************************* AB 1990 no. GT 69 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 04 juni 2019 ************************* ==================================================================== Intitulé : Landsverordening op het notarisambt Citeertitel: Landsverordening op het notarisambt Vindplaats : AB 1990 no. GT 69 (m.v. 1990 no. GT 69A) Wijzigingen: AB. 1995 no. 49; AB. 1997 no. 34; AB 2009 no. 75; AB 2012 no. 9; AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no. 15); AB 2014 no. 11 (AB 2014 no. 12); AB 2019 no. 23 (inwtr. AB 2019 no. 29) ==================================================================== EERSTE HOOFDSTUK Van de ambtsbediening der notarissen Artikel 1 1. De notarissen zijn openbare ambtenaren, uitsluitend bevoegd om authentieke akten te verlijden wegens alle handelingen, overeenkomsten en beschikkingen, waarvan de wettelijke regelingen gebieden of de be- langhebbenden verlangen, dat bij authentiek geschrift blijken zal, daarvan de dagtekening te verzekeren, de akten in bewaring te houden en daarvan grossen, afschriften en uittreksels uit te geven; alles voor zover het verlijden dier akten niet ook aan andere ambtenaren op- gedragen of aan dezelve geheel voorbehouden is. 2. Voor zover zulks niet bij uitsluiting aan anderen opgedragen is, zijn notarissen onder meer bevoegd tot: a. het geven van verklaringen betreffende de staat en de bevoegdheid van personen; b. het afgeven van attestaties de vita; c. het legaliseren van handtekeningen; d. het afnemen van eden en beloften; e. het afgeven van verklaringen van erfrecht. Artikel 2 Het notarisambt wordt uitgeoefend door daartoe in het bijzonder aangestelde personen. Artikel 3 1. Het getal van de notarissen, bedoeld in artikel 2, bedraagt ten hoogste zeven. Zij worden bij landsbesluit voor hun leven aan ge- steld, behoudens het in het tweede lid van dit artikel bepaalde. 2. De notarissen, bedoeld in artikel 2, worden bij landsbesluit eervol ontslagen, wanneer zij de leeftijd van vijfenzestig jaar hebben bereikt. 3. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan het ge- tal, bedoeld in het eerste lid, worden gewijzigd. 4. De voordracht voor een landsbesluit als bedoeld in het derde lid, wordt niet gedaan, dan nadat het ontwerp, vergezeld van zowel de toelichting als het advies dat de Raad van Advies over het ontwerp ************************* AB 1990 no. GT 69 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 04 juni 2019 ************************* ==================================================================== heeft uitgebracht, aan de Staten is overgelegd en de Staten gedurende twee weken de gelegenheid is geboden hun wensen en bezwaren ter kennis te brengen van minister, belast met justitiële aangelegenheden. Artikel 4 1. De notarissen zijn verplicht werkelijk en gestadig kantoor te houden op de standplaats, bij hun benoemingsbesluit aangewezen. De aangewezen standplaats kan bij landsbesluit, op verzoek van de nota- ris, worden veranderd. Bij overtreding hiervan zullen zij voor de tijd van ten hoogste zes maanden in hun ambt worden geschorst. 2. Een notaris die zich langer dan veertien dagen van zijn stand- plaats wil verwijderen, heeft daartoe verlof nodig van de minister, belast met justitiële aangelegenheden. 3. Bij het verlenen van het verlof zal de minister, belast met justitiële aangelegenheden, op voordracht van de notaris en, bij ge- breke daarvan, ambtshalve een ander persoon aanwijzen ten einde gedu- rende de afwezigheid van de notaris diens ambt waar te nemen. 4. Indien een notaris zich korter dan veertien dagen van zijn standplaats wilt verwijderen, kan op voordracht van de notaris en, bij gebreke daarvan, ambtshalve, door de president van het Gemeenschappe- lijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba of, bij verhindering, door een door deze aan te wijzen lid van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Neder- landse Antillen en Aruba een andere persoon aangewezen worden ten ein- de gedurende de afwezigheid van de notaris diens ambt waar te nemen. Artikel 5 1. Buiten gegronde redenen mogen de notarissen hun dienst niet weigeren, wanneer zij tot het verlenen daarvan worden verzocht. 2. Zij zijn voorts verplicht om, op last van de rechter in eerste aanleg, hun dienst kosteloos te verlenen aan zodanige personen, welke, op de wijze bij artikel 878 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvor- dering van Aruba vermeld, van hun onvermogen doen blijken. Artikel 6 1. De notarissen mogen niet tevens zijn bezoldigde leden van de rechterlijke macht, noch ook de bediening uitoefenen van advocaat of deurwaarder. 2. Zij mogen verder niet zijn ambtenaren, belast met het opsporen van strafbare feiten, hypotheekbewaarders of ambtenaren van de Belas- tingdienst. 3. In geval van twijfel, of enige betrekking met het ambt van no- taris bestaanbaar zij, zal zulks bij landsbesluit worden beslist. Artikel 7 1. Een notaris welke tot een der met zijn bediening onverenigbare betrekkingen wordt benoemd en dezelve aanneemt, zal geacht worden van het notarisambt afstand te hebben gedaan en op de gewone wijze worden vervangen. 2 ************************* AB 1990 no. GT 69 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 04 juni 2019 ************************* ==================================================================== 2. Wanneer daarentegen iemand, een der opgemelde betrekkingen be- kledende, tot notaris wordt benoemd, zal hij door de aanneming van het notarisambt geacht worden van zijn vroegere betrekkingen afstand te hebben gedaan. TWEEDE HOOFDSTUK Van de vereisten om tot notaris benoemd te worden en van de eedsaflegging en nederlegging van handtekening en paraaf Artikel 8 Om tot notaris benoemd te kunnen worden, moet men: a. de ouderdom van vijfentwintig jaren vervuld hebben; b. doen blijken van een goed zedelijk gedrag, door middel van een of meer certificaten, op de getuigenis van vier bekende en geloofwaar- dige manspersonen, afgegeven door of namens het plaatselijk hoofd van politie, alwaar men gedurende de laatste zes jaren zijn woon- plaats of zijn verblijf heeft gehad; c. het hierna te melden examen hebben afgelegd, of het getuigschrift hebben overgelegd, bedoeld bij artikel 16 der wet van 9 juli 1842 (Stb. 20). Artikel 9 1. Het examen, bij artikel 8 bedoeld, moet worden afgenomen door een commissie bestaande uit de president van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als voorzitter en twee door hem aan te wijzen leden van het Gemeenschappelijk Hof als leden. 2. De commissie kan een notaris kiezen om, onder haar leiding, de ondervraging te doen en de nodige proeven op te geven. Deze notaris heeft een raadgevende stem. Artikel 10 1. Voor hen die de hoedanigheid van meester in de rechten of de graad Bachelor op het gebied van het recht en tevens de graad Master op het gebied van het recht hebben verkregen op grond van het afleggen van een examen in burgerlijk- en handelsrecht, staatsrecht en het Aru- baans, Antilliaans of Nederlands strafrecht, moet dit examen ten min- ste één uur duren, en zich alleen bepalen tot een onderzoek naar hun praktische kundigheden. 2. Voor de andere adspiranten zal hetzelve ten minste twee uren duren en daarvan niet minder dan één uur worden besteed tot een onder- zoek naar hun theoretische en insgelijks ten minste één uur naar hun practische kundigheden. 3. Indien zich meer dan één adspirant heeft opgedaan, zal het examen van ieder hunner afzonderlijk worden afgenomen. Artikel 11 Indien de commissie oordeelt, dat iemand al de kundigheden welke in een notaris worden gevorderd, bezit, wordt hem daarvan een getuig- 3 ************************* AB 1990 no. GT 69 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 04 juni 2019 ************************* ==================================================================== schrift overhandigd, waardoor hij de bevoegdheid erlangt om tot nota- ris te worden benoemd. Artikel 12 De geboorteakte, het certificaat of de certificaten van goed ge- drag, alsmede het getuigschrift van bekwaamheid, worden bij het ver- zoekschrift om plaatsing aan de Gouverneur overgelegd. Artikel 13 1. De notarissen moeten, binnen twee maanden na de dagtekening van hun benoeming, voor de rechter in eerste aanleg, ieder naar de wijze van zijn godsdienstige gezindheid, de navolgende eed (belofte) afleggen: "Ik zweer (beloof) getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan de wettelijk regelingen, eerbied voor de rechterlijke au- toriteiten; dat ik mijn post met eerlijkheid, nauwkeurigheid en onzijdigheid zal waarnemen, de verordeningen op het nota- risambt, gemaakt of nog te maken, met de meeste nauwgezetheid zal opvolgen, dat ik de meest mogelijke geheimhouding omtrent de inhoud der akten, overeenkomstig de daaromtrent bestaande voorschriften, zal inachtnemen, en dat ik voorts, middellijk noch onmiddellijk, onder enige naam of voorwendsel, tot het verkrijgen mijner aanstelling, aan iemand, wie hij ook zij, iets heb gegeven of beloofd, noch zal geven.". 2. Bij landsbesluit kan verlenging van de tot het afleggen van de eed bepaalde termijn worden verleend. 3. Bij verzuim van de voorschreven eed tijdig te doen wordt de benoeming geacht vervallen te zijn en wordt er tot een andere benoe- ming overgegaan. Artikel 13a 1. Degene die ingevolge deze landsverordening aangewezen is om het ambt van notaris waar te nemen, legt binnen één week na de dagte- kening der aanwijzing voor de rechter in eerste aanleg naar de wijze van zijn godsdienstige gezindheid de navolgende eed (belofte) af: "Ik zweer (beloof) getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan de wettelijke regelingen, eerbied voor de rechterlijke au- toriteiten, dat ik het notarisambt met eerlijkheid, nauwkeu- righeid en onzijdigheid zal waarnemen, de verordeningen op het notarisambt, gemaakt of nog te maken, met de meeste nauwgezet- heid zal opvolgen, dat ik de meest mogelijke geheimhouding om- trent de inhoud der akten, overeenkomstig de daaromtrent be- staande voorschriften, zal inachtnemen.". 2. De autoriteiten, ingevolge deze landsverordening bevoegd tot aanwijzing van een waarnemer in het notarisambt, zijn tevens bevoegd om verlenging van de tot het afleggen van de eed bepaalde termijn te verlenen. 3. Van de waarnemer die voldoet aan de vereisten, omschreven in artikel 8, en de in het eerste lid omschreven eed heeft afgelegd, wordt voor latere waarnemingen geen nadere eed gevorderd. 4 ************************* AB 1990 no. GT 69 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 04 juni 2019 ************************* ==================================================================== Artikel 14 Vóór hun eedsaflegging mogen de benoemde notarissen of hun aange- wezen waarnemers generlei werkzaamheden verrichten, tot hun ambtsbe- diening behorende, op straffe bij het Wetboek van Strafrecht van Aruba hierop gesteld, onverminderd hun gehoudenheid tot schadevergoeding je- gens de belanghebbenden. Artikel 15 Binnen veertien dagen na de eedsaflegging moeten zij, hetzij zel- ve, hetzij door schriftelijk gemachtigde, hun handtekening en paraaf nederleggen ten kantore van de minister van Algemene Zaken. DERDE HOOFDSTUK Van de akten en derzelver vorm, van de minuten, grossen, afschriften en repertoria Artikel 16 1. Notarissen verlijden geen akten waarin zijzelf, hun echtgeno- ten of hun bloed- of aanverwanten in de rechte linie zonder onder- scheid van graden en in de zijlinie, tot de derde graad ingesloten, hetzij in persoon of door een vertegenwoordiger als partij optreden, hetzij zulk een partij vertegenwoordigen. 2. Het eerste lid is niet van toepassing, indien voormelde echt- genoten en bloed- en aanverwanten als kopers, huurders, aannemers of borgen verschijnen in akten waarbij in het openbaar gehouden verkopin- gen, verhuringen of aanbestedingen worden geconstateerd, of als leden van vergaderingen waarin van het verhandelde door een notaris proces- verbaal wordt opgemaakt. 3. In geval van overtreding mist de akte authenticiteit en vol- doet zij niet aan de voorschriften waarin de vorm van een notariële akte wordt geëist. 4. De waarnemer verlijdt, behoudens het tweede lid, op straffe van hetgeen in het derde lid wordt voorgeschreven, geen akte waarin de notaris wiens ambt hij waarneemt, diens echtgenoot of diens bloed- of aanverwanten in de rechte linie zonder onderscheid van graden of in de zijlinie, tot de derde graad ingesloten, hetzij in persoon of door een vertegenwoordiger als partij optreden, hetzij zulk een partij verte- genwoordigen. Artikel 17 1. De notariële akten mogen geen beschikkingen of bepalingen in- houden ten voordele van de notaris te wiens overstaan zij zijn verle- den, van de getuigen, van de echtgenoot van de notaris of de echtgeno- ten der getuigen of de bloed- of aanverwanten van de notaris en van de getuigen in de rechte linie, zonder onderscheid van graden, en in de zijlinie, tot de derde graad ingesloten. Hetgeen hiertegen strijdig is, wordt voor niet geschreven gehouden, blijvende echter de akte ove- rigens in haar geheel. 5 ************************* AB 1990 no. GT 69 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 04 juni 2019 ************************* ==================================================================== 2. Door de bepaling van dit artikel wordt geen verandering ge- bracht in de voorschriften van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (AB 1989 no. GT 100) omtrent uiterste willen. Artikel 18 1. Een akte wordt verleden door één notaris en, voor zover zulks door een wettelijke regeling vereist wordt, in tegenwoordigheid van getuigen. 2. De notaris kan in alle gevallen de tegenwoordigheid van twee getuigen verlangen indien hij zulks wenselijk acht. 3. De vermelding van getuigen in een akte welke zonder getuigen kan worden verleden, geldt als bewijs dat de notaris hun aanwezigheid heeft verlangd. 4. De getuigen zijn de notaris bekend, of hun identiteit en be- voegdheid aan hem, door één of meer van de verschijnende personen ver- klaard zijn, en daarvan wordt in de akte melding gemaakt. Zij dienen meerderjarig en ingezetenen van Aruba te zijn, hun handtekening kunnen plaatsen en de taal verstaan waarin de akte verleden wordt. Artikel 19 1. Behoudens de in het Burgerlijk Wetboek van Aruba gemaakte be- palingen mogen bloed- of aanverwanten, hetzij van de notaris, hetzij van de verschijnende personen, tot in de derde graad ingesloten, als- mede de huisbedienden van de notaris niet tot getuigen worden genomen. 2. In geval van overtreding van dit artikel of van artikel 18 mist de akte authenticiteit en voldoet zij niet aan de voorschriften waarin de vorm van een notariële akte wordt geëist, een en ander be- houdens het geval van verzuim van de in artikel 18 voorgeschreven ver- melding. 3. Bloed- of aanververwanten, tot in de derde graad ingesloten, van kopers, huurders, pachters, aannemers of borgen bij openbare ver- kopingen, verhuringen, verpachtingen of aanbestedingen, mitsgaders van leden van vergaderingen waarin van het verhandelde door een notaris proces-verbaal wordt opgemaakt, zullen daarbij echter als getuigen kunnen worden genomen. Artikel 20 1. De verschijnende personen moeten de notaris bekend zijn of worden bekend gemaakt door twee getuigen, alle vereisten bezittende om bij notariële akten als zodanig te dienen, des echter dat bloed- of aanverwantschap met de bekend gemaakte persoon geen reden van uit- sluiting oplevert. 2. Van dit een en ander moet in de akte uitdrukkelijk melding worden gemaakt. Artikel 21 1. Alle akten vermelden de voornamen, de naam en de standplaats van de notaris die de akte verlijdt en, in geval van waarneming, van de notaris tot wiens protocol de akte behoort. 6 ************************* AB 1990 no. GT 69 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 04 juni 2019 ************************* ==================================================================== 2. Zij vermelden bovendien: a. naam, voornamen, geboortedatum en plaats, woonplaats met adres, be- roep en burgerlijke staat van de natuurlijke personen die blijkens de akte daarbij als partij optreden; b. aard, naam en woonplaats met adres van de rechtspersonen die blij- kens de akte daarbij als partij optreden; c. dezelfde gegevens ten aanzien van natuurlijke personen en rechts- personen die blijkens de akte de voormelde partijen vertegenwoordi- gen, alsmede de grond van hun bevoegdheid, telkens met dien ver- stande dat, zo opgave van één of meer dezer gegevens niet mogelijk is, de redenen daarvan worden vermeld; d. naam, voornamen, geboortedatum en plaats en burgerlijke staat van iedere getuige, indien de akte in tegenwoordigheid van getuigen wordt verleden, alsmede van de getuigen, bedoeld in artikel 20; e. de plaats, het jaar, de maand en de dag waarop de akte is verleden. 3. Indien het betreft een akte, bestemd om te worden ingeschreven in de openbare registers, bedoeld in artikel 16, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, en de vermelding van uur en minuut, waarop die akte is verleden, in verband met die inschrijving van belang kan zijn, worden ook deze vermeld. 4. Indien de akte de plaats, het jaar, de maand of de dag niet vermeld, mist zij authenticiteit en voldoet zij niet aan de voor- schriften waarin de vorm van een notariële akte wordt geëist. Artikel 22 1. De notariële akten moeten leesbaar, in onafgebroken samenhang, zonder verkortingen, witte vakken, gapingen of tussenruimten worden geschreven of op andere wijze duurzaam op het materiaal gesteld, ten- ware voor sommige door enige autoriteit vastgestelde gedrukte formu- lieren mochten bestaan; de noodzakelijk opengebleven onbeschreven vak- ken in het lichaam der akten moeten vóór de ondertekening door een of meer duidelijke inktstrepen voor verdere beschrijving onbruikbaar ge- maakt worden; alle getallen ter bepaling van de hoeveelheid of hoe- grootheid der zaken welke in de akte worden vermeld, mitsgaders de dagtekeningen moeten in schrijfletters worden uitgedrukt, doch kunnen in cijfers worden herhaald of voorafgesteld. 2. Het is echter geoorloofd om in volmachten welke in originali worden uitgegeven, de naam van de gevolmachtigde oningevuld te laten, mitsgaders om in die welke in minuut worden verleden, de voornamen van de gevolmachtigden alleen door de eerste letters aan te duiden, met bijvoeging echter van het beroep of de maatschappelijke betrekking en de woonplaats, voor zoverre die aan de lastgever bekend zijn. Artikel 23 1. De akten kunnen worden verleden in de taal welke partijen ver- kiezen, mits de notaris dezelve verstaat. 2. De uiterste wil bij openbare akte, de akte van bewaargeving van een olografische uiterste wil en de akte van superscriptie van een besloten testament, moeten worden opgesteld in de taal waarin de erf- later zijn wil verklaard, de bewaarneming verzocht of het besloten testament aangeboden zal hebben. 3. In geen geval mag echter een akte in de landstaal worden ver- 7 ************************* AB 1990 no. GT 69 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 04 juni 2019 ************************* ==================================================================== leden. 4. Wanneer de verschijnende personen alleen de landstaal ver- staan, moet de akte in de Nederlandse taal worden verleden. Indien de notaris de landstaal niet verstaat, geeft een beëdigd vertaler, tot dat einde, de verklaring der verschijnende personen in het Nederlands aan de notaris te kennen en vertolkt de akte daarna op een voor hen verstaanbare wijze. Van de tekennengeving van deze verklaring en ver- tolking wordt in de akte melding gemaakt. 5. Hetzelfde geschiedt, wanneer de verschijnende personen geen andere dan een de notaris niet bekende taal verstaan. Artikel 24 1. De akten moeten door elk der verschijnende personen, onmiddel- lijk na voorlezing, worden ondertekend, tenware zij mochten verklaren hun naam niet te kunnen tekenen of daarin verhinderd worden; zullende alsdan van deze hun verklaring, alsmede van de reden van verhindering, uitdrukkelijk melding worden gemaakt. 2. Indien de verschijnende personen verklaren van de inhoud van de akte kennis te hebben genomen en op volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen, kan de voorlezing zich beperken tot de volgende gedeelten van de akte: a. de voornamen, de naam en standplaats van de notaris en de datum en de plaats van het verlijden van de akte; b. de gegevens van de verschijnende personen en van de partijen; c. het slot. 3. Bovendien moeten de akten door de getuigen, waaronder ook die in artikel 20 opgenoemd begrepen zijn, door de translateur (in de ge- vallen waarin deze werkzaam is geweest), mitsgaders door de notaris worden ondertekend. Onmiddellijk voordat de notaris de akte onderte- kent, neemt hij het uur en de minuut van zijn ondertekening in de akte op. 4. Bij overtreding van elke der genoemde bepalingen mist de akte authenciteit en voldoet zij niet aan de voorschriften waarin de vorm van een notariële akte wordt geëist. 5. Van de volledige voorlezing, en, indien geen volledige voorle- zing heeft plaatsgehad, van de verklaring van de verschijnende perso- nen en de beperkte voorlezing, alsmede van de ondertekening wordt in het slot van de akte melding gemaakt. Artikel 25 1. Bijaldien bij akten van boedelbeschrijving of processenver- baal, wegens handelingen of daadzaken op te maken, een of meer der verschijnende personen zijn of hun naam weigeren te tekenen of zich bij de sluiting der akte verwijderd hebben zonder die te hebben gete- kend, is het voldoende, dat van deze omstandigheid in de akte uitdruk- kelijk melding worde gemaakt. 2. Indien de verschijnende persoon of personen, die zijn of hun naam weigeren te tekenen, daarvoor redenen opgeven, zullen die in de akte moeten worden vermeld. 8 ************************* AB 1990 no. GT 69 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 04 juni 2019 ************************* ==================================================================== Artikel 26 1. De volmachten waaruit de handelende personen hun bevoegdheid ontlenen, zullen aan de minuten worden vastgehecht. Onderhandse of buiten Aruba verleden volmachten moeten vooraf door de lasthebbers, in tegenwoordigheid van de notaris en van de getuigen, voor echt worden erkend en, ten blijke daarvan, door hen allen zijn getekend, tenware de eerstgenoemden verklaarden hun naam niet te kunnen tekenen of daar- in verhinderd worden, in welk geval daarvan op de volmacht melding ge- maakt en die verklaring, de redenen van de verhindering inhoudende, door de notaris en de getuigen ondertekend zal worden, van welk een of ander in de akte zal worden melding gemaakt. 2. Indien partijen krachtens mondelinge volmacht handelen, moet zulks in de akte worden vermeld. 3. De notaris verklaart in de akte dat hem van het bestaan van de volmacht genoegzaam is gebleken. Indien hij het bestaan van een monde- linge volmacht niet genoegzaam gebleken acht, kan hij overlegging van een schriftelijke volmacht verlangen. Artikel 27 Van de aanhechting, bij artikel 26 voorgeschreven, worden vrijge- steld: a. volmachten, in minuut berustende onder de notaris die over de akte staat, waarbij de lasthebber verschijnt; b. volmachten welke reeds zijn vastgehecht aan akten, voor dezelfde notaris verleden, en onder zijn minuten verbleven, mits hiervan in de akte worde melding gemaakt. Artikel 28 1. Alle veranderingen en bijvoegingen moeten op de kant der akten geschreven worden, doch zijn alleen geldig, voor zoverre die ieder af- zonderlijk door de verschijnende personen welke de akte getekend heb- ben, door de notaris en door de getuigen ondertekend of gewaarmerkt zijn. 2. Ingeval een verandering of bijvoeging te wijdlopig is om op de kant der akte te worden geschreven, zal die achteraan, doch vóór het slot der akte, worden geplaatst, mits de bladzijde en de regel worden aangeduid, waartoe dezelve behoort, op straffe van nietigheid van elke op een andere wijze of zonder deze aanduiding gedane verandering of bijvoeging. Artikel 29 Het is niet geoorloofd om in een akte of in de veranderingen en bijvoegingen, welke op de kant of vóór het slot derzelve zijn gesteld, enige overschrijving, tussenvoeging of bijvoeging van woorden of let- ters te doen of die op de een of andere wijze uit te schrappen of te doen verdwijnen en andere in derzelver plaats te stellen op straffe van nietigheid der over- of in de plaats geschrevene en der tussen- of bijgevoegde woorden of letters. 9 ************************* AB 1990 no. GT 69 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 04 juni 2019 ************************* ==================================================================== Artikel 30 Indien de doorhaling van woorden of letters in een akte nodig mocht zijn, zal zulks moeten geschieden op zodanige wijze, dat de doorgehaalde woorden of letters leesbaar blijven; derzelver getal zal op de kant der bladzijde naast de doorhaling of onder de verandering of bijvoeging, met aanduiding van de regel waarin de doorhaling heeft plaats gehad, worden vermeld; iedere vermelding zal afzonderlijk, evenals de veranderingen en bijvoegingen, worden ondertekend of ge- waarmerkt of wel het getal van al de in een akte doorgehaalde woorden of letters vóór het slot derzelve worden vermeld, mits de bladzijde en de regel worden aangeduid, waarin die voorkomen. Artikel 30a 1. In alle akten, bestemd om in de door de hypotheekbewaarder ge- houden openbare registers te worden ingeschreven, overgeschreven, ver- meld of aangetekend, dienen onroerende goederen zodanig te worden aan- geduid, dat daaruit hun aard en plaatselijke ligging met voldoende be- paaldheid kunnen worden gekend. 2. In voorkomend geval vermelden de akten, bedoeld in het eerste lid, voorts de kadastrale afdeling, de sectie en het nummer van ieder perceel, waaronder de onroerende goederen in het kadaster bekend zijn; maken de onroerende goederen deel uit van een als zodanig in het ka- daster bekend groter perceel, dan wordt volstaan met de kadastrale kenmerken van dat perceel. 3. De plaatselijke ligging van een onroerend goed kan in ieder geval met voldoende bepaaldheid worden gekend, indien het goed met ka- dastrale kenmerken die uitsluitend op dat goed betrekking hebben, is aangeduid. 4. Het tweede lid is niet van toepassing op akten van uiterste wilsbeschikking, akten, houdende toestemming tot doorhaling van in- schrijvingen waarbij de kadastrale indeling niet is aangeduid, en voorts alle akten waarin bescheiden en titels worden beschreven, waar- in de oude benamingen of omschrijvingen gebezigd zijn. 5. De notaris vermeldt bij de vermelding krachtens artikel 89, tweede lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba van de ti- tel van overdracht in de akte van levering steeds ook de geldelijke tegenprestatie daarvoor ook al is deze voor de overdracht zonder be- lang. Zo met het oog op de inschrijving een uittreksel wordt afgege- ven, neemt de notaris deze vermelding ook daarin op. Artikel 30b (vervallen) Artikel 30c (vervallen) Artikel 31 1. De notarissen zijn verplicht minuut op te maken van alle te hunnen overstaan verleden akten, bij gebreke waarvan dezelve geen kracht van authentieke akte bezitten en de notaris gehouden is tot schadevergoeding jegens de belanghebbenden. 10