschrijvend exem- plaar van de uitvoervergunning of van een even deugdelijk certifi- caat tot wijziging van de bestemming. Een of ander moet onverwijld aan de met de inklaring, de visitatie en de uitklaring belaste amb- tenaren worden vertoond. Indien de zending is uitgevoerd uit een land dat het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten op de door te voeren middelen niet of niet overeenkomstig de bepalingen van het verdrag toepast, en dientengevolge een uitvoervergunning ont- 3 ************************* AB 1991 no. GT 72 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 oktober 2013 ************************* ==================================================================== breekt en ook een certificaat tot wijziging van bestemming de zen- ding niet vergezelt, moeten de aanwezige verdovende middelen met name in de doorvoeraangifte, bij doorvoer per post in de douanever- klaringen, zijn vermeld en bovendien in de ladingspapieren worden vermeld. Uit de ladingspapieren of andere geloofwaardige bescheiden moet dan echter tevens blijken, dat die middelen reeds in het land van uitvoer bij de afzending uit dat land een buiten Aruba gelegen bestemming hadden; b. zij moet tijdens de doorvoer ongeschonden bijeengehouden worden, zonder verbreking anders dan door hiertoe bevoegde ambtenaren van een op de zending of op haar bewaarplaats toegepaste ambtelijke verzegeling of sluiting; c. zij moet, indien wijziging wordt gebracht in de bestemming van de zending, zoals deze is aangegeven in de uitvoervergunning (of op het certificaat tot wijziging van bestemming), begeleid worden door een in Aruba af te geven bijzonder certificaat tot wijziging van de bestemming, ter vervanging van de uitvoervergunning (of van het te- voren afgegeven certificaat tot wijziging van bestemming). Dit bij- zondere certificaat wordt slechts verleend onder intrekking van het exemplaar van de uitvoervergunning (of het certificaat van wijzi- ging van bestemming), dat de zending vergezelt, en met overeenkom- stige toepassing van de bepalingen betreffende het verstrekken van uitvoercertificaten van de artikelen 11, 15 en 16 van deze rege- ling. Artikel 13 1. De bestemming van verdovende middelen waarvoor een certificaat is verstrekt voor invoer in het vrije verkeer of tot opslag in entre- pot, kan worden gewijzigd in: a. opslag in entrepot of invoer in het vrije verkeer; b. doorvoer hetzij naar het land van herkomst (terugzending), hetzij naar een ander land. 2. Het bijzondere certificaat tot wijziging van de bestemming, dat daarvoor vereist wordt, wordt slechts verleend onder intrekking van het exemplaar van de uitvoervergunning (of het certificaat tot wijziging van bestemming), dat de zending vergezelt, en van het exem- plaar van het invoercertificaat, bestemd voor overlegging bij de aan- gifte ten invoer of tot opslag in entrepot, en met overeenkomstige toepassing van de bepalingen, betreffende het verstrekken van uitvoer- certificaten van de artikelen 11, 15 en 16 van deze regeling. Artikel 14 Verdovende middelen mogen tijdens de in-, uit- of doorvoer of tijdens de opslag in entrepot niet onderworpen worden aan enigerlei bewerking die verandering zou kunnen brengen in de aard van de desbe- treffende middelen. De verpakking mag niet worden gewijzigd zonder vergunning van de Inspecteur voor geneesmiddelen. Artikel 15 De Inspecteur voor geneesmiddelen is gemachtigd namens de Minis- ter certificaten van invoer of uitvoer, in artikel 3 bedoeld, en cer- tificaten tot wijziging van bestemming, in artikel 12 of 13 bedoeld, te verstrekken. 4 ************************* AB 1991 no. GT 72 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 oktober 2013 ************************* ==================================================================== Artikel 16 1. Aanvragen voor invoer- of uitvoercertificaten moeten worden gericht tot de Inspecteur voor geneesmiddelen. 2. De aanvraag voor een invoercertificaat moet inhouden: a. naam, eventuele niet-beschermende internationale benaming, en hoe- veelheid van de in te voeren verdovende middelen; b. naam en volledig adres van degene door wie de middelen zullen wor- den geleverd en van degene door wie de middelen zullen worden inge- voerd; c. termijn waarbinnen de invoer in een of meer dan een zending zal ge- schieden; d. een verklaring, inhoudende: - ten aanzien van ruw opium of cocabladeren, dat zij benodigd zijn voor wettige doeleinden; - ten aanzien van bereid opium of bereidingen van bereid opium, dat zij benodigd zijn voor wetenschappelijke of politionele doelein- den; - ten aanzien van alle andere verdovende middelen, dat zij uitslui- tend benodigd zijn voor geneeskundige of wetenschappelijke doel- einden; - of de in te voeren verdovende middelen bestemd zijn voor het vrije verkeer of voor opslag in entrepot. Zij moet verzegeld zijn van een staat waaruit de toeneming (inslag, vervaardiging) en de afneming (aflevering, verbruik) van de voorraad blijkt. 3. De aanvraag voor een uitvoercertificaat moet inhouden: a. naam en hoeveelheid van de uit te voeren verdovende middelen; b. naam en volledig adres van degene door wie de middelen zullen wor- den geleverd en van degene die de middelen zal invoeren in het land van bestemming; c. of de uit te voeren verdovende middelen worden uitgevoerd uit het vrije verkeer of uit entrepot; d. termijn waarbinnen de uitvoer zal geschieden; e. nummer en dagtekening van het betreffende invoercertificaat; f. de instantie die het invoercertificaat heeft afgegeven. Bij uitvoer naar landen welke het stelsel van invoer- en uitvoercerti- ficaten op de uit te voeren middelen toepassen, moet bij deze aanvraag tevens worden overgelegd een invoercertificaat, afgegeven door de be- voegde instanties van het land van invoer, waarin wordt verklaard, dat de invoer van het daarin bedoelde verdovende middel of de daarin be- doelde verdovende middelen is goedgekeurd. 4. Uitvoercertificaten voor China worden slechts verleend, indien bij de aanvraag een invoercertificaat wordt overgelegd, afgegeven door de Chinese zeedouane en gelegaliseerd door de Nederlandse consulaire ambtenaar van het gebied waarin de plaats van bestemming is gelegen. 5. Uitvoercertificaten voor andere landen dan in het derde en vierde lid van dit artikel zijn bedoeld, wordt slechts verleend, in- dien ten genoegen van de inspectie, voornoemd, blijkt dat de geadres- seerde bevoegd is de in te voeren verdovende middelen te ontvangen, of dat geen redelijke twijfel bestaat omtrent de bestemming van de verdo- vende middelen voor geoorloofde doeleinden. Artikel 17 1. Degene aan wie een certificaat voor invoer en uitvoer, als be- doeld in artikel 3, is verstrekt, is verplicht: a. in een uitsluitend daartoe bestemd, doorlopend genummerd register, 5 ************************* AB 1991 no. GT 72 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 oktober 2013 ************************* ==================================================================== ingericht ten genoegen van en gewaarmerkt door de Inspecteur voor geneesmiddelen onmiddellijk aantekening te houden van iedere invoer en van iedere uitvoer van verdovende middelen, onder vermelding van de datum, de naam, de hoeveelheid en het land van herkomst of be- stemming van die stoffen met aanduiding of de goederen in entrepot zijn opgeslagen en voor de niet in entrepot opgeslagen middelen van het gehalte aan morfine, bij de aantekeningen betreffende opium en alle bereidingen met of uit opium of met morfine van het gehalte aan diacetylmorfine of cocaïne bij de aantekeningen betreffende de bereidingen daarmede, van het gehalte aan cocaïne met inbegrip van andere bestanddelen voor haar bereiding bij de aantekeningen be- treffende ruwe cocane en van het gehalte aan totaal alcaloïden bij de aantekeningen betreffende cocabladeren en van de aard, de mer- ken, het bruto- en het nettogewicht van colli met ruw opium of co- cabladeren; b. aan de ambtenaren met de handhaving van de landsverordening belast inzage te geven van het register, onder het eerste lid, onderdeel a, van dit artikel bedoeld, en van alle boeken en bescheiden, welke op zijn bedrijf betrekking hebben, alle tot handhaving van die landsverordening gevraagde inlichtingen te verstrekken en toe te staan monsters te nemen van alle stoffen welke in zijn bedrijf wor- den aangetroffen en onder de landsverordening vallen of vermoed worden daaronder te vallen; c. de door hem ingevoerde verdovende middelen te bewaren op een plaats en wijze, welke schriftelijk door de Inspecteur voor geneesmiddelen zijn goedgekeurd, tenzij die bewaring in een entrepot of, voor zo- ver gevestigde apothekers betreft, overeenkomstig de wettelijke voorschriften geschiedt; d. zich bij de bewaring in entrepot te gedragen naar de hiervoor door de ambtenaren met de handhaving van de landsverordening belast te geven aanwijzingen. 2. Het gehalte van grondstoffen voor de vervaardiging van verdo- vende middelen (ruw opium, ruwe morfine, cocabladeren, ruwe cocane) aan morfine, cocaïne of ecgonine of dat daaruit kan worden getrokken, zal worden bepaald met inachtneming van de door de Minister gegeven voorschriften. 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, onderdeel a, houdt de apotheker aan wie een certificaat voor invoer, als bedoeld in artikel 3, is verstrekt, van iedere invoer aantekening in een regis- ter, vermeldende de datum van invoer, de naam, de hoeveelheid, de le- verancier en het land van herkomst van elk ingevoerd verdovend middel. Artikel 18 Deze ministeriële regeling kan worden aangehaald als Regeling in-, uit- en doorvoer verdovende middelen. 6

See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.