ebook img

Voorgoed Anders PDF

185 Pages·2016·0.83 MB·German
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview Voorgoed Anders

Gerarda Mak Voorgoed anders 2008 – Forum – Amsterdam Omslagontwerp: HildenDesign, München Omslagfoto: Gerarda Mak Foto achterzijde omslag: Adrie Mouthaan ISBN: 978-94-6092-004-2 NUR 320 Literaire non-fictie © 2008 Gerarda Mak en Uitgeverij Forum, Amsterdam Niets uit deze uitgave mag worden openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling. Zand en schelpen Ontelbaar Mooi, sterk en toch zo broos Jij en ik bewaren de mooiste Zoals de jaren van herinnering sterk de toekomst broos Jij kust mij zacht en pakt mijn hand Samen verder op drijfzand Van Gerarda Mak verscheen eerder bij Uitgeverij Forum: Alleen met velen Proloog 2005 De as van Ron krijg ik mee in een soort levensgrote champagneflesverpakking. Ik druk de koker stevig tegen mijn borst, als was het een lang verloren kind. Bij het perkje waar ze kransen hebben liggen, blijf ik staan. De bloemen liggen netjes op rij als soldaten in het gelid. Wat ben ik blij dat ik de bloemen meegenomen heb naar huis. Rond de vijver achter in onze tuin hebben ze minstens twee maanden gelegen. Twee maanden waarin ik dagelijks heb kunnen genieten van de bloemenzee. In de auto zet ik Ron naast mij in de gordels. Ik start en rijd langzaam het terrein af. Onderweg naar huis vertel ik Ron wat ik zoal gedaan heb en wat ik met hem van plan ben. De muziek klinkt vredig uit de autoradio en ik krijg het idee dat Ron het met me eens is. In Schoorl doe ik Ron in een rode rugzak en loop galerij Koster binnen. Ron hield van schilderijen en in deze galerij hebben we er een aantal gekocht. De meest betaalbare, zeg maar. Want de mooiste zijn vaak de duurste en daar hadden we geen geld voor. Ik kijk rond en neem daar ruim de tijd voor, zoals we altijd hebben gedaan als we naar kunst kijken. Het klimduin is mijn volgende stap. Het klimduin, waar ik altijd zo'n hekel aan heb gehad, torent hoog boven me uit. De eerste stap omhoog valt mee. Ik sjor de rugzak stevig op mijn rug. Ik geef Ron een schouderklopje en zet de volgende stap in het mulle zand. Onderweg vraag ik Ron naar het uitzicht. Hij ziet alleen de blauwe lucht en dat kan kloppen want ik zie niets anders dan de punten van mijn schoenen en zand, heel veel zand. Eenmaal boven kan ik even helemaal niet van het uitzicht genieten, zo moe ben ik. Toch even omdraaien en kijken. De tranen schieten in mijn ogen als ik bedenk dat Ron de voorgaande jaren altijd een beetje pesterig triomfantelijk stond te kijken naar mijn geploeter. Ik droog snel mijn tranen want ik zie meerdere mensen omhoogkomen en ze kijken mij onderzoekend aan. Laat ze kijken, wat weten zij nou van mijn gevoel voor jou. Wat weten ze van mijn situatie. Ik loop recht het bos in, naar het uitkijkpunt even verderop. Ron hangt stil op mijn rug. Ik vraag hoe het gaat. Waar hij is en of hij het daar naar zijn zin heeft. Of hij nog steeds pijn heeft. Of hij nu is zoals ik hem in een droom heb gezien. Lachend, jong, energiek en mooi. Zijn lichaam gaaf, zonder katheters en zakjes. Natuurlijk krijg ik geen antwoord en terwijl ik in het rond kijk, valt het mij ineens op dat ik wel heel erg alleen ben. Ik spreek mezelf moed in, maar het lege gevoel in mijn lijf blijft. Thuis plaats ik Ron in zijn luie stoel en zet muziek op. De volgende dag neem ik hem mee op de fiets heel Wieringen over. Via Stroe en Vatrop naar Den Oever, door het Robbenoordbos. Langs alle kleine weggetjes die Wieringen zo rijk is. Hier en daar blijf ik even stilstaan, kijk over het wad en over de haven. Het is stralend weer en Ron ligt stevig verpakt in het rode rugzakje op mijn rug. Het rugzakje waar we de Rocky Mountains mee hebben doorkruist, de Everglades rondgefietst en heel wat strandwandelingen mee hebben gemaakt. Het heeft vol gezeten met flesjes water, zakken chips, dikke truien, extra sokken, lunchpakketjes en pleisters. Nooit gedacht dat ik er ooit Ron in zou vervoeren. Ik laat Ron de lammetjes zien, die rondspringen in de wei. Een buizerd die hoog in de lucht zijn lenteroep laat horen. Wijs hem op de musjes natuurlijk, die oorverdovend kwetteren in de bosjes langs de weg. Bij restaurant De Dikke Bries stap ik af en samen pikken we een terrasje. Ron op de stoel naast mij. Samen kijken we uit over de haven. Ik voel mij vredig en stil. Inhoud Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 6 Hoofdstuk 7 Hoofdstuk 8 Hoofdstuk 9 Hoofdstuk 10 Hoofdstuk 11 Hoofdstuk 12 Hoofdstuk 13 Hoofdstuk 14 Hoofdstuk 15 Hoofdstuk 16 Hoofdstuk 17 Hoofdstuk 18 Hoofdstuk 19 Hoofdstuk 20 Hoofdstuk 21 Hoofdstuk 22 Hoofdstuk 23 Hoofdstuk 24 Hoofdstuk 25 Hoofdstuk 26 Hoofdstuk 27 Hoofdstuk 28 Hoofdstuk 29 Hoofdstuk 30 Hoofdstuk 31 Hoofdstuk 32 Hoofdstuk 33 Hoofdstuk 34 Hoofdstuk 35 Hoofdstuk 36 Hoofdstuk 37 Hoofdstuk 38 Hoofdstuk 39 Hoofdstuk 40 Hoofdstuk 41 Hoofdstuk 42 Hoofdstuk 43 Hoofdstuk 44 Hoofdstuk 45 Hoofdstuk 46 Hoofdstuk 47 1 Vandaag is het mijn beurt om te koken, donderdag 15 december 1999. Ik weet de datum zo goed omdat op die dag ons zorgeloze leventje voorgoed veranderde. Ron staat onder de douche en ik loop in de keuken een beetje doelloos heen en weer. Ik moet eigenlijk eten koken, maar mijn hoofd staat er niet naar. Ik weet niet wat ik moet maken en kijk wat de koelkast zoal te bieden heeft. Tot mijn verrassing is er nog een rode paprika, dat is in ieder geval iets. Even later sta ik met die paprika bij het aanrecht en staar uit het raam. Hoe moet het nou verder? Eten lijkt ineens niet meer zo belangrijk… of juist wel? Rons hobby, naast muziek en sport, is lekker eten. Om beurten staan Ron en ik in de keuken om een culinair hoogstandje in elkaar te flansen. Aan het eind van de week trakteren we ons op een etentje in een restaurantje ergens in Schagen, om het weekend te vieren. Ja, besef ik nu, eten zal altijd belangrijk blijven. Het is een stilzwijgend genieten, een rustpunt na een lange werkdag. Ineens hoor ik een bloedstollende gil vanuit de badkamer. Mijn hart slaat een aantal slagen over en de paprika vliegt stuiterend over het aanrecht om tegen het koffiezetapparaat tot stilstand te komen. Een seconde later sta ik onder de warme straal en ik houd Ron stevig vast. ‘Ik wil nog niet dood,’ hoor ik hem tussen het snikken door zeggen. ‘Ik wil niet dood.’ Zo zou het ook niet moeten gaan, flitst er door mijn hoofd. Jij bent pas 43 en ik 44. We willen nog zo veel. Ik voel het warme water over mijn rug stromen, mijn kleren raken doorweekt. Hier weet ik niets op te zeggen. Ik denk aan Altema, de internist, die het ons met een stalen gezicht heeft meegedeeld en vervloek die vent. ‘Kanker,’ zegt hij, ‘aan de endeldarm.’ Hij zegt het zo snel dat we eerst het idee hebben dat we hem niet goed hebben verstaan. Ron en ik zitten naast elkaar op van die harde, kille plastic stoelen en kunnen niet anders dan naar die man staren. Hij kijkt ons niet eens aan, blijft naar zijn papieren turen of zich daar ik weet niet wat op afspeelt. Hij zegt nog veel meer dingen, maar daar luisteren we

See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.