2 Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 2015–2016 30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid Nr. 382 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 8 januari 2016 Op 27 oktober jl. heeft uw Kamer de motie Van Veldhoven (D66) en Dijkgraaf (SGP) aangenomen (Handelingen II 2015/16, nr. 16, item 17), waarmee de regering wordt verzocht om de regeling Demonstratie Energie-innovaties (DEI-regeling) te laten aansluiten op de verduurza- mingsopgave en de vraag van het innoverende bedrijfsleven (Kamerstuk 34 300 XIII, nr. 56). Hierbij informeer ik uw Kamer over de wijze waarop ik invulling geef aan deze motie. Aanpassingen aan de DEI De DEI-regeling komt voort uit het Energieakkoord (Kamerstuk 30 196, nr. 202) en is voor het eerst opengesteld op 1 juli 2014. De doelstelling van de regeling is om in Nederland een «etalage» van energie-innovaties te creëren, waardoor Nederlandse bedrijven gemakkelijker de sprong naar internationaal succes kunnen maken met producten, processen of diensten die zij ontwikkeld hebben. Het budget loopt op van 24 miljoen euro in 2014 naar 34 miljoen euro in 2015 en 44 miljoen euro in 2016. De afgelopen maanden heb ik in samenwerking met de stakeholders gekeken naar mogelijke verbeteringen aan de DEI-regeling. De meeste stakeholders zijn overwegend tevreden over de regeling. Twee aanpas- singen worden doorgevoerd voor de nieuwe openstelling in 2016 zodat de regeling nog beter aansluit op de verduurzamingsopgave van het innoverende bedrijfsleven: een ophoging van het projectplafond van vier naar zes miljoen euro en het toestaan van pilots voor energiebesparing in de industrie. Ophoging projectplafond van vier naar zes miljoen euro In de huidige regeling kan tot vier miljoen euro subsidie per project worden gegeven. Dit projectplafond was ingesteld uitgaande van het totaalbudget van 24 miljoen euro in 2014. Het budget stijgt echter naar 44 miljoen in 2016. Daardoor is de vrees dat het budget op zal gaan aan kst-30196-382 ISSN 0921 - 7371 ’s-Gravenhage 2016 Tweede Kamer, vergaderjaar 2015–2016, 30 196, nr. 382 1 enkele grote projecten niet meer actueel. Op dit moment kunnen kansrijke projecten die aansluiten bij de doelen van de DEI-regeling niet meedingen omdat het huidige projectplafond te laag is. Dit geldt voor projecten op het gebied van energie-efficiëntie in de industrie en energie uit water. Een ophoging van het projectplafond van vier naar zes miljoen euro komt de werking van de regeling daarom ten goede. Pilots voor energiebesparing in de industrie toestaan In de huidige regeling is een eis voor toekenning van de subsidie dat de installatie niet op de korte termijn weer wordt afgebroken. Het al dan niet afbreken van de installatie is een belangrijk verschil tussen een demon- stratie en een pilot: pilots zijn bedoeld als test, demonstraties maken vast deel uit van het productieproces. Bedrijven lopen minder risico indien ze innovaties los geschakeld van het primaire proces kunnen testen. Demonstraties zijn voor de energie-intensieve procesindustrie daarom risicovoller dan pilots. Het verbreden van de scope van de DEI-regeling naar pilots voor energiebesparing in de industrie kan leiden tot de doorbraak van meer technieken. Met bovengenoemde aanpassingen sluit de DEI-regeling beter aan op de verduurzamingsopgave en op de vraag van het innoverende bedrijfsleven. Ook in 2016 blijf ik de werking van de regeling nauwlettend volgen en houd ik in samenwerking met de betrokkenen aandacht voor mogelijke verbeteringen aan de regeling. De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp Tweede Kamer, vergaderjaar 2015–2016, 30 196, nr. 382 2