Het is 2000, de presidentsverkiezingen in Amerika zijn nog onbeslist. Frank Bascombe is de vijftig gepasseerd en zoals meer mannen van zijn leeftijd, lijdt hij daaronder: zijn tweede vrouw heeft hem verlaten en hij heeft prostaatklachten. Thanksgiving zit eraan te komen, dat feest waarop Amerikanen even stilstaan bij alles waarvoor ze dankbaar kunnen zijn, maar Frank kijkt niet bijzonder uit naar de familiebijeenkomst. De stand van zaken is een portret van Amerika rond de eeuwwisseling: als makelaar verkoopt hij regelmatig gebakken lucht en hoe meer hij zijn persoonlijkheid uitschakelt, hoe beter hij in zijn werk functioneert. Maar werk en leven zijn twee verschillende dingen. Zijn dochter staat hem met liefde en betrokkenheid bij in zijn ziekte, zijn zoon is een emotioneel wrak of een klootzak, dat hangt van Bascombe's stemming af.