Table Of Content

************************* AB 1992 no. 98 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 mei 2007 ************************* ==================================================================== Intitulé : LANDSVERORDENING van 7 augustus 1992 houdende afwijking van bepalingen met betrekking tot de hoogte van de vakantieuitkering van overheidspersoneel en het tijdstip van uitkering daarvan Citeertitel: Geen Vindplaats : AB 1992 no. 98 Wijzigingen: Geen ==================================================================== Artikel 1 1. In afwijking van artikel 22 van de Landsverordening vakantie en vrijstelling van dienst ambtenaren bedraagt de vakantieuitkering van ambtenaren in de zin van die landsverordening in de periode van 1 januari 1991 tot en met 31 mei 1992 drie ten honderd van het in voormeld artikel bedoelde inkomen. 2. In afwijking van artikel 24, eerste lid, van de Landsveror- dening vakantie en vrijstelling van dienst ambtenaren wordt de vakantieuitkering waarop in de eerste vijf maanden van 1991 door ambtenaren in de zin van die landsverordening recht is verkregen, niet uitbetaald in de tweede helft van de maand juni van het kalenderjaar 1991, doch in de tweede helft van de maand juni van het kalenderjaar 1992 en wordt de vakantieuitkering waarop in de laatste zeven maanden van 1992 door ambtenaren in de zin van die landsverordening recht is verkregen, uitbetaald in eerste helft van december 1992. Artikel 2 1. In afwijking van artikel 17, eerste lid, van de Landsveror- dening vakantie en vrijstelling van dienst werknemers bedraagt de vakantieuitkering van werknemers in de zin van die landsverordening in de periode van 1 januari 1991 tot met 31 mei 1992 drie ten honderd van het in voormeld artikel bedoelde inkomen. 2. In afwijking van artikel 19, eerste lid, van de Landsveror- dening vakantie en vrijstelling van dienst werknemers wordt de vakantieuitkering waarop in de eerste vijf maanden van 1991 door werknemers in de zin van die landsverordening recht is verkregen, niet uitbetaald in de tweede helft van de maand juli van het kalenderjaar 1991, doch in de tweede helft van de maand juni van het kalenderjaar 1992 en wordt de vakantieuitkering waarop in de laatste zeven maanden van 1992 door ambtenaren in de zin van die landsverordening recht is verkregen, uitbetaald in de eerste helft van december van 1992. Artikel 3 1. In afwijking van artikel 5c, eerste lid, van de Landsveror- dening regelende de bezoldiging, de vergoeding van reis- en verblijfkosten, de aanspraak op vakantie, vakantieuitkering, tegemoet- koming in de kosten van geneeskundige behandeling en/of verpleging, de uitkering bij overlijden en het pensioen van de ministers, alsmede het pensioen van hun weduwen en wezen bedraagt de vakantieuitkering van ministers in de periode van 1 januari 1991 tot en met 31 mei 1992 drie ten honderd van zijn in artikel 1, eerste lid, van die landsverordening bedoelde inkomen. 2. In afwijking van artikel 5c, tweede lid, van de Landsveror- ************************* AB 1992 no. 98 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 mei 2007 ************************* ==================================================================== dening, regelende de bezoldiging, de vergoeding van reis- en verblijfkosten, de aanspraak op vakantie, vakantieuitkering, tegemoetko- ming in de kosten van geneeskundige behandeling en/of verpleging, de uitkering bij overlijden en het pensioen van de ministers, alsmede het pensioen van hun weduwen en wezen wordt de uitkering waarop gedurende de eerste elf maanden van 1991 door de ministers recht is verkregen, niet uitbetaald in de tweede helft van de maand december van het kalenderjaar 1991, doch in de tweede helft van de maand juni van het kalenderjaar 1992 en wordt de vakantieuitkering waarop in de laatste zeven maanden van 1992 door ambtenaren in de zin van die landsverordening recht is verkregen, uitbetaald in de eerste helft van december 1992. Artikel 4 In afwijking van artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Comp- tabiliteitsverordening 1989 (AB 1989 nr. 72) worden de ramingen van de kosten die in het dienstjaar 1991 voortvloeien uit de artikelen 1, eerste lid, 2, eerste lid, en 3, eerste lid, opgenomen in de landsverordening tot vaststelling van de begrotingen voor het dienstjaar 1992. Artikel 5 1. De Landsverordening van 30 december 1987 (AB 1987 no. 131) houdende een tijdelijke buitenwerkingstelling van artikel 21 van de Landsverordening vakantie en vrijstelling van dienst ambtenaren wordt gewijzigd als volgt: verwerkt in AB 1987 no. 131. 2. De Landsverordening van 30 december 1987 (AB 1987 no. 132), houdende een tijdelijke buitenwerkingstelling van artikel 16 van de Landsverordening vakantie en vrijstelling van dienst werknemers, wordt gewijzigd als volgt: verwerkt in de tekst van AB 1987 no. 131. 3. De Landsverordening van 30 december 1987 (AB 1987 no. 133), houdende de tijdelijke buitenwerkingstelling van artikel 5c van de Landsverordening, regelende de bezoldiging, de vergoeding voor reis- en verblijfkosten, de aanspraak op vakantie, vakantieuitkering, te- gemoetkoming in de kosten van geneeskundige behandeling en/of verpleging, de uitkering bij overlijden en het pensioen van de ministers, alsmede het pensioen van hun weduwen en wezen wordt gewijzigd als volgt: A. in artikel I wordt de datum "31 december 1991" vervangen door: 31 december 1990; B. in artikel II wordt de datum "1 januari 1990" vervangen door: 1 januari 1991. Artikel 6 Deze landsverordening treedt in werking met ingang van de dag na die van zijn plaatsing in het Afkondigingsblad van Aruba en werkt te- rug tot en met 1 januari 1991. Artikel 7 De regering wordt gemachtigd de bestaande ramingen van de posten salarissen en sociale lasten in de begrotingen voor het dienstjaar 1992 te overschrijden met de bedragen, benodigd voor het tussentijds uitbetalen van de vakantieuitkeringen over de laatste zeven maanden van het dienstjaar 1992. 2